Op de opleiding hebben nu ook twee studenten samen met hun leerlingen een lipdub gemaakt. Het resultaat zie je hier.
Deze clip is geïnspireerd door de Lipdub van de Dr. Boschschool.
Een nieuwe rubriek (muziekgeschiedenis) op mijn blog waarvan ik nog niet weet hoe lang die gaat duren. Misschien blijft het gewoon bij een keer maar het kan ook zijn dat ik er een gewoonte van maak. Laat ik duidelijk zijn van te voren: ik heb geen verstand van muziek en zeker niet van de muziekgeschiedenis. Maar het leek me leuk om op basis van muziekvideo’s van YouTube (en andere videosites als dat uitkomt) en informatie van Wikipedia (of andere bronnen) een beetje in de muziekgeschiedenis te duiken.
Het eerste nummer dat ik op die manier probeer te verkennen is het nummer “What the world needs now”. In 1965 gezongen door Jackie DeShannon. Zij is geboren in 1944 in Hazel in de staat Kentucky. Het nummer is geschreven door Hal David en op muziek gezet door Burt Bacharach. Die het eerder aan Dionne Warwick aanboden. Zij sloeg dit echter in eerste instantie af en zette het later alsnog op de plaat.
In 1971 maakte Tom Clay, een Amerikaanse DJ, een remix van dit nummer.
In deze remix ter ere van Abraham Lincoln, Martin Luther King jr., John F. Kennedy en Robert F. Kennedy, is ook het nummer Abraham, Martin & John van Dick Holler opgenomen.
Kijk je verder op YouTube dan zie je dat het vele keren gezongen is. Bijvoorbeeld door Trijntje Oosterhuis. Burt Bacharach zelf samen met Elvis Costello. Ook Coldplay waagde zich aan dit nummer.
Deze periode verzorgen we lessen samen met vakdocenten van onder andere Nederlands. Onderwerpen die aan de orde komen zijn woordenschat en informatievaardigheden. Wij laten zien hoe je binnen woordenschatonderwijs ICT kunt inzetten. Ook laten we zien hoe je stellen en lezen kunt combineren met informatievaardigheden. De manieren staan in de presentatie op een rijtje.
Ga in januari naar Londen om BETT te bezoeken. Vrijdag kom ik aan en bezoek zaterdag de beurs. Rekenvraag daarom voor deze website:
De afgelopen week hebben mijn collega, Don Zuiderman, en de collega’s van Rekenen een les gegeven over Rekenen in de digitale realiteit. Deze gezamenlijke les levert mooie nieuwe inzichten op. Het internet biedt namelijk veel informatie waarbij het goed is om daar eens kritisch naar te kijken vanuit een rekenkundige bril. Eerder gaf ik al het voorbeeld van Google Maps dat voor je uitrekent dat je in 9 minuten van het centraal station in Amersfoort naar het nieuwe gebouw in Amersfoort kan lopen.
Onze rekencollega, Marjolein Kool, voegde daar voorbeelden aan toe van wereldrecords (hoe snel is dat eigenlijk als Sven Kramer de 5 kilometer in 6.14 minuten wint) en benadrukt dat het gaat om gecijferdheidsvragen. Een vraag: hoe lang duurt de reis van Utrecht naar Amsterdam is “rekenkundig” minder interessant dan de vraag: Ik ben op school en kan ik binnen een uur ook in de Bijenkorf in Amsterdam zijn? Gecijferdheidsvragen gaan uit van de realiteit en proberen die rekenkundig te onderzoeken.
Marjolein liet ook zien hoe je met foto’s aan de slag kunt gaan (bijvoorbeeld foto van kleinste man ter wereld die tussen de benen van een vrouw staat; blijkt die vrouw de vrouw met de langste benen ter wereld te zijn).
Bracht mij op het idee om eens te kijken naar “wiskundige” termen op internet. Ik begon met “lengte” in te typen in Google. Kreeg ik toch niet direct de resultaten waar ik op zat te wachten…
Leuker wordt het als je bij Google Afbeeldingen “grootste” intypt.
Zo kom je direct te weten dat Gibson de grootste hond ter wereld is met een schofthoogte van 107 centimeter. Is de vraag natuurlijk hoe groot hij is als hij op zijn achterpoten gaat staan.
Zoek je op kleinste man ter wereld dan krijg je ook mooie resultaten.
Zo zijn er natuurlijk nog veel meer grootte- en hoogte- diepte- zwaarte-lichtste- snelste- langzaamste records die je op internet kunt vinden.
