Gerard Dummer

Alles over Onderwijs en ICT.

Browsing Posts tagged kennisnet

Afgelopen woensdag was ik, samen met zo’n 700 anderen, aanwezig bij de onderzoeksconferentie van Kennisnet en NRO in Amersfoort om op de hoogte te raken van de nieuwste inzichten van ICT in het onderwijs. In de ochtend waren 8 korte presentaties gepland, daarna volgde een blok met wat langere presentaties rondom een thema, na de lunch herhaalde zich dit nog een keer en er werd afgesloten met een keynote.

De Pitches
In de ochtend waren 8 pitches gepland. Zeven gingen er door. Die waren allemaal zeer de moeite waard vond ik. Zo presenteerde Saskia-Brand Gruwel het rapport over Effecten van programmeeronderwijs op computational thinking. Kortst mogelijke conclusie is dat er nog meer onderzocht moet worden om duidelijke uitspraken te doen. Wel wijst het erop dat er positieve verbanden gevonden worden.

 

Het rapport zelf biedt nog veel meer inzichten. Meest interessante van dat rapport vond ik het artikel van Zhong. Waarin ze aangeven wat voor soort taken je leerlingen zou kunnen geven. Kern daarbij is voor mij dat je leerlingen niet altijd helemaal vanaf scratch hoeft te laten beginnen.

schermafbeelding-2017-06-29-om-08-33-05

schermafbeelding-2017-06-29-om-08-34-52

Robin de Lange ging in op zijn onderzoek rondom VR en AR.

 

Of het effectief leermiddel is, is nog niet duidelijk. Wel ziet De Lange verschillende meerwaardes. Het kan bijvoorbeeld context bieden voor de lesstof, het kan nieuwe tools mogelijk maken, het kan 3D-onderwerpen natuurlijker laten onderwijzen en het kan abstracte onderwerpen intuïtiever maken. Een voorbeeld van zo’n nieuwe tool is de tiltbrush:


Frank Huysmans ging in op het thuisgebruik van media door jongeren.

 

Mooi om te zien wat jongeren liever digitaal doen (bijvoorbeeld informatie zoeken) en liever op papier (bijvoorbeeld langere stukken tekst lezen). Het hele rapport verschijnt pas in september.

Maaike Heitink vertelde over de tool die ze gemaakt hebben om digitale informatievaardigheden te meten. Een tool die aansluit bij de werkelijke handelingen die een leerling moet doen en niet op papier de vaardigheden probeert te meten.

 

Regina van den Eijnden ging in op de vraag wat de impact is van smartphone- sociale mediagebruik op schoolprestaties.

 

Het ging daarbij vooral over de vraag wat er gebeurt als jongeren dit bij zich hebben als ze er geen gebruik van zouden moeten maken.

 

Dan heeft het een negatief effect. Tja, lijkt me logisch. De grafiek vind ik trouwens een schoolvoorbeeld van een verwarrende grafiek.

Veronique van der Perk vertelde over de mogelijkheden van de Kennisrotonde. Waarbij ze onder andere voorbeelden aanhaalde over de waarde van leren schrijven op papier en de wanneer typen juist handig kan zijn.

Alfons ten Brummelhuis sloot dit blok af met een presentatie van de Vier in Balans aan de hand van een vertelplaat. Leuke vorm om verschillende aspecten te behandelen.

 

Alfons sprak daarbij over een kopgroep, peloton en staartgroep in het ICT-gebruik. schermafbeelding-2017-06-29-om-08-58-17

Meest gebruikte toepassing is het digibord (door alle groepen), zelf ontwikkeld digitaal leermateriaal beschikbaar stellen aan leerlingen zit ergens halverwege in het gebruik. En leerlingen leren programmeren of coderen sluit het rijtje af. Niet verwonderlijk denk ik aangezien het digibord zo’n beetje in elk lokaal hangt en programmeren net een opkomend fenomeen is.

Thema’s

In de ochtend en in de middag stonden themasessies gepland. Dat wil zeggen wat langere sessies over een onderwerp. In de ochtend was dit het thema Multimediaal leren en in de middag het thema toetsen.

Multimediaal leren.
In de ochtend werd vanuit vier onderzoeken het thema multimediaal leermateriaal belicht. Jeanet Bus lichtte samen met Christiaan Coenraads onderzoek toe op het gebied van levende prentenboeken. Elk jaar horen we hier wel iets over (en de voortgang vind ik leuk om te horen). Nu werd onderzocht of het uitmaakte of je als kind zelf het tempo van het verhaal kon bepalen door gebruik te maken van een voor- en achteruit knop. Elke keer blijkt dat effecten bij kinderen die een taalachterstand hebben groter zijn. Goed dus om voor die doelgroep dit soort boeken in te zetten. Anouk Wezendonk-Brouwer, masterstudent aan de Universiteit Utrecht, lichtte haar onderzoek toe waarin duidelijk werd dat levende prentenboeken effectiever zijn voor NT2-leerlingen als ze het levende prentenboek eerst in de eigen moedertaal bekijken en daarna pas in het Nederlands.

