Gerard Dummer

Alles over Onderwijs en ICT.

Browsing Posts published in oktober, 2009

Morgen mag ik een workshop verzorgen voor het KNAG: Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap. De workshop zal gaan over de mogelijkheden van Google Earth voor het aardrijkskundeonderwijs. Ik heb hiervoor maar anderhalf uur dus ik moet behoorlijk wat keuzes maken. Volgens mij zou ik namelijk met hen wel een hele dag kunnen vullen over alle mogelijkheden die er zijn.
Ik zal morgen eerst kort iets vertellen over de vele mogelijkheden en de manieren waarop Google Earth in het nieuws komt. Daarna gaan we aan de slag om een eigen tour te maken. In een aantal eerdere blogposts was ik hier al mee aan het experimenteren. Vandaag heb ik de spacenavigtor nog een keer weer aangesloten op mijn computer. En daarmee deze tour door de Alpen gemaakt (om precies te zijn de Mont Blanc). Daarna heb ik tekst ingesproken terwijl de tour afspeelde. Vind het resultaat zelf wel aardig moet ik zeggen.
Ik ben erg benieuwd hoe het morgen zal verlopen.

Vorige week maandag was ik voor de derde keer bij een bijeenkomst van Studium Generale in de serie Plug In. Deze keer kwam het WereldNatuurFonds vertellen hoe zij social media inzetten. WNF was hier vertegenwoordigd in de personen Piet van Ierland en Marlou van Campen. De lezing was in twee stukken opgedeeld. Een inleiding door Pier van Ierland over het WNF zelf en meer inhoudelijk op social media door Marlou van Campen.

Van Ierland vertelde onder andere over de drie belangrijkste invalshoeken van het WNF:

  • Leefgebieden beschermen/ herstellen
  • Aanpakken belangrijke bedreigingen
  • Nederlandse samenleving bewust maken.

Ook vertelde hij dat binnen de driehoek Beleid – Mensen – Veld de mens centraal staat die alle drie kan aansturen. Daarbij kan geholpen worden door: geld, gedrag, groepsdruk en geestdrift (toevallig allemaal met een G. Goh).
Een aantal acties waar het WNF concreet mee bezig is zijn bijvoorbeeld de viswijzer, actie tegen gloeilampen en meer aandacht vragen voor de bedreiging van de paling.

Daarna gaf Van Campen, zoals gezegd, aan hoe binnen WNF gewerkt wordt met social media. En ik vond dat ze dat heel helder deed. Eerst vertelde ze hoe het vroeger ging. Namelijk dat op het moment dat je ergens aandacht voor wilde vragen je een persreis organiseerde waarop de 6 verslaggevers van de landelijke kranten, die zich bezighielden met natuur en milieu, op waren uitgenodigd. Dat was al voldoende om genoeg media-aandacht te genereren.
Van Campen gaf aan dat dit nu zo niet meer werkte. Dat eigenlijk iedereen nu journalist is (iedereen heeft een camera) en dat je je nu moet afvragen: waar zitten die journalisten eigenlijk die ik wil bereiken.

Daarna haalde ze “Groundswell” aan. Deze term kende ik nog niet en vond het dus interessant om hierover te horen. Groundswell, zo lees ik op ambtenaar 2.0 is:

…a social trend in which people use technologies to get the things they need from each, rather than from traditional institutions like corporations…

En op http://www.forrester.com/Groundswell/index.html zelf lees ik:

Right now, your customers are writing about your products on blogs and recutting your commercials on YouTube. They’re defining you on Wikipedia and ganging up on you in social networking sites like Facebook. These are all elements of a social phenomenon — the groundswell — that has created a permanent, long-lasting shift in the way the world works. Most companies see it as a threat.

Manieren om met de Groundswell rekening te houden geeft Van Campen aan is:

  • Luisteren (listening to)
  • Informeren (talking to)
  • Meedoen (energizing)
  • Faciliteren van ambassadeurs (helping tot support itself)
  • Interne organisatie (embracing)

Dus als organisatie is het belangrijk om online actief te zijn om naar je klanten te luisteren, ze te informeren, mee te doen met hen, ze te faciliteren en zelf je organisatie hierop in te richten.

Het WNF heeft onderzoek gedaan naar waar de fans van het WNF nu eigenlijk zitten. Daaruit bleek dat er bijvoorbeeld meer dan 40-hyves groepen zijn, dat via twitter er 597 followers zijn en 800 groepen op Facebook over WNF/WWF.
Verder maakt Van Campen gebruik van de social checklist van Blom. Ik heb hier nog op gezocht maar kon niets vinden hierover op internet. Misschien dat iemand anders hier iets over kan melden. In de presentatie vermeldde ze de checklist als volgt:

  • Wat is het doel?
  • Zelf doen of via bestaande kanalen
  • Actief of passief
  • Verplaats je in je fan/ donateur
  • Vooroplopen of meelopen
  • Wil je het echt?

