“Kent u WikiKids al? Nee? WikiKids is dé internet-encyclopedie voor en door kinderen van de basisschool.” De afgelopen dagen hebben wij dit zinnetje volgens mij een paar duizend keer uitgesproken naar de bezoekers van de NOT. En bijna iedereen die wij spraken over WikiKids was enthousiast. De posters vlogen weg. De hele week waren we aanwezig. En wij dat zijn de leden van de projectgroep: Leen Faas, Harm Hofstede, Ronald de Moor, Harry Spoelstra en ondergetekende. De hele week zijn we ook ondersteund door de kids die met WikiKids aan het werk waren en mensen aanspraken over WikiKids. Ze hebben de leerkrachten echt enthousiast kunnen maken. Ze hebben het echt prima gedaan. We hadden ook een mooie plek op de stand van Kennisnet ICT op school. Daar waren we natuurlijk ook heel blij mee. Ook zij hebben bijgedragen aan het succes van ons op de NOT.
Nu is het natuurlijk de vraag hoeveel leerkrachten er in de klas mee aan de slag gaan. Dit zullen we de komende tijd merken. WikiKids is er klaar voor: er is een onderwijsportaal met handleidingen, uitleg en lessen.
Ter afwisseling was er voor de kids ook nog het een en ander georganiseerd. Zo is er een podcast gemaakt waar kids bezoekers van de beurs geïnterviewd hebben.
Een van de opdrachten die onze studenten krijgen in het kader van ICT is om een beschrijving te maken van een wereldoriënterend project in 2020. De uitdaging daarbij is om over de huidige onderwijsontwikkelingen en ICT-ontwikkelingen na te denken. 2020 hebben we als uitgangspunt geomen omdat dit de verbeelding prikkelt: geen last meer van hardwareproblemen, computertekorten en dergelijke. Verder daag ik de studenten altijd uit door te zeggen: Als je denkt dat het niet mogelijk is, dan heb je pas het begin te pakken van wat allemaal mogelijk is. Studenten schrijven een korte theoretische onderbouwing en werken de rest uit in een presentatie. Die presentatie kan verschillende vormen aannemen: een verhaal, een toneelstuk, een folder, een reportage. Ik vind het altijd erg leuk om te zien welke uitspattingen ze nu weer bedacht hebben. Wat betreft educatief ontwerp probeer ik altijd te zoeken naar de balans tussen richtlijnen en eigen inbreng. Des te beter deze afstemming des te mooier worden de resultaten.
Afgelopen week kreeg ik een uitwerking binnen van de opdracht. Deze keer in de vorm van een website. Ik vond het erg mooi. Vooral de creativiteit kan ik erg waarderen. De website opent met een filmpje.
Komende week is de NOT (van dinsdag 23 januari tot en met zaterdag 27 januari 2007). En wij, de projectgroep van WikiKids, zijn er ook. We staan op de stand van Kennisnet ICT op school. En wij niet alleen. Bijna elke dag zijn er ook kids aanwezig die laten zien hoe WikiKids werkt. Zelf ben ik woensdagmiddag, donderdagmiddag, vrijdag en zaterdag aanwezig. We zijn natuurlijk erg trots dat we WikiKids mogen promoten op de stand van Kennisnet ICT op school. De NOT is hèt moment dat WikiKids officieel van start gaat. Na bijna een jaar werken (op 29 januari bestaan we 1 jaar) is er al heel veel gebeurd:
we hebben ruim 700 artikelen;
we hebben ruim 800 aangemelde gebruikers;
we hebben een prachtige lay-out;
een mooi Onderwijsportaal en Moderatorenportaal;
een harde kern moderatoren die heel veel werk verzet.
Op de NOT hopen we nog meer mensen te kunnen vertellen over WikiKids. Leerkrachten die met hun leerlingen aan het werk willen op WikiKids, toekomstige moderatoren om alles in goede banen te leiden.