Vincent Hoogerheide lichtte het onderzoek toe dat hij doet naar het leren van videobeelden. En daarbij dan vooral hoe je effectieve video’s om te leren maakt.

Zichtbaarheid en sekse in een video maakt niet zo veel uit. Wel of het een jongere of oudere persoon is. Een volwassen model leidt tot hogere opbrengsten dan leeftijdsmodel.

Andere leuke uitkomsten waren dat het perspectief uitmaakt. Eerste persoonsperspectief is handiger dan derde persoonsperspectief. Ook als je zelf op video iets moet uitleggen levert dit hogere leeropbrengsten op dan als je het alleen uitlegt op papier.

Jeroen Merriënboer vatte alle onderzoeken mooi samen door het op te hangen aan de kapstokken presenteren, oefenen feedback. Zelf gaf hij verschillende voorbeelden waarin multimedia een rol speelde. Zoals de medische simulatie ABCDESIM.

Toetsen in het onderwijs
Na de lunch volgde het thema Toetsen in het onderwijs. Dat thema was flink wat taaier en sloot naar mijn idee niet zo goed aan op de opzet van de dag, namelijk: actueel onderzoek belichten waaruit lessen getrokken kunnen worden die je de volgende dag direct zou kunnen toepassen.

Het thema werd afgetrapt door Jaap Scheerens die inging op de vraag welke rol toetsen hebben bij de opbrengsten van het onderwijs.

De conclusies:

Belangrijkste conclusie naar mijn idee was dat examens een positief effect hebben op prestatie motivatie.

Marinka Drost presenteerde de online omgeving rtti-online. RTTI-online omschrijft zichzelf als:

hét overkoepelende digitale methode-onafhankelijke dashboard dat de ontwikkeling van de leerling over de vakken en methodes heen samenbrengt en stimuleert, met of zonder cijfers. Feedback op maat voor de leerling, docent, vakgroepleider, teamleider en schoolleider. Genereer met één druk op de knop een mentor-, vak- en vergaderoverzicht ter ondersteuning van effectieve leerlingbesprekingen, vakgroepoverleg, rapportvergaderingen en mentorgesprekken. Aantoonbaar ontwikkelingsgericht werken met direct optimaal effect op de ontwikkeling van de leerling.

Er wordt inzicht geboden in het type feedback dat voor een leerling noodzakelijk is. Afhankelijk van hoe gescoord wordt op RTTI: Reproductie van kennis, Toepassen van kennis in een vertrouwde context, Toepassen van kennis in een nieuwe context en Inzicht en Innovatie.

Een interessante tool denk ik. Wel een wat pittige presentatie.

Theo Eggen en Anton Béguin gingen in op het fenomeen multi segment adaptief toetsen (voorbeelden hiervan zijn de Wiscat toets voor Pabo-studenten, een adaptieve centrale eindtoets en een toets van CITO over spelling).

Ook benoemden ze kort de tool groeimeter.

Met Groeimeter zie je snel welke leerdoelen je leerlingen beheersen én selecteer je makkelijk aan welke doelen ze mogen werken. Leerlingen werken aan de leerdoelen en bepalen zelf wanneer zij klaar zijn om hun kennis en vaardigheden te demonstreren. Dit doen ze door een opdracht te maken; bijvoorbeeld een gesprek voeren, een tekening maken of het beantwoorden van zeven vragen online. Na afloop kunnen ze checken of ze het juiste antwoord hebben gegeven. Ze zien dan ook direct dat ze zijn gegroeid en wat hun volgende leerdoel is.

Ook deze presentatie vond ik niet helemaal aansluiten bij de opzet van de dag. Wat mij betreft hadden ze meer over de groeimeter mogen zeggen.

Keynote
Op het programma stond Patty Valkenburg. Maar die was helaas door omstandigheden verhinderd. Ze werd vervangen door Van Geest. Van Geest sprak over Singularity University en zijn betrokkenheid bij de Nederlandse variant.

SingularityU The Netherlands consists of the Dutch Alumni of Singularity University, a benefit corporation committed to creating positive and sustainable global impact. We create programs to give people the tools and guidance to understand and apply cutting-edge technologies. This enables them to reimagine and reinvent their industries, companies, careers and lives.

What Is SU? from Singularity University on Vimeo.

Een interessante club die onder andere de Global Grand Challenges stelt.

Conclusie
Er was een groot verschil tussen het ochtend en middagprogramma. In de ochtend waren de pitches daarna kwamen de langere thema’s. Ik hoorde verschillende mensen aangeven dat ze de pitches het interessants vonden (sluit me hierbij aan). Zeker als het draaide om actueel onderzoek. Het toetsdeel sloot naar mijn idee niet zo goed aan. Jammer want dat is zeker ook belangrijk. Maar misschien had dat onderdeel beter ook in de vorm van actuele onderzoekspitches kunnen plaatsvinden. Nu voelde ik me beland in de banken van de studie onderwijskunde (heel interessant maar voor die dag niet zo goed passend).