Tot slot nog een vraag, waar je ook een tikkeltje mediawijs voor moet zijn:
Hoe groot moet het aquarium zijn voor de grootste vis ter wereld?
Gisteren heb ik op het Oranje Nassau College in Zoetermeer een presentatie gegeven aan docenten over social media. Die presentatie zie je hier onder.
Ik moet zeggen dat ik zelf maar matig tevreden was over de bijeenkomst. Het onderwerp social media is zo breed dat uitleg geven over het onstaan en een overzicht geven van de mogelijkheden al snel leidt tot een opsomming van verschillende diensten. Analyse van mijzelf achteraf was dat ik het onderwerp veel sterker had kunnen linken naar mediawijsheid (waaronder informatievaardigheden) omdat dit een logisch gevolg is voor het onderwijs. Voelde me achteraf dus op het verkeerde been gezet (door mijzelf).
In de tijd dat we praten over web 2.0, 3.0 en 4.0 is het volgens mij goed om eens te kijken naar web 0.0. Oftewel het offline web waarin we voor de tijd van internet leefden. En eens te kijken hoe social media zich in die tijd gedroegen. Niet dat het niet goed zou gaan met alle ontwikkelingen tot nu toe maar gewoon om nog eens op een rijtje te zetten hoe zaken zich hebben ontwikkeld. Hieronder een opzetje.
In verschillende presentaties wordt gesproken over de overgang van web 1.0 naar web 2.0. Daarbij wordt dan aangegeven dat bij web 1.0 informatie online komt en dat bij web 2.0 personen online komen. Een mooie samenvatting van veel ontwikkelingen die hier onder vallen, vind ik. Web 3.0 heeft als kenmerk dan dat zaken beter op elkaar worden afgestemd en bij web 4.0 is het zover dat het internet met ons mee kan denken.
Maar hoe ziet dan web 0.0 eruit? en van welke social media maakten we toen gebruik? Web 0.0 heeft volgens mij als kenmerk dat het van fysieke lokale netwerken gebruik maakt, die plaats en tijd afhankelijk zijn. In het netwerk zijn plaatsen en personen belangrijk. Plaatsen waar personen elkaar kunnen ontmoeten, ontspannen, werken en waar ze informatie kunnen halen.
Kenmerkende plaatsen voor ontmoeting zijn de straat, het café, de speeltuin, het park, thuis bij jezelf of bij vrienden. Kenmerkende plaatsen voor ontspanning zijn de discotheek, het theater en de bioscoop. Kenmerkende plaatsen voor werken zijn winkels, fabrieken en kantoren. Kenmerkende plaatsen van informatie zijn scholen en bibliotheken.
Op die verschillende plaatsen in het web 0.0 maken mensen gebruik van verschillende (social) media. Media die het mogelijk maken om te ontmoeten, ontspannen, werken en informatie ophalen. Meest gebruikte waarschijnlijk is de directe communicatie door middel van spraak waarbij twee of meer personen zich in dezelfde ruimte bevinden en door middel van hun stem ideeën, standpunten, meningen, gedachten enzovoort uit wisselen. Een ander veel gebruikt medium is schrift en beeld. Door middel van geschreven teksten, pictogrammen, foto’s, video’s wordt een boodschap overgedragen aan de ander. Een voorbeeld hiervan in de bibliotheek zijn de kaarten op de kop van de boekenrekken waarop staat welke boeken in het rek te vinden zijn. Een handig sorteermiddel waarmee je snel je weg vindt in de wereld van web 0.0.
Speciale aandacht in de web 0.0 wereld is er voor de jongeren. Zeker op het moment dat ze overlast veroorzaken op het moment dat ze zich vervelen (de zogenaamde hangjongeren). Ze nemen de openbare ruimte dan in beslag op een manier die afwijkt van hoe volwassenen dat doen…
Volgens mij valt er nog wel meer te schrijven over web 0.0 en de sociale media die we in die tijd gebruikten. Ben benieuwd hoe anderen hier over denken.
Prezi leent zich goed om relaties tussen delen en gehelen uit te leggen, bedacht ik een tijdje geleden. Als voorbeeld hiervan heb ik op een eenvoudige manier de waterkringloop in beeld gebracht.
Het is een eenvoudig voorbeeld waarbij de tekst enigszins grofkorrelig in beeld komt maar het idee is volgens mij wel duidelijk. Heeft anders nog ideeën voor het in beeld brengen op deze manier van deel-geheel relaties?