Gecombineerd met de manieren om met de Groundswell rekening te houden vond ik dit een aardig lijstje.

Tot slot nog aardig om te vermelden dat de site van het WNF uitegroepen is tot meest gebruiksvriendelijke site en het best vindbare goede doel.

En wil je, nieuwsgierig geworden door deze blogpost zelf nog eens kijken dan kun je de weblecture hier bekijken.

De afgelopen dagen stroomde mijn mailbox vol met mailtjes van bedrijven die graag wilden dat ik hun nieuwsbrieven zou blijven ontvangen. Op 1 oktober begreep ik hieruit zou namelijk een nieuwe wet in werking gaan. Een voorbeeld van zo’n mailtje zie je hieronder van Interwrite (waarvan ik trouwens wel een nieuwsbrief van wil blijven ontvangen).

Hoe dat nu precies in elkaar zat, begreep ik nog niet. Tot dat ik eens naar de discussies op de scholenlijst ging en zag dat dit onderwerp daar ook al uitgebreid werd besproken. Willem haalt zo nu en dan de kracht van deze mailinglist aan en ook bij Andre Manssen vind je regelmatig berichten die hij uit de scholenlijst heeft gevist.

De discussie die het betreft staat vermeld onder de thread Nieuwsbrieven.
De vraag die hier in eerste instantie centraal staat is hoe het zit met nieuwsbrieven naar ouders toe. Er wordt onder andere de tip gegeven over YMLP waarmee je nieuwsbrieven kunt versturen. Het echte antwoord wordt even later gegeven door Albert Luberdink met een verwijzing naar het desbetreffende wetsartikel.

Vor het uiteindelijke antwoord verwijs ik dan ook graag naar de mailinglist met daarbij de aanmoediging er zelf ook lid van te worden en bij te dragen.

MediaGenius maakt schoolkinderen wegwijs in de (nieuwe) media

MSN, Hyves, filmpjes uitwisselen en spelen via internet… Kinderen en jongeren hoef je niets meer te vertellen over nieuwe media. Of toch wel?

  • Wat kun je wel en niet op internet, hoe dóe je dat?
  • Wie kun je vertrouwen en wat is veilig voor je computer?
  • Waar op dat wáánzinnig wijde web vind je juist die informatie die jij nodig hebt?

De wereld van van kinderen krijgt een steeds grotere digitale dimensie. Nieuws en informatie, geldzaken, inspraak maar natuurlijk ook je sociale contacten – wie (later) wil meedoen in deze maatschappij, zal (verstandig) zijn weg moeten weten te vinden op het internet en in andere nieuwe media.
Kinderen zijn misschien wel vertrouwd met de (nieuwe) media, maar zijn ze ook mediawijs? MediaGenius denkt dat veel kinderen daarin nog wel wat steun en wegwijs kunnen gebruiken. En dat een (basis)school daarin een belangrijke taak kan – móet – vervullen.

Gewoon dóen..!

Vanaf september 2009 verzorgt MediaGenius de medialessen in het naschoolse aanbod Brede School Overvecht. We maken games, weblogs, websites en gaan aan de slag met film en interactieve techniek. We experimenteren met diverse (nieuwe) media en innovatieve vormen van kennisoverdracht.

De cursus is bedoeld voor kinderen van 6-12 jaar en bestaat uit tien lessen (afgesloten met een eindpresentatie). Na afloop kunnen zij zich inschrijven voor mediaclub Overvecht.

Wat is MediaGenius?

MediaGenius is een initiatief van leerkrachten van een basisschool uit Utrecht. Zij maken de vertaalslag tussen onderwijs, leerkrachten, leerlingen én hun ouders. Naast jarenlange onderwijservaring hebben zij een opleiding gevolgd tot MediaCoach en zijn zij aangesloten bij het Mediawijsheid Expertise Centrum en diverse netwerken op het gebied van innovatie en kennis.
Voor meer informatie: www.mediagenius.nl

Deze week kreeg ik het bericht dat ik tot de 16 sessies behoorde die vanuit de open track een bijdrage mag leveren aan de OWD2009. Daar ben ik erg blij mee. In mijn sessies staan doelen en werkwijze voor het gebruik van ICT in de lerarenopleiding voor basisonderwijs centraal. In de komende weken zal ik hier al op mijn blog over schrijven. Ik hoop tijdens de sessie zelf daarna zoveel mogelijk met mensen van gedachte te kunnen wisselen over welke kant het op zou moeten gaan.