Boeken bestaan inmiddels vijftig jaar. Tijd voor een overzichtsartikel met speciale aandacht voor boeken in het onderwijs. Waarom gebruiken nog niet alle leraren vanzelfsprekend boeken? En hoe kan hier verandering in komen? In dit artikel komt het allemaal aan bod. Plus een verklarende woordenlijst waarin je te weten komt wat het verschil is tussen bookies en nookies.

Boeken in de Wereld Om Ons Heen

Kennisnet heeft een nieuw rapport uitgebracht met de bekwaamheidseisen voor ICT. Een vervolg in de ontwikkelingen rondom de vraag: wat moet een leraar weten, kunnen en willen rondom het gebruik van ICT. Het uitgangspunt van de bekwaamheidseisen is dat een vakbekwame leraar moet weten hoe je ICT effectief in kan zetten. Die effectiviteit is gebaseerd op onderzoek. Het is een generieke set voor PO, VO en MBO. Het sluit ook aan bij de ontwikkelingen rondom de Onderwijscoöperatie.
Mijn gevoelens bij de set zijn verdeeld. Enerzijds teleurstelling omdat we nu zijn uitgegaan van de Kennisbasis ICT van ADEF. Die zag ik als een goede opvolger van de Pabotool. Anderzijds blijdschap omdat er een set is ontwikkeld die sectoroverstijgend is en daarmee zorgt voor een sterkere basis om verder uit te ontwikkelen.

Kerntaken in de bekwaamheidseisen ICT zijn:

Kerntaak 1
De leraar integreert ict hulpmiddelen in zijn onderwijs. Hij laat zijn leerlingen leren m.b.v. ict hulpmiddelen op zodanige wijze dat zij beter presteren dan bij gebruik van andere hulpmiddelen. Hij is daarbij in staat om:
a. de verbinding te leggen tussen leerdoelen en ict hulpmiddelen
b. uit te leggen welke meerwaarde ict heeft in het uitvoeren van zijn taak

Kerntaak 2
De leraar maakt gebruik van aan de schoolcontext gebonden ICT systemen voor het communiceren met leerlingen, ouders en collega’s en voor het verantwoorden van zijn eigen handelen. Hij is daarbij in staat om:
a. administratieve zaken digitaal vast te leggen en te beheren
b. digitaal te communiceren

Kerntaak 3
De leraar onderhoudt en ontwikkelt zijn eigen bekwaamheid met behulp van ict door:
a. Relevante digitale bronnen en platforms te vinden en te raadplegen
b. informatie en ervaringen via digitale platforms uit te wisselen

Ik vind het een mooie en ook spannende indeling. Hiermee komen zowel didactische, organisatorische als reflectieve en professionele competenties goed naar voren. De pedagogische competentie ontbreekt in dit rijtje nog. Die mag naar mijn idee echter niet ontbreken! Kennis hebben van de wereld waarin leerlingen opgroeien en hen hierin begeleiden vind ik een belangrijke competentie voor de leraar.
Ik vind het spannend omdat ik me afvraag op welke manier dit weer binnen het onderwijs geïntegreerd kan worden.

Hieronder kun je het hele rapport lezen.

ICT Bekwaamheid Leraren v1.0

OWD 2011

1 comment

In deze post beschrijf ik mijn bevindingen van de Onderwijsdagen 2011, georganiseerd door SURF en Kennisnet. Ik zal daarbij de volgende onderwerpen bij langs lopen: de app, het edubloggerdiner, de opzet van het programma, dag 1, dag 2 en twittergebruik.

De app
Dit jaar kon je voor het eerst gebruik maken van een app op je mobiele telefoon om te kijken wat je te wachten staat. Ingangen zijn: het programma, keynotes ne thema’s. Verder wordt uitgelegd wat je op het netwerkplein kunt vinden, krijg je informatie over de onderwijsdagen in het algemeen, blijf je op de hoogte van de laatste nieuwtjes en zie je een lijst van deelnemers. Ook kon je met behulp van de app gebruik maken van een zogenaamde Friend Locator.
Het idee van de app vind ik een prachtig vernieuwende manier om de Onderwijsdagen nog toegankelijker te maken. SURF en Kennisnet zijn met hun tijd meegegaan door het aanbieden van deze app. Over de meeste onderdelen ben ik dan ook erg tevreden. Bijvoorbeeld de Alerts die je krijgt op het moment dat er iets verandert in het programma. Ook het bekijken van de deelnemerslijst is op een handige manier gedaan.
Het onderdeel Friend Locator kwam naar mijn idee niet goed uit de verf. Ik vind het voor deze paar dagen te omslachtig om hier gebruik van te maken. Beter was het geweest om, a la Facebook, iedereen standaard aangemeld te laten zijn bij Friend Locator. Wil je er geen gebruik van maken dan geef je dit aan. Verder kan Friend Locator tot op dertig meter nauwkeurig iemand lokaliseren. Niet echt heel precies als je in een gebouw bent.
Een ander minpunt van de app, die anderen volgens mij ook al naar voren hebben gebracht, is dat je er niet je programma op samen kunt stellen. Dat was voor mij in eerste instantie de reden om de app te downloaden. Ik vond het daarom ook jammer te ontdekken dat die functionaliteit niet aanwezig was.
Volgend jaar moet de organisatie dus zeker weer een app gaan uitbrengen. Misschien dat ze er dan FourSquare in kunnen integreren.

