Les 8

opdracht 4

Lees ook het verhaal van Jeroen en Saskia. Ik stel je er zo wat vragen over.


De meesterzwerver

'Onze meester is een rare vent,'zei Louis. Hij stond midden op het schoolplein.
Bert, Marcel en Guus stonden om hem heen.
'Hoe bedoel je vroeg Marcel.
'Ik heb meester Gans in de stad gezien. Hij lag op een bank onder een stapel kranten.'
'Wat!'onze meester een zwerver?'riep Marcel,'dat moeten de anderen horen.'
Hij rende naar een ander groepje. 'Weet je wat Louis net verteld. Dat meester Gans een zwerver is. Louis heeft meester zien liggen slapen onder een stel kranten.'
'Louis is een vervelend ventje,'zei Cynthia. 'Waar slaat dat nou op?'
Marcel haalde zijn schouders op en rende er weer vandoor.
Na de pauze in de klas keek Cynthia naar de meester. Hij legde uit waarom het Ijselmeer vroeger
de Zuiderzee heette. 'Het kan gewoon niet,'dacht Cynthia. Ze keek achterom. Ze zag Louis zitten.
Die lette niet op maar praatte met Marcel. 'Misselijk ventje,'dacht Cynthia,'roddels verspreiden
is gewoon gemeen. Na schooltijd zal ik eens gaan praten.'
Om twaalf uur ging de school uit. Cynthia liep direct naar Louis toe. Die pakte juist zijn fiets
uit het fietsenhok. Ze pakte zijn stuur beet. 'Waar slaat dat op,' vroeg Cynthia.
'Wat,'vroeg Louis verbaasd.
'Dat jij zegt dat meester Gans een zwerver is.'
'Ik heb hem gezien in de stad,'zei Louis.
'Dat kan toch niet.'
'Als je me niet gelooft moet je vanmiddag maar komen.'
'Dat doe ik zeker,'zei Cynthia kwaad. Ze pakte haar fiets en reed weg.
'Om twee uur voor de V&D' riep Louis haar achterna.
Cynthia stak haar hand op en fietste door.
's Middags om twee uur stonden ze samen voor de V&D.
'Nou geen meester te zien,'zei Cynthia.'
'Kom maar mee,' zei Louis en stak de markt over.'
'Waar gaan we heen?'
'Gisteren zag ik hem in de Hoofdstraat, op een bankje liggen.'
Ze liepen de Hoofdstraat in. Het was druk deze woensdagmiddag.
'Ik zie hem nergens,'zei Cynthia,'zie je wel dat je liegt.'
Louis keek speurend rond. 'En wat is dat daar dan?,'zei hij trots en wees naar een man die zijn hand in een vuilnisbak stak.
Zo onopvallend mogelijk slopen ze dichterbij. Toen zag Cynthia het ook. Het was waar wat Louis had gezegd.
'Wat moeten we nu doen. Naar hem toe gaan?'
Nee, we gaan kijken waar meester Gans naar toe gaat.'
Meester Gans haalde zijn hand uit de vuilnisbak en keek schichtig om zich heen. Toen hinkte hij er van door.
'Heeft hij last van zijn been?' vroeg Cynthia verbaasd.
Louis haalde zijn schouder op. 'Kom we gaan kijken waar hij naar toe gaat.'
Ze liepen straat in en straat uit. Een brug over, een hoek om. Tot ze bij het theater waren. Daar liep meester Gans naar binnen.
'O, nee,'riep Cynthia paniekerig,'straks steelt hij iets uit het theater. We moeten hem tegenhouden.'
Ze slopen achter de meester aan. Die was door een zijdeurtje naar binnen geglipt. Ze kwamen in een donkere smalle gang. 'Waar zou hij zijn gebleven?'
'Ik hoor daar wat,'fluisterde Louis.
Zachtjes op hun tenen liepen ze verder.
Achter een deur kwam licht vandaan en hoorden ze iemand neurieën. Voorzichtig keken ze om de hoek. Daar zat meester Gans. Hij rommelde tussen de spulletjes die daar lagen.
'Wat nu?,'fluisterde Louis.
'We draaien de deur op slot en roepen de theaterdirecteur,'zei Cynthia.
Louis stak voorzichtig zijn hand naar binnen en trok zachtjes de sleutel uit het slot. Toen gooide hij snel de deur met de klap dicht en deed de deur op slot.
'Hé, wat gebeurt daar,'riep meester Gans die verschrikt uit zijn stoel was opgesprongen. Maar Louis en Cynthia bleven niet wachten. Ze renden de gang door en botsten daar tegen iemand op. Het was de directeur. Met horten en stoten vertelden ze wat er was gebeurd.
'Het zal toch niet waar zijn,' riep de directeur en liep met grote passen voor hen uit naar de kleedkamers.
Daar deed hij de deur van het slot en stapte de kleedkamer binnen.
'Dag Hans, zei de directeur tegen meester Gans,'dus jij bent de inbreker?'
'Ik?'zei meester Gans verbaasd. Toen zag hij Cynthia en Louis staan.
'Nu begrijp ik het,'zei hij,'ik oefen voor een toneelstuk waarin ik een zwerver speel. En om mij zo goed mogelijk in te leven in mijn rol, heb ik me als zwerver verkleed.'
'Dar wist ik wel, zei Louis. 'Maar Cynthia wilde mij niet geloven.'
Cynthia keek kwaad naar Louis.
'Grapje,' zei Louis snel om geen ruzie te maken,'ik dacht het. Sorry.'
'Nee, bedankt,' zei meeester Gans,'nu weet ik dat ik goed een zwerver kan spelen. Het toneelstuk kan niet meer stuk.
'

Ga hier naar de vragen toe
Vul je naam, groep en school hier in, voordat je de antwoorden opstuurt
naam
naam
groep
school


terug naar boek