Gerard Dummer

Alles over Onderwijs en ICT.

Browsing Posts published in oktober, 2009

Vandaag heb ik, op uitnodiging van een oud-student en nu leerkracht op de Aboe Da’oedschool in Utrecht een inleidende les gehouden over WikiKids. Dat was erg leuk om te doen, moet ik zeggen. Het was voor mij alweer een tijdje geleden dat ik aan een basisschoolklas heb lesgegeven. Maar ik vond het nog steeds leuk om te doen.
Dit was een inleidende les over WikiKids. In de komende weken gaan de kinderen onder leiding van hun juf hier verder mee aan de slag. Omdat het een inleidende les was heb ik vooral iets over de achtergrond van WikiKids verteld: wat is het, hoe kun je mee helpen, wat het verschil is tussen feiten en meningen, hoe weet je of feiten wel of niet kloppen en wat is auteursrecht. Aan het eind hebben we natuurlijk ook alvast samen een artikel geschreven over de school. Daarna zijn de kinderen met de juf verder aan de slag gegaan met het aanmaken van een gebruikersnaam en wachtwoord.
In de komende weken zullen ze er artikelen van hen verschijnen op WikiKids. Ik ben benieuwd hoe ze dat vergaat.

Op Hogeschool Domstad zijn we vanuit de kenniskring Kantelende Kennis bezig met onderzoek naar de leerbehoefte van studenten en het onderwerp feedback. Mijn collega’s spelen een belangrijke rol hierin. Zij gaan met hun SLB-studenten (StudieLoopBaan) een deel van het onderzoek uitvoeren. Omdat ik niet alle SLB-ers apart kan voorlichten heb ik een uitgebreide PowerPoint voor hen gemaakt. Omdat ik van twee collega’s vandaag begreep dat het nog niet helemaal duidelijk was heb ik van de PowerPoint nog een keer een Voicethread gemaakt zodat ik kan toelichten wat er bij elke dia belangrijk is en wat niet. Het resultaat zie je hieronder.

De derde gadget die ik mag testen in het kader van Mobiele Gadgets van SURFnet (SURFnet-Kennisnet Innovatieprogramma) is de iRex Digital Reader 1000S. De iRex is een ereader. Een ereader is een kleine platte computer waarop je boeken kunt lezen zonder vermoeide ogen te krijgen zoals dat op een gewoon computerbeeldscherm na een tijdje wel gebeurt.


15-10-2009

Eerste indruk
Mijn eerste indruk was: wat een fijne gadget is dit zeg. De teksten die je er op tevoorschijn tovert lijken er op gegrift te staan alsof ze er voor altijd op zullen blijven staan. Totdat je het beeldscherm weer ververst en een nieuwe pagina in beeld komt.

Ik heb verschillende collega’s de ereader laten zien. Een collega zei: “is die nep?”. Het is inderdaad heel anders dan een gewoon computerscherm en als je het de eerste keer ziet geloof je gewoon je ogen niet.
Een andere collega (met een iPhone) vroeg: kun je ook zo inzoomen (waarbij hij de slidebeweging met twee vingers maakte op het scherm waarmee je op de iPhone kunt inzoomen). Dat kan niet. Voor inzoomen moet je eerst het menu openen en de optie inzoomen selecteren.

15-10-2009

Nog weer een andere collega zei: kun je er ook lekker in bladeren? En ezelsoren in maken zodat je ziet waar je gebleven bent? Bladeren kun je er wel in. Aan weerzijden zitten knoppen waarmee je voor en achteruit bladert. In scherm zie je onder in beeld een balk waarop de eerste bladzijde staat aangegeven en de laatste bladzijde. En als je halverwege een boek bent zie je behalve de pagina die je leest ook knopjes naar de bladzijden ervoor en erachter.
Een ezelsoor maken zal niet lukken (behalve als je het breekt) maar je kunt wel een bladwijzer achterlaten zodat je weet waar je gebleven bent.

Kun je er ook aantekeningen in maken?, vroeg een student mij, met het oog op het studeren. Dat kan inderdaad. De iRex heeft een pennetje erbij (techniek van Wacom) waarmee je aantekeningen kunt maken. Als je een document afsluit blijven de aantekeningen ook bewaakt.