Het edubloggerdiner
Al voor de achtste keer gaat het Edublog/ Edubloggerdiner vooraf aan de onderwijsdagen. Het is een evenement waar ik graag bij ben. De mensen die er komen zijn op een innovatieve manier met ICT en onderwijs bezig en is dus een inspirerende groep. Vanaf 2006 ben ik er bij aanwezig geweest. Het is leuk om tijdens het diner een vaste groep bekenden tegen te komen. Nog leuker is het om ook steeds weer nieuwe gezichten te zien. Sinds 2008 kun je je aanmelden via deze wiki. Een paar cijfers op basis van deze wiki:

Weet je de ontbrekende cijfers dan kun je die zelf aanvullen.

De opzet van het programma
Een paar dingen waren opvallend aan de opzet van het programma. Belangrijkste die er voor mij uitspringen waren de publieke stemming en de Silent Speeches. Iedereen kon zich van te voren inschrijven om een eigen presentatie te komen verzorgen op De Onderwijsdagen. Er was dit jaar nog meer plek hiervoor dan in voorgaande jaren. Zo kun je als deelnemer invloed uitoefenen op de inhoud van de onderwijsdagen. Een mooi initiatief. De Onderwijsdagen krijgen zo kenmerken van een unconference. Dit zou je naar mijn idee nog meer kunnen doorzetten door ook vormen op De Onderwijsdagen zelf te kiezen die hierbij passen zoals een TeachMeet.
De Silent Speeches vond ik een creatieve vorm om ook tijdens de lunch informatie te verkrijgen. Ik heb er echter geen gebruik van gemaakt omdat ik liever met collega’s wilde spreken. En dan vormen de grote koptelefoons toch een behoorlijke barrière.
Verder zijn er een aantal zaken die voor De Onderwijsdagen al zo vanzelfsprekend zijn dat je vergeet dat ze bijzonder zijn: videoregistraties, twitterstream, weblog met gastbloggers en linkedIngroep. Andere (Nederlandse) congressen kunnen hier een voorbeeld aan nemen.

Dag 1
Ik zal per dag beschrijven wat me het meest is bijgebleven. Dus verwacht geen complete verslagen van de sessies. Wat ik belangrijk vond zal ik hier weergeven.

Keynote Erik Duval
In de keynote van Erik Duval spreekt hij onder andere over Open Content en Open Learning. Nu kende ik al wel het fenomeen Open Content maar Open Learning en de term MOOC was voor mij nieuw. MOOC staat voor Massive open online course. Een voorbeeld van een MOOC is Change. Opgezet door George Siemens, Stephen Downes, and Dave Cormier. Inmiddels werken hier meer dan 30 experts aan mee. Belangrijkste leeractiviteiten zijn: aggregate, remix, repurpose en feed forward. Een mooi initiatief om in de gaten te houden. Zouden we bijvoorbeeld in Nederland ook een MOOC kunnen opzetten?

Het belangrijkste onderdeel van de keynote van Erik Duval was het onderwerp Learning Analytics. Op basis van cijfers over het leergedrag van studenten bepalen wat handige vervolgstappen zijn. Learning Analytics vindt zijn inspiratie buiten het onderwijs in onder andere applicatie zoals RunKeeper waarmee je op basis van je hardloopprestaties feedback krijgt over het vervolg.
In het onderwijs zijn we op weg om op basis van deze techniek ook te gaan werken. Denk maar aan de leerlingvolgsystemen die nu al alle informatie netjes voor je kunnen verzamelen. Een volgende stap is dat ze ook suggesties doen voor het vervolg.



Weblecture in het MBO
De eerste presentatie die ik heb gevolgd was getiteld: Weblecture in het MBO. In deze presentatie werden zeven scenario’s gepresenteerd om met weblectures in het MBO aan de slag te gaan:

  1. uitleg basisbegrippen
  2. demonstratie
  3. intro project
  4. compacte les
  5. uitleg moeilijke opgave
  6. showcase
  7. live volgen lessen

Mooi om de mogelijkheden zo op een rijtje te zien. Mogelijkheid 7 werd voor het MBO minder geschikt geacht. In de presentatie werd regelmatig verwezen naar Collegerama van de TU Delft. In dit kader kan natuurlijk ook de website weblectures.nl niet ongenoemd blijven. Op de pagina Canon vind je een overzicht van de didactische mogelijkheden van weblectures.

