Gerard Dummer

Alles over Onderwijs en ICT.

Browsing Posts published in september, 2010

Gisteren was ik aanwezig bij de Grote KennisKring (GKK) van het lectoraat Kantelende Kennis. Tijdens de GKK zijn alle Pabo’s betrokken bij het lectoraat aanwezig en overleggen met elkaar over het onderzoek. We zijn in ons laatste jaar aanbeland.  Deze staat in het teken van het maken en analyseren van de casusbeschrijvingen over de uitgevoerde collectieve praktijkonderzoeken in de basisscholen en de opleidingen.

Gisteren zijn we aan de slag gegaan met twee casussen van de basisschool. Voor die gelegenheid hadden we studenten, leraren en directeuren uitgenodigd om over de casussen te spreken. We werkten hierbij met een binnenkring en buitenkring. In de binnenkring voerden lectoren en betrokkenen een gesprek en in de buitenkring werd er geobserveerd. Een van de punten waarop we zouden letten was welke kritische factoren voor het uitvoeren van collectief praktijk onderzoek tijdens het gesprek naar voren zouden komen. De volgende punten heb ik kunnen noteren:

  • betrokkenen moeten zich eigenaars voelen van het onderzoek
  • het is belangrijk om te focussen op een aantal punten waarmee je aan de slag gaat
  • samenwerken in een onderzoeksteam is belangrijk.
  • betrokkenen moeten zich herkennen in het onderwerp van onderzoek (belangrijk vinden en eigen verhaal bij kunnen vertellen)
  • het moet regelmatig terugkomen op de agenda.
  • je hebt een houding nodig waarin je van elkaar wilt leren
  • je moet je realiseren (als begeleider) dat mensen zich kwetsbaar opstellen
  • gesprekstechnieken om te praten met leerlingen  en collega’s zijn belangrijk. Soms moet je een diepere laag aanboren om tot de kern te komen. Bijvoorbeeld door gebruik te maken van de kernreflectie van Korthagen.
  • je moet in staat zijn om verschillende leerlingen aan het woord te laten komen (niet alleen die met een grote mond)
  • je moet in staat zijn om praktisch handelen even uit te stellen om goed over het probleem na te kunnen denken
  • Je moet doorzetten als het tegenzit. Dit vraagt van directie om hier ruimte aan te geven.
  • tijdsaspect is belangrijk: onderzoek moet niet te lang worden uitgesmeerd over de tijd (hierdoor verdwijnt de betrokkenheid). Het moet ook niet te krap gepland zijn (mensen kunnen het dan niet laten bezinken en het scherp krijgen). En er moet tijd voor ingeruimd worden om hier überhaupt mee aan de slag te gaan.
  • je moet begeleid worden door iemand die hier al ervaring mee heeft.

Dit zijn zeker niet de enige kritische factoren die je zou kunnen benoemen bij het uitvoeren van collectief praktijkonderzoek maar vanuit deze bijeenkomst zijn dit de punten die naar voren kwamen.

Meer weten over collectief praktijkonderzoek? Bezoek dan ons symposium op 20 april volgend jaar.

Deze week zijn de derde en vierdejaars studenten van de facultteit Journalistiek en Communicatie bezig met een week getiteld MediaBattle. Doel van deze week is om een crossmediaal concept te presenteren aan een echte opdrachtgever. Vandaag hadden de studenten de tijd om aan hun eindpresentatie hiervoor te werken. In het kader daarvan heb ik vanochtend een korte presentatie gehouden aan deze groep.

  • Een paar opmerkingen over deze presentatie:
    Ik hoorde van de MediaBattle via Yammer, het Twitter voor bedrijven. Daar ben ik sinds een paar weken lid van en zag de vraag van de projectleider van De MediaBattle voorbijkomen. Na een paar keer heen en weer mailen stond de afspraak.
  • De presentatie werd opgenomen via Presentations2Go en daarna uitgezonden voor de Saxion-studenten waartegen de studenten uit Utrecht strijden.
  • De presentatie is gemaakt in Prezi en bevat een aantal YouTube-filmpjes. Het opnemen van die filmpjes is erg eenvoudig. Je plakt het YouTube-adres en Prezi embed het direct.