Het leuke van WikiKids is dat ik nog helemaal niet kan overzien wat er nog allemaal meer mogelijk zou zijn. Hopelijk ontmoeten we op de NOT ook mensen die ons kunnen insprireren.
Mijn collega’s van ICT-Diensten zorgen altijd dat de zaakjes goed geregeld zijn bij ons op de hogeschool. Ik ben dan ook erg blij met ze. Maar… Nee, dus. Geen gemaar. Ze hebben het al druk genoeg. Soms voel ik wel een beetje met hen mee.
Er is een nieuwe infowijzer gemaakt door ICT op school. Deze keer gaat het over Google Earth. In de infowijzer behandelen ze de vragen: wat is een virtuele wereldbol, hoe je Google Earth in kunt zetten in onderwijs, de earthquest (waarvan ik er zelf een aantal heb gemaakt: te vinden op werkenmetgoogleearth.nl), de eisen die GE stelt aan je computer, hoe je GE kunt gebruiken en waar je nog meer informatie kunt vinden op GE. Er worden ook een aantal blogs genoemd. Een blog die zijdelings met Google Earth te maken heeft (zich meer richt op 3D werelden) ontbreekt en is Digitally Disturbed Environments. Vind ik zelf ook een aanraden. Hier vind je bijvoorbeeld gave panoramafoto’s in Google Earth. Deze bijvoorbeeld. Tenslotte gaat de informatiewijzer nog in op andere virtuele wereldbollen en handleidingen die je kunt gebruik voor GE. Zucht, wil nog steeds mijn eigen website werkenmetgoogleearth updaten maar ben er nog niet aan toegekomen.
Het bedrijf Futurelab houd ik nu al een tijdje in de gaten. Het komt altijd met verfrissende ideeën. Ik vraag me wel af of ze altijd bruikbaar zijn. Orgineel zijn ze in ieder geval wel. Een paar jaar geleden zag ik bij hen het savanne-spel. Zelf schrijven ze hierover:
“Savannah is a strategy-based adventure game where a virtual space is mapped directly onto a real space. Children ‘play’ at being lions in a savannah, navigating the augmented environments with a mobile handheld device. By using aspects of game play, Savannah challenges children to explore and survive in the augmented space. To do this they must successfully adopt strategies used by lions.”
Dit jaar heb ik op de BETT ook een bezoek gebracht aan de stand van Futurelab. En waar komen ze dit jaar mee? Met een programeerbare fontijn. Zelf omschrijven ze het als volgt:
“Fountaineers is engaging pupils and staff in a primary school as co-designers of an interactive and programmable water fountain. As people pass by, the intelligent fountain will respond to their behaviour in different ways using programs created by pupils. In both its design and use, the fountain will enable children and adults to engage with and learn from their environment; learn between lessons and across spaces; and take part in a range of collaborative learning experiences. “
Beetje raar, maar wel leuk. Jammergenoeg hebben ze hier nog geen filmpje van op hun website staan.
Even een berichtje tussendoor van de BETT van vorig jaar. Ik zag dat ICT op school dit jaar een interview heeft gehouden met de mensen van LEGO. Heel leuk. Vorig jaar had ik hier ook een interview mee. Misschien ook nog even leuk om te horen. De onderstaande podcast is wel zo’n half uur lang en er komen nog meer onderwerpen aan bod.
Zelf heb ik mijn BETT-foto’s op flickr gezet. Ik heb getagged met BETT2007. Anderen hebben dit ook gedaan. Maar volgens mij is er geen gezamenlijke tag afgesproken of voorgesteld door de organisatie. Met een beetje zoeken in flickr (bett en data gecombineerd) kom ik tot 237 foto’s. Als ik zoek op BETT2007 kom ik bijna alleen mijn eigen foto’s tegen. En BETT 2007 levert meer hits weer op.