Voor nu wil ik in ieder geval iedereen bedanken die er voor gezorgd heeft dat ik een sessie mag verzorgen. Helemaal top!

Nog een testje. Nu met het opnemen van muziek in een tour. Deze keer ben ik toch een beetje in de code gedoken van het KMZ-bestand. Maar moeilijk was het niet. Eerst het resultaat. Daarna hoe ik het heb gedaan.

Hoofdsteden.kmz

Ik heb eerst een tour opgenomen in Google Earth zoals ik dat bij de andere tests ook heb gedaan.
Daarna heb ik de code van de tour geopend in Dreamweaver. Dit kun je makkelijk doen door in Google Earth op de tour te klikken met de rechter muisknop en te kiezen voor kopiëren. In Dreamweaver kies je voor plakken en dan krijg je de code die je nodig hebt. Het bestand heb ik opgeslagen in een mapje op mijn computer.
Aan de code heb ik de gearceerde code toegevoegd. Het mp3-bestandje heb ik in hetzelfde mapje gezet als het kmz-bestandje.

Tour met muziek heb ik weer als kmz-bestand opgeslagen. Het resultaat is een beetje chauvinistisch (ik geef het toe) maar het ging met nu vooral even om het idee.

Vandaag heb ik nog een paar testjes gedaan naar de mogelijkheden van het opnemen van een tour in Google Earth.

In de eerste test heb ik gekeken naar het inschakelen van verschillende lagen achter elkaar. In het voorbeeld heb ik over de stad Groningen een oude kaart gelegd. Daarna een pad (vorm) toegevoegd over de hele stad, over de wijk waar ik vroeger heb gewoond, het woonblok en tenslotte met een punaise mijn oude huis gemarkeerd.

Groningen.kmz

Ik probeerde ook nog om lagen in te schakelen tijdens de tour. Maar dat pikte hij niet op.

In een tweede test heb ik gekeken of het gebruik van 3D-gebouwen ook automatisch zou gaan. Dus de laag 3D-gebouwen inschakelen tijdens de tour. Dat blijkt niet te gaan.

Kantelen_en_3D.kmz

En in de derde test heb ik een route ingevoerd en daarna met de touroptie opgenomen. Dat werkte wel. Moest bij het afspelen van de route wel de snelheid, hoogte en hellingshoek aanpassen (Extra >> Opties) omdat het anders te snel of te langzaam zou gaan.

Pad_volgen.kmz

28-09-2009

Eerste indruk
Eindelijk. Dat is mijn eerste indruk. Eindelijk mag ik ook eens kijken wat ik van een netbook vind. In de afgelopen tijd is er al veel over geschreven door verschillende edubloggers. Bij een netbook denk ik in eerste instantie aan de Asus Eee PC. Maar later volgden al snel meer. En via het Surfnet/ Kennisnet innovatieprogramma heb ik een Gigabyte TouchNote T1028 in handen gekregen.

Handig. Dat is mijn tweede indruk. Een kleine laptop neemt niet veel plek in beslag en kan gemakkelijk mee worden genomen. Een laptop die echt mobiel is dus. En niet een grote logge 17 inch laptop die met een paar kilo je rugzak inglijdt.

Lelijk. Dat is mijn derde indruk. De bruine kleur en de gigantische batterij die er als een blok achteruitsteekt maakt het niet de meest aantrekkelijke pc die ik ooit heb gezien. Zeker niet als ik Vergeleken met mijn Macbook (zie hier voor meer foto’s).

Gebruikersgemak
In de trein naar huis ben ik direct gaan testen hoe toegankelijk de Gigabyte in het gebruik was. Met een eenvoudige schuifknop aan de rechterkant startte de netbook op. Waarna ik al snel een vertrouwd Windows XP-scherm in beeld zag komen.
Al doende kwam ik er achter hoe je het beeld kon draaien en hoe het beeldscherm als een touchscreen gebruikt kon worden. Vernuftig verstopt zit een kleine aanwijspen waarmee je de menu’s beter kunt bedienen.

Voor zo’n klein apparaat zitten er toch behoorlijk wat extra aansluitingen op. 3 USB-poorten, een D-sub aansluiting een knop waarmee je de Smart-manager aan en uit kunt zetten, uit en ingang voor hoofdtelefoon en luidspreker, RJ-45 (voor internetverbinding als er geen draadloos in de buurt is), gleuf voor geheugenkaartjes en een DC-in voor de stroom.
Met de Smart Manager kun je snel een aantal functies aan en uitzetten: volume, WWAN, Bluetooth, Wireless, Brightness, Camera (is ingebouwd), Rotation (waarmee je het beeldscherm 90 graden kunt draaien, Calibration, instellen van het Touchpanel en een Onscreen Toetsenbord.

