Verhaal van Jeroen

Stephan was blij dat hij uit de auto kon stappen. Wat een engerd was dat, zeg. Nu stond hij voor vliegveld Schiphol in Amsterdam. Een groot glazen gebouw. Mensen behangen met koffers en rugzakken liepen in en uit. Taxi's toeterden en reden met veel geraas weg. Stephan keek omhoog. Een groot wit passagiersvliegtuig vloog over. De straalmotoren overstemden het geluid van de auto's. En nu, vroeg Sthepan zichzelf af. Hij kon toch niet zomaar het eerste beste vliegtuig naar Zuid Afrika binnenstappen en zeggen dat hij op zoek wilde gaan naar zijn vader. Zijn vader die na dat kaartje uit Zuid Afrika nu al meer dan een half jaar niets meer van zich had laten horen. Stephan haalde diep adem en liep toen met de stroom mensen mee. Hij was ook in Amsterdam gekomen. Zuid Afrika moest ook gaan lukken...


Commentaar van Saskia

Jeroen heeft voor een heel ander verhaal gekozen. De eerste zinnen maken je nieuwsgierig. Wat voor 'engerd' was dat in de tweede zin? Jeroen geeft een beschrijving van wat hij ziet en ook van wat hij hoort. Vind ik knap. Als Jeroen heeft geschreven waar het verhaal begint, laat hij Stephan nadenken over hoe het nu verder moet. Zo weet je wat er aan de hand is en wat de problemen zijn. Het verhaal begint goed omdat Jeroen eerst vertelt wat hij doet en daarna pas waarom hij dat doet. Dat lees prettig.