Voor WikiKids willen we ook een WikiKidsAtlas maken: een beschrijving van alle plaatsen in Nederland. Er is momenteel een portaal in ontwikkeling waarop we leerlingen handreikingen geven voor het beschrijven van hun plaats. Het is nog niet af (en je wordt van harte uitgenodigd mee te doen). Maar ik noem het hier al omdat op de BETT-reis we aan de deelnemers tijdens de rondetafelgesprekken ook een pagina hebben gepresenteerd. Dit is de Londenpagina. De uitdaging was om een bijdrage te leveren aan deze pagina gedurende de studiereis. Tot nu toe is dat nog niet gebeurd maar dit was voor mezelf wel een leuke aanleiding om aan de Londenpagina te werken. Daar heb ik mijn zaterdag aan besteed: foto’s maken in Londen van de bezienswaardigheden. Wat me interessant leek was of het een interessant resultaat zou geven als ik de gemaakte foto’s zou geotaggen met Google Earth en picasa. Dat kun je nu zelf bekijken in het artikel. Ik ben benieuwd.
Van woensdag 10 januari tot en met vrijdag 13 januari heft ABZHW ook dit jaar weer de studiereis naar de BETT in Londen georganiseerd. Dit jaar gingen er zo’n 180 mensen mee. (Maak hier de reis nog een keer in Google Earth) De woensdag stond in het teken van de reis naar Londen en de rondetafelgesprekken. Hier waren twee rondes. In de eerste ronde mochten Harry Spoelstra en ik een presentatie houden over WikiKids. Het was leuk om hier te vertellen waar we mee bezig zijn. De presentatie hieronder hebben we tijdens deze bijeenkomst gebruikt.
Een onderdeel van de presentatie gaat over de vraag of WikiKids ook gevaarlijk is. Niet alleen als teaser gebruikt maar ook om aan te geven dat als je met WikiKids gaat werken je leerlingen bewust moet maken van een aantal zaken: mediawijsheid zou het genoemd kunnen worden. Het gaat bij WikiKids om:
Verkeerde informatie;
Kopiëren en plakken van teksten;
Gebruik van auteursrechtelijke afbeeldingen;
Aanmaken van vreemde pagina’s;
Online pesten.
Nu is WikiKids nog vooral een plek waar leerlingen informatie neer kunnen zetten. Ik hoop dat het over een tijd geschikt is om ook informatie te halen. Nu we in deze fase zitten denk ik dat het vooral de rol van de moderatoren belangrijk is in bovenstaande punten. Zij zullen bijvoorbeeld in de gaten moeten houden of er geen teksten en afbeeldingen van andere pagina’s gekopieerd en geplakt worden. Ik ben blij dat ik kan zeggen dat dit ook gebeurt.
Als ik het over moderatoren heb dan is dit niet helemaal gelijk aan de moderatorenrol zoals die op Wikipedia ingevuld wordt. Ik zie leerkrachten die met leerlingen aan de slag gaan namelijk ook als moderatoren. Deze leerkrachtmoderatoren begeleiden leerlingen in de klas als leerlingen aan een artikel werken. Dus voordat een artikel op WikiKids komt te staan. In deze fase moeten leerkrachtmoderatoren duidelijk maken wat wel en niet kan. Dat komt aardig overeen met de punten die ik hierboven heb genoemd:
Leerlingen moeten hun informatie checken voordat ze het op WikiKids zetten
Leerlingen moeten hun informatie in hun eigen woorden opschrijven
Leerlingen moeten toestemming vragen als ze afbeeldingen van iemand anders willen gebruiken
Het aanmaken van vreemde pagina’s is niet toegestaan
En op online pesten staat een onmiddellijke blokkering
Als ik het in tips op zou schrijven aan leerlingen zouden dit de volgende zijn:
Heb je de informatie gecheckt die je op WikiKids wilt zetten?
Heb je de informatie in je eigen woorden opgeschreven?
Heb je toestemming voor het gebruik van afbeeldingen van iemand anders?
Past het onderwerp wel in WikiKids?