15-10-2009

Zelf, midden in een verhuizing, dacht: dit zou handig zijn: al mijn boeken op een ereader. Dat had aardig wat boekendozen gescheeld om te sjouwen. Dacht tegelijkertijd ook: maar boeken zien er toch ook wel heel mooi uit om direct te vervangen door één grijze ereader.

21-10-2009

Gebruiksgemak
De iRex is een eenvoudig te bedienen apparaat. Met de knoppen die er opzitten kun je vooruit en achteruit bladeren en de iRex aan en uit zetten. Wil je meer dan open je het menu via het scherm. Via het menu open je de opgeslagen boeken, heb je de mogelijkheid om in en uit te zoomen, een andere manier van bladeren te selecteren, de schermweergave aan te passen en boeken weer te sluiten.
Ik heb wel het idee dat de iRex nog echt een product is dat volop in ontwikkeling is. Als het gaat over eyecandy op het gebied van computericons dan kan er nog veel geleerd worden van de GUI van Apple en Windows. Wat dat betreft lijkt de iRex op interfaces die we zo’n 20 jaar geleden gewend waren van de gewone desktopcomputers.

Gebruiksgemak hangt verder natuurlijk samen met de titels die geschikt zijn om op de iRex te lezen. Wat dat betreft moet een document in het formaat pdf, txt en html (voor eenvoudige websites), jpeg, png, gif, tiff en bmp voor afbeeldingen en het boekenformaat Mobipocket.

De mogelijkheden voor het onderwijs

Wanneer vind ik een ereader waardevol voor het onderwijs zodat het gebruikt kan worden door leerlingen? Als leerlingen er educatieve boeken op kunnen lezen op minimaal dezelfde kwaliteit als de gewone gedrukte educatieve boeken. Opvallendste kenmerken (wat mij betreft) van deze boeken zijn:

  • Kleurrijke combinatie tekst en afbeeldingen (nog niet het geval)
  • Snel kunnen bladeren om overzicht te krijgen (redelijk mogelijk)
  • Mogelijkheid om aantekeningen te kunnen maken (redelijk mogelijk)

Aangezien het om een digitaal product gaat verwacht ik ook vanuit die invalshoek het een en ander. Zeker gezien de ontwikkelingen rondom digitaal leermateriaal. Minimaal verwacht ik:

  • Video voor extra instructie (niet mogelijk)
  • Interactieve verwerkingsopdrachten en toetsen (niet mogelijk)
  • Zoekfunctionaliteit (redelijk mogelijk)

Kun je het dan misschien gebruiken ter vervanging van de schoolbibliotheek? Lekker lezen met een ereader op schoot in de leeshoek? Bij de meeste kinderboeken die geschikt zijn voor kinderen van een jaar of 8 à 9 als de afbeeldingen niet meer overheersend zijn, zal dat kunnen. Het zal wel effect hebben op het leesonderwijs. Zomaar de voorkant en achterkant van een boek bekijken om te kijken waar het over gaat is er dan niet meer bij. Misschien komt er in de klas dan wel een oplaadpunt met een informatiedisplay om je boek uit te kiezen. Waar je even door de catalogus kunt bladeren om de voor en achterkanten te bestuderen even de eerste bladzijde te lezen zodat je daarna kunt kiezen om het boek op je eigen ereader te zetten of niet.

Compatibel met andere apparaten
Via een mini usb-aansluiting is het gemakkelijk op de computer aan te sluiten om meer boeken te downloaden. Ook is het mogelijk om een extra geheugenkaartje in de eareader te stoppen.

Minpunten
Uitgebreide educatieve mogelijkheden zijn nog niet aanwezig. Tot nu toe vooral geschikt om teksten te lezen. En boeken zijn natuurlijk allang niet meer alleen maar tekst.

Pluspunten
Deze manier van lezen van een computerscherm is erg prettig. Een genot voor de ogen.