Augmented Reality in the spotlights
Dit was de tweede sessie van deze dag voor mij. Er werden zeven manieren gepresenteerd voor augmented reality:

  1. Zichtbaar maken van informatie
  2. Zichtbaar maken van onderliggende structuren
  3. Storytelling/ Role Playing
  4. Ontdekkend leren
  5. 3D modelleren
  6. Gaming
  7. Marketing

Een voorbeeld dat ik nog niet kende was het programma Guubes. Hieronder zie je een video wat de mogelijkheden er van zijn:




Of je het hiermee ook al direct in het onderwijs kunt gebruiken vraag ik me af.

E-merge: Haal meer uit Osiris met E-coach!
Dit was de titel van de derde sessie. Op de hogeschool gebruiken we Osiris en zoeken we naar een manier om studenten goed te kunnen volgen en makkelijk over kunnen dragen aan een nieuwe SLB’er. De optie e-coach is dan een goede mogelijkheid.


Keynote Bas Haring
De afsluitende keynote van de eerste dag was van Bas Haring. Hij belichtte drie voorspellingen: er zou meer fragmentarisch leren plaats gaan vinden, delen van informatie zou ten koste gaan van creativiteit en ICT biedt goede mogelijkheden voor het doen van onderzoek door jonge mensen. De hele keynote is hier te bekijken.



Bij fragmentarisch leren moest ik denken aan informeel leren. In de stelling dat delen ten koste zou gaan van creativiteit kan ik me niet zo vinden.

Dag 2

De beste balans van Nederland
Op de tweede dag mocht ik, samen met Alfons ten Brummelhuis, Annette Kil en Paul Kirschner, zitting nemen in een panel in de sessie De beste balans van Nederland. In deze sessie presenteerden drie scholen hun vier in balans. Wij mochten hier verhelderende vragen stellen en hen feedback geven. Erg leuk om de verschillende scholen te horen en om hier feedback op te mogen geven.

Online modules voor ICT-docentprofessionalisering
In de sessie Online modules voor ICT-docentprofessionalisering werden de resultaten gepresenteerd vanuit het MarchET project. MarchET staat voor Make Relevant Choices in Educational Technology. Er zijn vier modules ontwikkeld: samen kennis opbouwen, kennis en inzicht peilen, begeleiden op afstand en onderwijstoepassingen web 2.0.

Keynote Hans Aarsman
Hans Aarsman is de Sherlock Holmes van de fotografie. Hij ziet foto’s als bewijsmateriaal dat je kunt bestuderen. En dat doet hij op een verrassende manier. Zoals anderen teksten bestuderen zo doet hij dat met foto’s.



ICT-organisatie van de Sterrenschool
De presentatie van de Sterrenschool vond ik inspirerend. De 5 sterren van de sterrenschool zijn:

  1. Het hele jaar open van 7 tot 7
  2. Kinderen leren in 1 klimaat
  3. Maatwerk voor ieder kind
  4. Nadruk op rekenen, taal en lezen
  5. Binding met de buurt

Maatwerk voor ieder kind noemen ze binnen de Sterrenschool een “gepersonaliseerde leerreis”. Vanuit ICT gezien draait het hierbij om vier kernen: digitale leeromgeving, informatieoverzicht, planning boekingssysteem en een administratief systeem voor individueel leersysteem.

Hieronder een filmpje van het concept:



ikkhan.nl
In deze laatste sessie stond de Khanacademy centraal en de Nederlandse variant in ontwikkeling hierop. Naar aanleiding daarvan zelf maar eens aan de slag gegaan met sommen op de Khanacademy zelf.

Het werkt verslavend. En houdt direct alle vorderingen bij. In het filmpje hieronder legt Khan zelf uit hoe het werkt.

Keynote Russell Prue
De afsluitende keynote werd gegeven door Russel Prue. Een druk mannetje dat op vermakelijke manier vertelt over nieuwe ontwikkelingen op het gebied van ICT en Onderwijs.




Twittergebruik
Dit jaar was ik voor het eerst in staat om met mijn mobiel op een eenvoudige manier te twitteren. Hieronder een paar statistieken van The Archivist

Top-gebruikers

Bronnen

En van Tweetstats.com komen de volgende plaatjes:

Tweettimeline

De Tweetcloud

Voor het septembernummer van SURF magazine mocht ik het artikel trendwatching schrijven. Hieronder zie je het artikel zoals opgenomen in het magazine. SURF magazine is trouwens gratis te bestellen op SURF Magazine.
Reacties op het artikel zijn natuurlijk van harte welkom.

SURF Magazine Trend Watching Dummer

Voor Kennisnet zou ik 21 juni een kleine toespraak houden voor de bijeenkomst van de 21learners. Door technische problemen liep het programma uit en is het er niet meer van gekomen. Het verhaal dat ik wilde vertellen staat hieronder.

