Vandaag was voor mij de vierde en laatste bijeenkomst van de onderwijseenheid rondom Computational Thinking en programmeren op de Pabo van Hogeschool Utrecht. In deze bijeenkomst keken we nog een keer terug op de programmeerdidiactiek van de voorbeeldles en hebben we opdrachten gegeven rondom vier alternatieve programmeeromgevingen: Lego WeDo, ScratchJR, Microbit en Python. Hieronder zie je de presentatie van deze bijeenkomst.



De opdrachten van de alternatieve programmeeromgevingen luidde als volgt:

We hebben hierbij gebruik gemaakt van materialen van apps4sen (ScratchJR), Lego (Lego WeDo), het boek Programmeren voor kinderen van Vorderman (Python) en Herman van Schie (Microbit).

Tot slot moesten de studenten in de les nog een opzet maken voor een les in de alternatieve programmeeromgeving.

Terugblik bijeenkomst
Deze bijeenkomst verliep prima. Ik denk dat het voor studenten fijn was dat we nog een keer de didactiek van het programmeren voorbij lieten komen. De bron die we hiervoor gebruiken is deze van Lee et al. (2011). Studenten konden makkelijk uit de voeten met de handleiding van apps4sen. Ook ScratchJR was zeer toegankelijk na al het geprogrammeer in Scratch. Lego WeDo werkte soepel samen met de app op de iPads. Een groepje heeft zich gebogen over Python met behulp van het boek Programmeren voor kinderen. Dat vonden ze uitdagend. Een student in mijn groep ging aan de slag met de Microbit (ik had er twee) en dat verliep ook prima.

Terugblik onderwijseenheid
Volgend jaar halen we de verdiepingsopdracht van bijeenkomst 1 en 2 er waarschijnlijk uit. Het kasteelspel dat studenten moesten programmeren was bedoeld om hun vaardigheden opgedaan in de MOOC te oefenen en te bestendigen maar stond een snelle vertaling naar de stage in de weg. En daar zaten studenten vooral op te wachten: hoe bieden we het aan. Het artikel van Lee et al. (2011) biedt een mooi houvast om lessen vorm te geven. Ik merkte dat het voor studenten belangrijk was om dit een aantal malen te herhalen. Dat moeten we volgend jaar dus direct doen. Daarbij komt dat we dan meer de mogelijkheid hebben om duidelijk te maken hoe computational thinking in de praktijk er dan uit zal zien als het geïntegreerd is in een les. Nu boden we verschillende voorbeelden aan van computational thinking maar stond dit nog los van de les die ze moesten geven. Die koppeling moet dus ook strakker.
Een tweede belangrijke verandering zal zijn dat we de koppeling met de vakken meer centraal gaan zetten. Nu hebben we dat in de voorbeeldles in les drie gedaan maar dat kunnen we dus ook meer benadrukken. Koppelen met beeldend en Nederlands kan de creatieve toolbox van leerlingen en studenten vergroten. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld op nog meer manieren zich op een beeldende manier uitdrukken. Leerlingen kunnen op nog meer manieren hun tekstuele (of multimodale) boodschap overbrengen. Koppelen met het vak rekenen zou de analytische toolbox kunnen vergroten. Koppelen met natuur en techniek zou hun inzicht (systemen om mij heen zijn geprogrammeerd) in de wereld om hen heen kunnen vergroten.
Verder zijn er nog een paar meer procesmatige beoordelingszaken die we nog kunnen verbeteren. Bijvoorbeeld wat we precies verstaan onder een lessenserie, en hoe het een ander beschreven moeten worden.

Waar ik zelf erg blij mee ben zijn de video’s die we de studenten hebben laten maken. We zien hoe ze bezig zijn geweest en waar ze tegen aanlopen. Zo was in de eerste les bijvoorbeeld heel opvallend dat veel studenten nog moeite hadden met de X-as en Y-as en het bewegen hierover. In de MOOC was dit nog niet uitgelegd en voor studenten leverde dit dus problemen op.
Ook was ik erg tevreden over de gekozen alternatieve programmeeromgevingen. Deze boden net als Scratch genoeg mogelijkheden om eigen projecten in te maken. Via Twitter vroeg ik nog welke andere alternatieve programmeeromgevingen we ook nog hadden kunnen opnemen. Antwoorden daarop waren: Swift Playgrounds, Tynker, Hopscotch, Kodable, The Foos, Bee-Bot / Blue-Bot, Teach2Code / Ozobot, Osmo en Bomberbot, Arduino Uno en Mendix. We gaan kijken of we volgend jaar daar nog gebruik van maken!

Ik vond het een spannende onderwijseenheid om te geven. Ik ben benieuwd naar de verslagen van de studenten! Hoor graag van andere Pabo’s die soortgelijke ervaringen hebben opgedaan of opdoen!