Eindconclusie
Zodra uitgeverijen kinderboeken voor de doelgroep gaan uitgeven op de ereader is het voor het basisonderwijs zeker de moeite waard om ereaders (waaronder de iRex) aan te schaffen. Daarna zal het voor het basisonderwijs pas interessant worden als de ereader ook in kleur werkt.

De afgelopen weken waren we er al mee bezig maar dit weekend is het dan echt gebeurd: we zijn verhuisd en wonen nu samen in Utrecht. Mooi in het hartje van de stad met uitzicht op de Oude Gracht.
Verhuizen betekent alles overzetten naar het nieuwe adres. Ik heb alles op een rijtje gezet en zag dat ik voor zo’n 20 instanties mijn adreswijziging moest doorgeven.
Ook mijn telefoon, televisie en internet moesten verhuisd worden natuurlijk. Ik was erg benieuwd of dat goed zou gaan. Mijn telefoon heb ik bij KPN, mijn televisie bij Ziggo en mijn Internet bij Online. Van te voren was ik al door collega’s gewaarschuwd dat dit nogal wat voeten in de aarde zou kunnen hebben. Het eerste dat van deze drie werkte was de televisie. Mijn telefoon gaf echter geen signaal. En daardoor mijn internet ook niet. Daarom vandaag maar KPN gebeld. Dezelfde dag zouden ze nog een monteur sturen. En die kwam. De monteur controleerde de lijn en verhielp direct een probleem met een verkeerde aansluiting. Daarna werkte de telefoon en als gevolg daarvan ook het internet (zie hier het resultaat).

Door deze verhuizing werd ik me er van bewust dat het meest flexibele en mobiele medium de radio is. Daarvoor heb ik geen bedrijf hoeven bellen dat ik zou verhuizen en hoefde ik alleen maar de stekker in het stopcontact te steken. Ik dacht ook: als alles nou net zo makkelijk zou meeverhuizen als de radio…hoeveel jaar verder zouden we dan zijn?

Ik was trouwens van plan om een alles in één pakket van KPN te nemen (bellen, internet en televisie). Maar de dame bij de helpdesk van KPN raadde me dat af. Alleen eerst het bestaande pakket verhuizen zou al uitdagend genoeg zijn. Nu die hobbel achter de rug is, kan ik over dat nieuwe pakket nog even weer nadenken.

Elke maand mag ik een artikel schrijven over ICT in het blad JSW. Voor de maand oktober schrijf ik hier over Google Alert, de mogelijkheden van de webquest, de website Masterplandyslexie, een kijkwijzer voor het digibord en augmented reality.

Van Kennisnet ontving ik het volgende persbericht over auteursrecht en digitaal leermateriaal:

Heldere richtlijnen moeten leiden tot een bruikbaar aanbod

Is het werk dat ik maak als docent in loondienst van mijzelf of van mijn werkgever? Van wie is het leermateriaal dat ik maak in samenwerking met andere docenten ? Mag ik werk van anderen zonder toestemming gebruiken in mijn leermateriaal? Door de toename in het gebruik van nieuwe media worden auteursrechtelijke vraagstukken steeds relevanter.

Steeds meer docenten zijn bezig met het arrangeren en ontwikkelen van hun eigen digitaal leermateriaal. De remixcultuur, waarbij dankzij internet gebruik kan worden gemaakt van andermans creaties, had reeds zijn intrede gemaakt in onderwijsland, maar neemt door de huidige ontwikkeling nieuwe dimensies aan.

Het is duidelijk dat auteursrechtelijke aspecten hierin een nog grotere rol gaan spelen. In dit kader heeft de stuurgroep van het programma Stimuleren Gebruik Digitaal Leermateriaal met daarin onder andere de educatieve uitgeverijen en de onderwijsraden, een verkennend onderzoek laten uitvoeren door het Instituut voor Informatierecht. Hierin zijn de belangrijkste vraagstukken met betrekking tot de ontwikkeling van (open) leermiddelen beschreven.

Op de website http://digitaalleermateriaal.kennisnet.nl/auteursrechten is het rapport te lezen. Op basis van dit rapport is praktische informatie samengesteld voor zowel het management als docenten.
Met deze informatie hoopt de stuurgroep het onderwijs bewust te maken van relevante juridische aspecten en handreikingen te geven hoe hiermee om te gaan door bijvoorbeeld het gebruik van open contentlicenties.