21 Century Skills


Persbericht van Kennisnet:

Lef hebben, lief zijn en kunnen profileren belangrijke vaardigheden 21e eeuw

Kennisnet roept onderwijs op tot discussie over ‘21st century skills’

Zoetermeer, 9 juni 2011 – Kennisnet, het expertisecentrum voor onderwijs en ict, brengt in co-creatie met jongeren de 21st century skills en de betekenis daarvan voor het onderwijs in kaart. Welke vaardigheden hebben jongeren in de toekomst nodig om succesvol te zijn in de samenleving, hoe en waar moeten deze geleerd worden? Met deze inzichten wil Kennisnet het debat op gang brengen over de rol van het onderwijs bij het verwerven van deze vaardigheden.

Onze samenleving verandert voortdurend, onder meer door ingrijpende technologische ontwikkelingen. Dit vraagt om ander onderwijs, maar welke vaardigheden moeten er geleerd worden en hoe? De Universiteit Twente onderzocht in opdracht van Kennisnet internationale modellen van zogenaamde 21st century skills. Uit dit onderzoek blijkt dat deze modellen grotendeels dezelfde vaardigheden beschrijven:  samenwerking, communicatie, ict-geletterdheid, sociale/culturele vaardigheden, creativiteit, kritisch denken en probleemoplossende vaardigheden. “Door aan jongeren zelf te vragen hoe zij aankijken tegen de vaardigheden die ze nodig hebben om succesvol te kunnen zijn wil Kennisnet de discussie over 21st century skills in het onderwijs aanjagen. Omdat juist het onderwijs de basis moet leggen voor het succes van de Nederlandse economie en lerenden moet voorbereiden op hun en onze toekomst,” aldus Stephanie Ottenheijm, manager Innovatie bij Kennisnet.

Lef hebben, lief zijn en kunnen profileren
Tijdens de eerste bijeenkomst van de 21st century skills was de vraag aan de 21 Learners: Welke vaardigheden heb je nodig om in 21e eeuw succesvol te zijn? Lef hebben om je eigen pad te volgen, durven vragen en gebruik maken van netwerken zijn de belangrijkste vaardigheden volgens de jongeren. Opvallend genoeg behoort ook ‘lief zijn’ tot de benodigde vaardigheden. De groep vindt dat we socialer moeten worden in de omgang met elkaar. Daarnaast  vinden zij de kunst van het ‘profileren’ heel belangrijk. “Je bent zelf verantwoordelijk voor je succes. Alleen talent is niet voldoende. Als je jezelf niet goed neerzet, heb je daar niets aan.”

Dialoog
Het komende half jaar gaan de 21 Learners zowel fysiek als virtueel de dialoog aan met docenten, werkgevers, schoolleiders en beleidsmakers. Alles over het project 21st century skills is te volgen op de Kennisnet Innovatieportal.  Geïnteresseerde docenten en schoolleiders kunnen meepraten tijdens de Kennisnet Summerschool. De 21 Learners zijn ook te volgen via de Facebook-groep.

Vorige week donderdag 21 april 20111 was de Vlootschouw van Kennisnet. Tijdens de vlootschouw werden de onderzoeken gepresenteerd die Kennisnet heeft uitgezet. Het was een boeiende dag die prima was georganiseerd.

Opzet van de dag
Tijdens de vlootschouw kregen we in sneltreinvaart zo’n 25 presentaties van onderzoeken te zien. Steeds 5 minuten per presentatie. Daarmee kreeg je een goed overzicht van alle onderzoeken die er dit momenteel spelen.
Naast de presentaties kon je aanschuiven bij rondetafelgesprekken waar je dieper op één onderwerp dat gepresenteerd is kon ingaan. Galerijhouders presenteerden hun onderzoeken in standjes waar je kort in gesprek kon gaan over de opzet en vorderingen. Aan het eind van de dag hield lector Harry van Vliet een keynote (jammer genoeg te kort). De dag werd afgesloten met een debat met een aantal deskundigen.

Interactief
Behalve dat de keynote te kort was moet ik zeggen dat ik erg tevreden was over de opzet van de dag. Dit kwam onder meer door de goede leiding van Roderik van Grieken die als dagvoorzitter optrad en de zaal enthousiasmeerde voor elke spreker. De dag werd interactief door het gebruik van de stemkastjes (Turningpoint) die aan het begin van de dag werden uitgedeeld en waarmee je kon stemmen op de verschillende presentaties. Bij het stemmen liet je eerst weten tot welke doelgroep je behoorde en daarna over welke presentatie je de volgende dag aan collega’s iets zou vertellen. Dat zorgde ervoor dat je snel in beeld kon brengen welke doelgroep in welke presentatie vooral geïnteresseerd was. De zaal kon daarna vragen stellen aan de sprekers.

Presentaties
De dag werd geopend door Alfons ten Brummelhuis die een keynote hield met de titel “Wat werkt met ICT”. Hij stelde eerst de vraag of het relevant is om te weten wat werkt met ICT. Die vraag werd (gelukkig) met “ja” beantwoord. Daarvoor zijn onderwijskundige, maatschappelijke en economische redenen.