Val je anderen niet lastig met wat je op WikiKids zet?
Op donderdag stonden de schoolbezoeken centraal. ’s Morgens zijn we naar het Kingwood City Learning Center gegaan. Er zijn zo’n 300 van deze centra in het land. Ze zijn opgezet om ICT te stimuleren. Ze maken gebruik van een zogenaamd TRIO-model. Een cursus heeft daarin de volgende opbouw: de medewerkers geven aan de leerkrachten een cursus op het centrum, de medewerkers geven een cursus aan de leerlingen (de leerkracht van de klas zit achterin) en tenslotte geven de leerkrachten de les aan de leerlingen (de medewerker van het centrum zit achterin). Dit model kent een groot nadeel: alle professionalisering vindt plaats in het centrum. In de school zelf gebeurt niets. We hebben hier een paar groepen aan het werk gezien: leerkrachten die bijscholing kregen in het gebruik van muziek en ICT en leerlingen die in Flash aan het programmeren waren. Tenslotte hebben we een video-conferentie gehouden met Mike Griffith, directeur van Global Leap, een organisatie die het gebruik van video-conferencing in de klas ondersteunt. Ik vind dit wel speciaal. Een aparte organisatie voor dit deel van het ICT gebruik in de klas.
Op vrijdag stond het bezoek naar de BETT centraal. Dit jaar wilde ik vooral kijken naar de mogelijkheden van GIS-software en video-gebruik. GIS staat voor Geografische Informatie Systemen. Ik ben al een tijd bezig met de mogelijkheden van Google Earth en was benieuwd wat producenten van GIS-software van Google Earth vonden. Zoals je je kunt voorstellen waren ze niet echt heel erg te spreken hierover. Interessant vond ik de presentatie van David Mitchell van de Geographical Association.
Hij haalde in zijn presentatie een definitie van Diana Freeman aan: GIS heeft te maken met kaarten op de computer waar je data aan toe kunt voegen. Kaarten, computer en data staan dus centraal. Hij liet een paar eenvoudige manieren zien waarop je dat met bijvoorbeeld Google Earth voor elkaar kon krijgen.
Nu wist ik de meeste zaken al wel maar vond ik het verhelderd om te zien hoe hij met specifieke kaarten opdrachten voor leerlingen op zette. Daar ga ik de komende tijd ook mee aan de slag: wat moeten leerlingen precies weten van GIS in het basisonderwijs, welke mogelijkheden biedt Google Earth hiervoor, welke andere programma’s zouden gebruikt kunnen worden voor GIS. Ik weet van het bestaan van de website edugis.nl.
Die site zit gedegen in elkaar maar richt zich in principe op de middelbare school. Ik denk dat je ook goed met leerlingen van de basisschool hiermee aan de slag kunt. Een voorbeeld dat ik (trouwens niet voor basisschoolleerlingen) tegenkwam op de Google Earth Blog (aanrader) moet ik hier ook nog echt even noemen: Upper Green Valley Enviromental Issues. Het gebruik van Google Earth (onder andere) om te ver doorgevoerde industrialisering duidelijk te maken:
Programma’s die ik (ik zei het vorig jaar ook al, en ik hoop dat ik er nu echt aan toekom) nog verder wil bekijken zijn:
Zoals gezegd moet ik me nog verder verdiepen in de GIS-vaardigheden die basisschoolleerlingen moeten behalen. Ik heb wel het vermoeden dat de GIS-vaardigheden voor basisschoolleerlingen redelijk beperkt is. Misschien dat Google Earth voldoende is. Misschien dat Google Earth een goede start is en dat een apart pakket hier verder in kan gaan. Het grote voordeel van Google Earth is dat het een ontzettend aantrekkelijk programma is. En dat kan ik van de meeste GIS-pakketten nu nog niet zeggen (maar ik moet me nog meer verdiepen).
Zaterdag was de laatste dag. Tijd voor nog een bezoekje aan de BETT of een dagje Londen.