Ik vond het leuk om de presentatie te geven en sta zelf nog verbaasd over de kracht van social media.

Op 9 en 10 november zijn De Onderwijsdagen weer van Surf en Kennisnet. Een mooi programma. Zowel de keynotespeakers als de sessies die al zijn ingepland. Daarnaast kun je stemmen op de open sessie. Daar doe ik, net als vorig jaar, ook aan mee. Er zijn zo’n 50 kandidaten die meedingen waarvan de helft een plek krijgt.

Mijn sessie gaat over de kennisbasis ICT. Vorig jaar heb ik hierover een verkennende sessie gehouden. Afgelopen jaar heb ik meegedaan aan de ontwikkelingen rondom de kennisbasissen voor de Pabo,  die in gang zijn gezet door de HBO-raad. ICT is hierbij opgenomen in de generieke kennisbasis. De manier waarop dit is gedaan staat in deze sessie ter discussie.

Wil je dus dat deze sessie doorgaat, stem dan op mij!

Vandaag samen met mijn collega, Don, een les voorbereid die we volgende week, samen met collega Taal, aan de tweedejaars gaan geven. In deze post vertel ik over de making of de taalquest Wanted.

De les staat in het teken van de mogelijkheden die je hebt om bij Engels ICT in te zetten. We zijn daarbij uitgegaan van het vier fasenmodel zoals ze dat bij Engels gebruiken: introductiefase, inputfase, oefenfase en overdrachtsfase. Voor de vierde fase heb ik een taalquest gemaakt. Uitleg over het maken van een taalquest vind je op taalquest van Kennisnet.

Daar legt Gerard Westhoff uit wat de voorwaarden zijn voor het maken van een goede taalquest. Naast dat het moet voldoen aan de regels van de webquest (leerlingen stappen in een rol, werken naar een eindopdracht toe waarbij ze de informatie uit internetbronnen halen) moet je dus ook rekening houden met de achtergrond van het leren van een vreemde taal. In de handreiking schrijft hij over taalquest voor beginnende sprekers van een vreemde taal:

TalenQuests die voor beginners of lagere klassen worden ontwikkeld hebben speciale kenmerken, zoals:

  • als bron kan ook semiauthentiek materiaal worden gebruikt
  • het product mag grotendeels bestaan uit “kant en klare” formules
  • het verwerken van de input in de vreemde taal betekent in dit geval vooral: formules knippen en plakken

Bijvoorbeeld:

  • het thema is: verjaardag vieren
  • de taak is: ga naar een Franse websites met e-card, kies er één en stuur de card met een bericht naar een leeftijdegnoot in Frankrijk
  • de bronnen zijn: andere teksten van e-cards, voorbeelden uit de leergang, voorbeelden van verjaardagskaarten
  • het product is: een kaart met verjaardagswensen

In de taalquest (of talenquest) die ik heb gemaakt staat het onderwerp “Gezicht” centraal. Leerlingen moeten een compositietekening maken van een overvaller. Het onderwerp gezicht (lichaam) is een van de onderwerpen die worden genoemd op tule die geschikt is voor het basisonderwijs. Alle onderwerpen op een rijtje:

  • kennismaken met
  • wonen
  • vrijetijdsbesteding en hobby’s
  • eten en drinken
  • tijdsaanduiding
  • beschrijven van personen
  • op straat
  • in de winkel
  • in de klas
  • feesten
  • het weer

Nadat ik de taalquest had bedacht heb ik die gemaakt in Google Sites. In Google Sites heb ik gezocht naar een webquest sjabloon. Ik vond een van Bart Van den Driessche die onder andere op Klascement actief is. Dit sjabloon heb ik gecombineerd met een thema van Google zelf. Tot slot heb ik nog een lerarenpagina aangemaakt zodat ik ook enige achtergrondinformatie kon toevoegen.

