Fijn dat er zo veel reacties komen op de 30 leraardingen. Nog jammer genoeg niet van collega-opleiders maar die zijn hiermee ook uitgedaagd een bijdrage te leveren. De reacties tot nu toe vind ik zeer waardevol. Ik zal de verschillende reacties hieronder bij langs lopen. Van te voren wil ik al vast opmerken dat ik in de komende tijd de 30 leraardingen langs de meetlat wil leggen van alle andere bronnen die ik tot nu toe heb gevonden en die in deze post staan vermeld. Inclusief de bron die Jan Jacobs noemde van de Unesco.

Willem Karssenberg doet als suggestie om op 1 te beginnen met het laten formuleren van de visie op onderwijs door de studenten en dit aan het eind weer te doen. Ik vind dit een goed voorstel. Punt 1 zou aangepast kunnen worden:

stel je zelf online voor en deel je ervaringen

Een student komt daarmee online, geeft aan hoe hij/zij tegen ICT en onderwijs aankijkt en wat ie tot nu toe zelf hiermee gedaan heeft. Dit sluit mooi aan bij de lijn die we zelf al hanteren. Studenten werken vanaf het begin van de opleiding al aan hun visie op onderwijs. Op Hogeschool Domstad gebruiken we daar een aantal beroepsrollen voor als kapstokken. Voor de leraardingen zou die algemener geformuleerd kunnen worden.

Elke Das geeft aan dat punt 29 veranderd zou kunnen worden van meervoudige intelligenties naar gebruik de interesses van je leerlingen. Ik ben het met Elke eens dat ik dan aanvaardbaarder wordt voor mensen die Gardner niet aanhangen. Maar het is denk ik niet helemaal hetzelfde. Bij de eerste formulering ligt de sturing bij de leerkracht. Bij de tweede meer bij de leerling. Dat is niet erg trouwens. Misschien is het nog wel meer gewenst.
Waar het mij om gaat bij dit punt is dat studenten rekening houden met de leerlingen die ze in de klas hebben. Hierbij gaat het om differentiatie. En differentiëren kun je in tempo, ontwikkelingsniveau, didactiek, leerstijl. Kortom je verzorgd passend onderwijs aan je leerlingen. Dit punt zou ik daarom veranderen in:

verzorg passend onderwijs voor je leerlingen

Hiermee speel ik ook in op de ontwikkelingen rondom passend onderwijs waar het basisonderwijs straks (nu al) mee te maken krijgt. Studenten leren op Hogeschool Domstad inmiddels hoe ze groepsoverzichten en groepsplannen moeten maken. ICT nemen ze hierin ook in mee als een van de mogelijkheden die ze hebben om te differentiëren in de klas.

Annet Smith zou punt 3 en 4 graag verduidelijkt zien. Punt 3 gaat over interview je leerling. Hiermee bedoel ik een interview naar het gebruik van ICT door de leerlingen. Of nog scherper: de rol die ICT speelt in het leven van kinderen. Zo krijgen studenten goed in beeld wat ICT voor invloed heeft op het leven van kinderen. Het is belangrijk om daarover bewustwording te creëren. Dit punt zou daarmee als volgt kunnen luiden:

onderzoek de impact van ICT op het leven van kinderen.

Klinkt misschien wat melodramatischer dan een interview maar geeft ook aan dat studenten eerst hierover zullen moeten lezen en naar aanleiding daarvan een interview moeten opstellen.

Punt 4 gaat over interview je school. Hiermee wil ik vooral bereiken dat studenten zicht krijgen op het gebruik van ICT in de school. Wat zijn de technische voorzieningen maar natuurlijk ook: wat zijn de pedagogische en didactische keuzes die een school gemaakt heeft. Aangescherpt zou dit punt als volgt luiden:

onderzoek het ICT-gebruik van je school

Punt 5: laat ICT voor je werken. Daarmee bedoel ik dat je gebruik maakt van de tools die voorhanden zijn om het allemaal gemakkelijker te maken. Wat ook wel wordt genoemd: lifehacking. Het houdt in ieder geval in dat studenten elkaar kunnen volgen en hun eigen berichten kunnen posten. Daarvoor moeten ze weten wat RSS is, welke mogelijkheden ze hebben om online te posten (weblog, twitter, youtube, flickr, scribd, slideshare) en informatie te verzamelen (bijvoorbeeld delicious). Omdat hier veel punten onder vallen en ik die niet allemaal in de opdrachttitel wel benoemen laat ik dit punt zo staan.