In de trein is het een handig apparaatje om snel een verslag te kunnen maken. Je zit geen medepassagiers in de weg met een te groot scherm. Ben je niet onderweg dan vind ik het gebruiksgemak heel snel afnemen. Een 10 inch scherm (en dito toetsenbord) vind toch te klein. Zeker voor in de klas. Kinderen laten werken met een netbook vind ik niet ideaal. Zeker als je meer wilt doen dan tekstverwerken is zo’n klein beeldscherm gewoon niet handig. Dat dilemma had ik voor de netbook ook al met mijn Macbook van 13 inch. Apple is natuurlijk bij uistek geschikt om foto’s en video te bewerken maar ik merk dat ik voor dat soort zaken toch liever mijn Windows-computer gebruik met een beeldscherm van 22 inch (sorry Mac-fans. Het ligt echt alleen aan de grote van het beeldscherm).

Mogelijkheden voor in het onderwijs
Wat zijn de mogelijkheden voor in het onderwijs? De netbook is voor mij (net als de laptop en de desktop) de poort naar alle educatieve mogelijkheden die digitaal beschikbaar zijn. En dat zijn teveel om op te noemen. Het nadeel van deze poort is echter, vind ik, dat ie erg klein is. Verder ervaar ik het als een volwaardige computer waarop je kunt doen en laten wat je wilt (behalve CD-roms afspelen want daar vind je geen ingang voor).
Als een school aan mij zou vragen in wat voor soort computer ze zouden moeten investeren dan zou ik eerder de laptop en de desktop aanraden dan een netbook. Zovaak zitten leerlingen namelijk niet in de trein om nog snel even een verslag uit te typen.

Compatibel met andere apparaten
Ik heb al bij het gebruiksgemak de vele ingangen genoemd waarover de netbook beschikt.

Minpunten

  • Lelijke vormgeving
  • Te klein beeldschem voor gebruik in het onderwijs

Pluspunten

  • Zeer mobiel
  • Veel aansluitingsmogelijkheden

Eindconclusie

Na de netbook te hebben uitgetest en te hebben ervaren denk ik dat het apparaat leuk is voor leerkrachten (of directeuren) maar dat het door leerlingen niet gebruikt gaat worden.

De derde bijeenkomst die studenten in thema 5, signaleren en analyseren van verschillen, krijgen, staat in het teken van deze drie onderwerpen. Daarmee trekken we het aanbod dat de studenten in de eerste en tweede bijeenkomst hebben gekregen een stukje breder: of het nu gaat om middelen die je inzet voor zorgleerlingen of materialen die juist inspelen op de talenten van leerlingen, je kunt het allemaal vatten onder de term digitaal leermateriaal. We hebben studenten duidelijk gemaakt (hoop ik) dat er veel materiaal beschikbaar is dat ze in kunnen zetten om tegemoet te komen aan de verschillen tussen leerlingen.

De les zijn we begonnen met Een korte terugblik op de voorgaande bijeenkomsten om te kijken wat is blijven hangen. Daarna heb ik een aantal begrippen geïntroduceerd die in de ontwikkelingen rondom digitaal leermateriaal zeker zullen terugkomen (Edurep, metadata en aggregatieniveau). Dit was helemaal nieuw voor hen en ik zag de ogen enigszins glazig worden maar vond het wel belangrijk hen hier al in aanraking mee te brengen. We zullen er in de komende jaren gewoon op terugkomen.
Daarna hebben we verder gekeken naar de mogelijkheden van het digitale schoolbord in relatie met digitaal leermateriaal. We hebben één methodeles gedaan waarbij één van de studenten de les mocht verzorgen.

Belangrijk aspect bij digitaal leermateriaal is dat je naast de standaardproducten van de methode je eigen materiaal er aan kunt toevoegen. Zo kun je je onderwijs naar eigen wens inrichten. Het eigen materiaal dat aan deze methodeles was toegevoegd was een Google Earth-tour. Deze had ik al eerder op mijn blog laten zien.
Studenten waren hier erg enthousiast over. Zeker toen ik ook nog liet zien dat je de oude kaart langzaam kunt laten verdwijnen zodat de nieuwe stad eronder door komt schijnen. Je kunt dan goed vergelijken wat nog steeds hetzelfde is en wat is veranderd. De studenten hebben tenslotte een tour in elkaar gezet waarmee ze een persoonlijk verhaal konden vertellen (over hun eigen woonplaats of belangrijke plekken in hun leven).