Vorige week maandag, 5 oktober, was de laatste bijeenkomst van de serie Plug In, in het kader van de Studium Generale van de Universiteit Utrecht. Deze keer werd de lezing verzorgd door prof. dr. Pieter Winsemius. Een mooie afsluiting van de reeks. Hij begon zijn lezing met de uitspraak:

“de toekomst is niet wat het geweest is.”

Deze uitspraak vond ik zo sterk dat ik dacht: die kan hij nooit zelf bedacht hebben. Misschien stom dat te denken maar ik dacht: laat ik die uitspraak maar eens googlen. Eerst in het Nederlands. Maar de resultaten die ik daar vond, leken mij niet voldoende. Daarom maar eens vertaald in het Engels. Daarmee een nieuwe zoekactie uitgevoerd. Een van de hits was deze blog. Waarin ik las dat Thomas Friedman de Franse poeet Paul Valery citeert met:

“The trouble with our times is that the future is not what it used to be.”

Waarna ik verder zocht op Paul Valery. En via Wikipedia. Zag dat Paul Valery in het Frans schreef. En nu weer met een nieuwe zoekactie zag dat “the future” in het Frans “l’avenir” is. En na deze zoekactie, deze, er uiteindelijk achterkom via deze zoekactie dat de quote oorsponkelijk luidde:

Même l’avenir n’est plus ce qu’il était

Wat me nog niet duidelijk is, is in welke context Valery dit gezegd heeft. Misschien kan iemand me dat nog duidelijk maken.

Maar goed. Dat was slechts de eerste zin uit de lezing van Pieter Winsemius. Een groot deel van de lezing hing hij op aan de sociale binding. De voorbeelden die hij aanhaalde lagen voornamelijk buiten de ICT maar dit nam niet weg dat ik het erg interessant vond.

Bij sociale binding hield hij drie vormen aan waarop binding kan plaatsvinden:

  1. samenbinding
  2. bovenbinding
  3. tegenbinding

Samenbinding is de meest voorkomende vorm van binding. Het is de binding tussen gelijkgestemden. De binding is horizontaal en heeft geen specifiek doel op zich. Hij haalt hierbij onder andere Putman met zijn werk “bowling alone“. Onderstaande citaat komt van de website:

In a groundbreaking book based on vast new data, Putnam shows how we have become increasingly disconnected from family, friends, neighbors, and our democratic structures– and how we may reconnect.

Putnam warns that our stock of social capital – the very fabric of our connections with each other, has plummeted, impoverishing our lives and communities.

Bij de tweede vorm van binding gaat het over een vertikale binding. Hij noemt hierbij als voorbeelden de lokale katholieke kerk in relatie tot de Katholieke Kerk in Rome. Maar ook tussen de locale politieke partijen en de landelijke partijen. Doel van deze verticale binding is onder andere informatie geven, de burger betrekken.

Verticale binding werkt alleen als degene die onder aan staat, zich gehoord serieus genomen voelt. De burge wil ook alleen meewerken aan de vertikale binding als aan die voorwaarden is voldaan.

Winsemius verwees hierbij naar de Powerlaw waarbij weinig mensen over veel macht beschikken en veel over weinig macht.

De derde binding was dus de tegenbinding. De vraag hierbij is hoe je binding krijgt tussen verschillende groepen. Bij deze binding gelden informele regels. Hij geeft als voorbeelden dat er in de openbare ruimte vaak sprake is van informele regels. Hoe je door een druk station loopt wordt door de overheid niet geregeld maar gaat zelden mis. Ook een plekje zoeken op het strand regelt de overheid niet en gaat goed.

Winsemius geeft aan dat hij het belangrijk vindt dat je burgers mee verantwoordelijk moet maken. Hij haalt hierbij de Publieke zaak aan die in discussies gebruik maken van Synthetron. Een digitaal hulpmiddel om in grote groepen te reageren op stellingen en snel te komen tot gezamenlijke besluitvorming.