Op de openingspagina van de taalquest heb ik een plaatje toegevoegd van Sherlock Holmes. Dat plaatje vond ik door op Google Afbeeldingen te zoeken. Daarbij heb ik de geavanceerde optie gebruikt waarbij ik de keuze voor “gelabeld voor hergebruik” heb gekozen. Dit plaatje is afkomstig van Wikimedia Commons en staat in het Publieke Domein en kan ik dus zo gebruiken.

Nu was de taalquest bedacht, gemaakt en stond het online. Het enige wat ik nog moest doen was zorgen dat anderen het zouden kunnen vinden. Daarom ben ik op Wikiwijs ingelogd en heb daar het als bron aangemeld.

Kennis

  • Ik ken de opbouw van een webquest
  • Ik weet wat de extra eisen zijn een taalquest
  • Ik ben bekend met de opbouw van een les Engels op de basisschool
  • Ik weet in welke fase een taalquest ingezet kan worden binnen een les Engels op de basisschool
  • Ik weet dat er op afbeeldingen die ik wil gebruiken op internet geen copyright mag zitten
  • Ik weet waar ik moet zoeken om afbeeldingen te vinden waarop geen copyright zit
  • Ik weet dat ik met Google Sites eenvoudig een website kan bouwen
  • Ik weet dat ik op Wikiwijs materialen kan delen met andere gebruikers

Vaardigheden

  • Ik kan met Google Sites een website maken
  • Ik kan screenshots maken van een webpagina
  • Ik kan hyperlinks koppelen aan een afbeelding
  • Ik kan op Wikiwijs een bron delen

Attitude

  • Ik ben bereid om educatief materiaal te delen met andere leraren
  • Ik ben bereid om geen auteursrechten te schenden

De les die we volgende week hebben duurt 50 minuten. Daarin laten we van al de vier fasen zien hoe je ICT kunt gebruiken. De taalquest is daar een onderdeel van. Dat wordt dus een uitdaging.

Een digidicht in Ahead, een digitale zoom space zoals prezi dat ook is.

Een crossmultimediaal totaalconcept is een werkvorm waarin leerlingen kennismaken met alle aspecten die te maken hebben met het bedenken, produceren en uitbrengen van een mediaproductie. Een mediaproductie is bijvoorbeeld een film. Als je een film maakt met leerlingen zijn leerlingen met verschillende onderwerpen bezig: het bedenken van een verhaal, het maken van een script, acteren, filmen, monteren.

Bij een crossmultimediaal totaalconcept ben je dan nog niet klaar. Als de film af is, moet de film aan de man worden gebracht. Dit kun je op verschillende manieren doen. Je houdt interviews met de spelers, met de regisseur, cameramensen, mensen van geluid en licht. De interviews komen in een tijdschrift te staan waarin ook een fotoshoot van de spelers en de crew staat. De film moet op internet ook onder de aandacht worden gebracht en daarom komt er ook een website met daarop een trailer van de film en natuurlijk weer achtergrondinformatie over de film zelf. Er moet ook een poster komen waarop je de film aangekondigt. Hoofdrolspeler treden ook in een radioprogramma.

Tot slot moet je nadenken over de merchandising. Welke voorwerpen uit de film zou je kunnen verkopen? Op welke voorwerpen kun je het hoofd van een hoofdrolspeler zetten? (Wordt de film helemaal populair wordt dan bouw je natuurlijk ook nog een themapark:-)).

Volgens mij is een crossmultimediaal totaalconcept een prima manier om leerlingen mediawijs te maken. Er zijn vast nog meer crossmultimediale totaalconcepten te bedenken. Wie durft?

Ben je verslaafd aan Internet dan kun je in Zuid-Korea naar een speciaal kamp. Hier leer je om weer zonder computer (en games) lol te maken. In Zuid-Korea is van de jongeren zo’n 10 procent verslaafd. In Nederland is dat zo’n 4 procent (bron).

Bron: Frontline.

Omdat ie zo aandoenlijk is:

Vanochtend ontvangen in mijn Inbox. Zonder spamsterretjes. Hmmm.