Les 4

opdracht 3

Bij opdracht 2 las je een beschrijving van het Hoge Noorden. Je gaat nu zelf een verhaalbegin schrijven. Het gaat deze keer weer om de beschrijving.

Je kunt kiezen of het verhaal zich afspeelt in een bos of op zee. Het moet gaan over twee kinderen/ mensen.
Als je voor het bos kiest kun je de bomen beschrijven (groot, dik enzovoort), het struikgewas, het pad, of het donker is (of als de zon schijnt: de kleuren van de bladeren), of het waait, een schuilplaats in het bos of wat je verder kunt bedenken.
Als je voor de zee kiest kun je de kleur van de zee beschrijven, de golven, of het waait of stormt, hoe het schip heen en weer rolt op de golven, of de golven over het dek slaan, wat er op het schip zelf gebeurt of wat je verder zelf kunt bedenken. Probeer beide verhalen zo spannend mogelijk te maken.
Om jezelf nog beter voor te bereiden op het schrijven van de verhaalbeginnen kun je een internetpagina bekijken. Als je kijkt op de pagina van de digitale werkstukkenkast kun je werkstukken vinden over de zee en het bos. Ga op deze internetpagina naar de zoekmachine toe en type het woord 'bos' of 'zee' in. Je kunt dan een werkstuk lezen over het bos of de zee. Let ook hier weer op de tijd. Zo'n vijf tot tien minuten moet genoeg zijn.


als je nog extra hulp wilt bij deze opdracht


Vul je naam, groep en school hier in, voordat je de antwoorden opstuurt
naam
naam
groep
school


naar opdracht 4