Punt 12. Schrijf een artikel op een wiki. Dit is een hele concrete opdracht. Doel van een wiki is samenwerking. Dit punt wilde ik zelf al aanvullen tot:

schrijf gezamenlijk een artikel op een wiki

Wat ik het belangrijkste bij dit punt vind, is dat studenten ervaren dat je online kunt samenwerken. Een artikel schrijven op een wiki is een mooie vorm waarin dit kan. Studenten komen hier op een natuurlijke manier ook in aanraking met het onderwerp auteursrecht. Bovendien zijn er mooie mogelijkheden tot differentiëren (zoeken van informatie, schrijven van teksten, zoeken of maken van foto’s en opmaak van het artikel). Tot slot laat je met deze formulering zien dat hiermee ook mogelijkheden zijn om dit te integreren binnen het vak Nederlands. Bijdragen is veel breder. Mijn ervaring vanuit WikiKids leert dat bij het schrijven van een artikel al genoeg komt kijken.

Punt 13. De formulering van Annet is beter. Dus:

begeleid je leerlingen bij het zoeken op internet.

Punt 17. Hier staat expres: maak een game. Dit kan al heel laagdrempelig met een programma zoals GameStudio. Dit kun je daarna net zo groot maken als je zelf wilt. Gebruik een game is echt iets anders vind ik. Die valt meer onder punt 23 (gebruik educatieve software). Bij het maken van een game vind ik het belangrijk dat studenten zien welke denkprocessen bij leerlingen gestimuleerd moeten worden om tot een goede game te komen. Logisch denken staat hierbij erg centraal. Naast alle andere vaardigheden die hierbij natuurlijk aan bod komen.

Punt 25 en 26. Volgens mij zouden die samengevoegd kunnen worden met punt 29:

verzorg passend onderwijs voor je leerlingen.

Voor mij houdt passend onderwijs in dat je leerlingen die moeite hebben met leren ondersteunt en leerlingen die meer uitdaging nodig hebben op hun niveau bedient.

Tenslotte het punt van Margreet. Dit kan volgens mij opgenomen worden in punt 1 en in punt 3. Het gaat om bewustwording van je eigen digitale identiteit en om te kijken hoe dat bij je leerlingen is. In de uitwerking van de opdracht moet dit worden opgenomen.

De aangepaste punten luiden daarmee als volgt:

1. stel je zelf online voor en deel je ervaringen
2. abonneer je op je studiegenoten
3 onderzoek de impact van ICT op het leven van kinderen.
4. onderzoek het ICT-gebruik van je school
5. laat ICT voor je werken
6. doe met leerlingen een webpad
7. gebruik het digibord
8. stel regels op (digitaal pesten en netiquette, privacy)
9. maak een digitaal prentenboek
10. maak een digitaal letterboek
11. Tussenevaluatie
12. schrijf gezamenlijk een artikel op een wiki
13. begeleid je leerlingen bij het zoeken op internet.
14. geef leerlingen een digitale zoekopdracht
15. gebruik Google Earth
16. maak een weblog met leerlingen
17. maak een game met leerlingen
18. maak een website met leerlingen
19. maak een webquest met leerlingen
20. maak een film met leerlingen
21. Tussenevaluatie
22. maak een podcast met leerlingen
23. gebruik educatieve software
24. gebruik ondersteunende software
25. gebruik het leerlingvolgsysteem of digitaal portfolio
26. pas de digitale taxonomy van Bloom toe
27. verzorg passend onderwijs voor je leerlingen
28. formuleer je eigen visie op ICT en onderwijs en vertel het anderen