Onderwijskundig

Onderwijskundig is het goed om te weten wat werkt en wat niet werkt. De onderzoeken die gepresenteerd werden geven aan dat soms ICT wel een meerwaarde heeft, soms ICT geen verschil maakt en soms ICT zorgt voor verlaging van de leeropbrengst. Het doordacht in kunnen zetten van ICT is dus van belang, blijkt ook uit onderzoek. In de gevallen dat ICT een neutrale werking heeft, zorgt het wel voor meer variatie in werkvormen.

Maatschappelijk

Maatschappelijke redenen om onderzoek naar ICT te doen is dat kinderen digitaal geletterd moeten worden omdat je als niet digitaal geletterde buiten de samenleving komt te staan. Alfons maakte hierbij de vergelijking van de kleuter die een pen krijgt. Daarmee is die ook nog niet in staat om te schrijven. Datzelfde geldt voor ICT. Kinderen groeien op met ICT maar dat wil nog niet zeggen dat ze er altijd verstandig mee om kunnen gaan.

Economisch

Economische reden gaf Alfons aan dat als het opleidingsniveau stijgt het inkomensniveau ook stijgt. ICT kan hier een bijdrage aan leveren.

Verleiden via techniek of visie

De vier in balans is daarbij dan wel de bijsluiter om er voor te zorgen dat ICT op een doordachte manier wordt ingezet. Daarbij is lang de insteek geweest om via techniek mensen te verleiden. Nu is dat vooral via de visiekant. Verleiding via de techniekkant heeft vooral de voorlopers aangesproken maar de grote middengroep en achterblijvers willen weten of het werkt en wat niet werkt en moeten dus op een andere manier verleidt worden.

Kennispiramide

Tot slot liet Alfons de kennispiramide zien. Die loopt van Inspiratie (het idee dat het zou kunnen), Existentie (uitvoering er van in de praktijk), Perceptie (het lijkt te werken/ ervaren opbrengsten) naar Evidentie (het is onderzocht in de praktijk en het werkt/ er zijn gemeten opbrengsten).

Pitches

De pitches die zijn gepresenteerd waren, voor zover ik begreep, lopend onderzoek. Ik wil dan ook niet alle 25 pichtes hier aanhalen maar een paar die er voor mij uitsprongen en waar ik collega’s direct over kan vertellen.

Interactie

Sandra Koster (Vrije Universiteit Amsterdam) haalde in het pitch over “eerst visie, dan techniek: het digibord” Burns en Myhill (2004) aan die een artikel hebben gepubliceerd met de titel: Interactive or inactive? A consideration of the nature of interaction in whole class teaching. Daarin gaat het over de manier waarop interactie met de klas plaatsvindt door de leerkracht. In traditionele scholen is het de leerkracht die vooral de instructie geeft (ook aan het digibord) en die leerlingen uitnodigt om te reageren. In vernieuwende scholen zie je dat leerlingen juist meer presentatiemogelijkheden krijgen aan het digibord.

Outlinetools

Milou de Smet (Open Universiteit) deed verder onderzoek naar het gebruik van de outline tool zoals die in WORD aanwezig is. Uit het onderzoek blijkt dat het leerlingen helpt om beter te leren schrijven.

Zelf moest ik direct denken aan de opbouw die je hierin kunt maken van het maken van een digitale woordspin naar een digitale mindmap en dan een outline. Volgens mij heb je dan een mooie opbouw met digitale tools voor het schrijfproces.

 Horseless carriage syndroom

In zijn presentatie Businessmodellen digitaal leermateriaal haalde Matthijs Leendertse (TNO) het horseless carriage syndrome van McLuhan aan. Dit houdt in essentie in dat je praat over nieuwe ontwikkelingen in termen die horen bij de voorgaande ontwikkelingen. De horseless carriage is dan natuurlijk de auto die als opvolger werd gezien van de koets die werd voortgetrokken door het paard. Datzelfde gebeurt misschien ook wel met de leermiddelen die we gebruiken. We denken nog in de leermiddelen die we kennen (boeken) en proberen vanuit die positie te kijken naar wat de nieuwe leermiddelen kunnen zijn.

Takentrap

Willem Kock (RuG) presenteerde het onderzoek naar “rekenprestaties en multimedia“. Specifiek ging het daarbij om het gebruik van de takentrap: “In de Takentrap worden enkele fasen of episoden van het probleemoplossen onderscheiden die leerlingen kunnen raadplegen om een toepassingsopgave op te lossen. Leerlingen hebben hiermee kunnen oefenen in een computerprogramma waar per episode een hulpaanwijzing opgevraagd kon worden als leerlingen dat nodig vonden.

De takentrap maakt gebruik van Schoenfeld’s model van problemen oplossen:” lezen van een opgave, analyseren wat het probleem is, verkennen van mogelijke manier van oplossen, plannen van een oplossing, implementeren ervan en controleren of het antwoord juist kan zijn.”

Deze takentrap is verwerkt in het computerprogramma dat in het onderzoek is gebruikt. Ik vond het een aansprekende presentatie omdat ik me afvroeg in hoeverre educatieve softwarepakketten hier al gebruik van maken. Het deed me ook denken aan de Khanacademie waarin video’s worden gebruikt om allerlei onderwerpen uit te leggen.