Deze week was ik aanwezig bij de eerste bijeenkomst van Kennisnet waarin wordt nagedacht over het ontwikkelen van een module over het ontwikkelen en arrangeren van digitaal leermateriaal. De module die we gaan ontwikkelen is bestemd voor de lerarenopleiding van het VO (LERO) en het basisonderwijs (PABO). En voor die laatste groep zit ik daar natuurlijk. In de groep hebben we nagedacht over de inhoud van de module. De eerste bijeenkomst was vooral een kennismakingsbijeenkomst met elkaar en een eerste verkenning wat we ons bij zo’n module precies voorstellen. We hebben verschillende beelden die leefden bij digitaal leermateriaal, ontwikkelen en arrangeren met elkaar uitgewisseld. We hebben vastgesteld dat het belangrijk is om eerst de doelen voor de module op een rijtje te zetten, het gebied goed af te bakenen (want er kan veel, maar is daar ook altijd ruimte voor) en begrippen helder te krijgen.

Gelukkig zijn er al veel documenten die ons op weg helpen om van de module een succes te maken. Op de website van Kennisnet over digitaal leermateriaal is al veel informatie te vinden. Die ga ik eerst maar eens napluizen en kijken welke doelen we daar uit kunnen halen.

Ik vind dit ook een mooie gelegenheid te kijken naar de overeenkomsten en verschillen tussen de ADEF-ICT-doelen en de ICT-competenties zoals we die hebben opgesteld voor de Pabo-studenten.

Wordt vervolgd.

De afgelopen week heeft mijn collega van Hogeschool Domstad, Jan Bulsink, een aantal interessante posts geschreven over de netwerklerende. Voor deze posts verwijst hij naar Wim Veen over de nieuwe lerende. en combineerde hij dat met input van Mitch Joel. De stappen zoals Jan ze benoemt bij de netwerklerende zijn:

Fase 1: Activering
Fase 2: Identificatie
Fase 3: Groepslid
Fase 4: Profilering binnen de groep
Fase 5: Entiteit

Aangezien Jan op Hogeschool Domstad tegenover mij zit, hadden we deze week over de posts die hij had geschreven. Vond het erg leuk om een bloggende collega te hebben. Daarin hebben we het onderwerp verder verkend. We keken op welke manier deze fasen ook voor het (basis)onderwijs van toepassing zouden zijn. Kun je het met kinderen ook hebben over de netwerklerende? In eerste instantie leek me dit namelijk nogal te ver van de basisschool afstaan. Maar toen moest ik denken aan het onderwerp mediawijsheid. En daarmee kun je de fasen heel mooi invullen met de volgende vragen:

Fase 1: Wat doe je op Internet?
Fase 2: Wat vind je daar precies leuk aan?
Fase 3: Hoe gedraag je je op internet?
Fase 4: Wat vertelt dat over jou?
Fase 5: Hoe ga je nu verder? Verander je iets of laat je zoals het is?

Die opdracht moeten we maar eens aan onze studenten geven. Om zelf te beantwoorden en om met leerlingen van de basisschool aan de slag te gaan. En het is misschien ook goed om die vraag eens aan onszelf voor te leggen. Heb zoiets al een keer gedaan maar nog niet via deze ordening.

Vandaag heb ik aan een groep van zo’n 20 KNAG-ers een workshop mogen verzorgen over de mogelijkheden van Google Earth in het onderwijs. Ik moet zeggen dat ik dat erg leuk vond om te doen. Ik had jammer genoeg maar anderhalf uur maar heb toch de verschillende mogelijkheden in vogelvlucht kunnen laten zien en hen ook nog actief aan het werk kunnen zetten met het maken van een eigen tour.

Bij het samenstellen van mijn workshop heb ik deze keer uitgebreid gebruik gemaakt van mijn delicious-links over google earth. Ik zat voor mezelf zo te bedenken dat ik daarmee ook werk volgens een aantal niveaus van de digitale taxonomie van Bloom (zoals ik die hier in een les beschrijf). Grappig om dat bij mijzelf te herkennen.