Letters in beweging 

Carienke Kegel (Universiteit Leiden) presenteerde “web-based leren bij kleuters”. Dit ging over het programma “letters in beweging”. Zij heeft onderzoek gedaan naar het effect van een “intelligent tutoring systeem”. De gebruiker krijgt hierbij van het programma hulp om verder te komen in het programma. Zo’n intelligent tutoring systeem zorgt er voor dat gebruikers gerichter aan de slag gaan. Vooral voor leerlingen die in de risicogroep vallen (kinderen met taalachterstand) hebben bij zo’n systeem baat blijkt uit het onderzoek.

Keynote van Harry van Vliet

De keynote van Harry van Vliet, lector aan de Hogeschool Utrecht was getiteld “eigen wijs met media”. Het was een interessant verhaal waar jammergenoeg maar een half uur tijd voor was. Zijn keynote was prikkelend en wierp een ander licht op de discussie over “mediawijsheid”. Kern van zijn verhaal vond ik dat mediawijsheid niet alleen iets is wat je jongeren bij moet brengen maar waar je volwassenen nog mee lastig mag vallen. Dit illustreerde hij aan de hand van 3 illusies: de cognitieve illusies, sociale illusies en de hyperillusies. Ik zal hieronder op de cognitieve illusie ingaan.

Cognitieve illusie

Onder cognitieve illusies schaarde Van Vliet onder andere de onderzoeken van Don Tapscott die onderzoek heeft gedaan naar de netgeneratie. Het maakt duidelijk dat we niet alleen enthousiast maar ook kritisch moeten zijn ten opzichte van nieuwe visies op leren. Dat we ons ook “voor de gek” laten houden zag Van Vliet bijvoorbeeld bij Epic Win en 4SQ waarbij je punten kunt halen bij gestelde prestaties (als eerste uit bed om je huis schoon te maken en het vaakst zijn ingelogd om burgemeester te worden van een bepaalde plek).  Andere voorbeelden hierbij waren Fold.it en Cow Clicker.  

1 zin en 1 plaatje van het internet

Harry van Vliet begon zijn verhaal met de vraag dat als je 1 plaatje en 1 zin mee de ruimte in mocht sturen die zouden  verbeelden en verwoorden wat het internet zou betekenen, welke dat dan zouden zijn. Met de keuze die hij hiervoor maakte ben ik het niet eens als ik kijk naar mijn eigen internetgebruik. Maar ik vind het wel een mooie vraag om over door te denken.

Dat is de titel geworden van het artikel dat in de InDruk van het voorjaar 2011 is verschenen. Het is een interview met mij, geschreven door Carla Desain, over de generieke kennisbasis voor het PO waarin ICT is opgenomen.

inDruk-po-voorjaar-2011

Klik je de link naar de kennisbases aan dan zie je dat de pagina niet meer beschikbaar is. Ik begreep dat de HBO-raad er nog een keer naar wilde kijken omdat nog niet duidelijk was hoe de kennisbases een plek kunnen krijgen binnen de opleidingen. Ze zijn namelijk geformuleerd op vakbekwaamniveau (zoals de opdracht was) en niet op startbekwaamniveau (zoals we studenten nu moeten afleveren). Dat gaat dus nog een discussie opleveren wat je van de (generieke) kennisbasis moet kennen na 4 jaar lerarenopleiding. Wordt vervolgd…

Vandaag verzorgde ik voor Kennisnet een studiedag waarin ik aandacht besteedde aan het gebruiken van digiborden in het onderwijs. Doel was om ICT-coördinator handvatten te geven waarop hij/ zij samen met collega’s het gebruik van het digibord (en andere vormen van ICT) kan stimuleren.

In de presentatie ga ik daarom eerst in op het bewust maken van de leraar op welk niveau hij het bord nu gebruikt. Daarna heb ik aan de hand van de uitkomsten van Lyn Voogt haar onderzoek aangegeven hoe je het beste op een intentionele manier het bord onder de aandacht kan brengen. De deelnemers moesten hierbij een casus formuleren van een collega en beschrijven waar die collega tegen aan loopt en hoe het digibord hierbij een oplossing kan bieden.

Het was voor de deelnemers volgens mij nog best pittig om op deze manier na te denken over de inzet van het digibord. Maar naar mijn idee zijn er toch aardige resultaten uitgekomen. Ik hoor dat natuurlijk in de reacties ook graag terug van de deelnemers zelf.

Ook pleitte ik, vanuit het TPACK-model, om bij onderwijsvernieuwingsprojecten, zoals invoeren van passend onderwijs, projectgroepen te hebben waarbij de ICT-coördinator ook betrokken is. Gelukkig gaven verschillende deelnemers aan dat samenwerking met bijvoorbeeld IB-er best al goed verloopt. Voor anderen misschien weer een aandachtspunt.

Tot slot heb ik verschillende voorbeelden laten zien waarbij het digibord meerwaarde heeft.