Gerard Dummer

Alles over Onderwijs en ICT.

Browsing Posts published in januari, 2007

Voor WikiKids willen we ook een WikiKidsAtlas maken: een beschrijving van alle plaatsen in Nederland. Er is momenteel een portaal in ontwikkeling waarop we leerlingen handreikingen geven voor het beschrijven van hun plaats. Het is nog niet af (en je wordt van harte uitgenodigd mee te doen). Maar ik noem het hier al omdat op de BETT-reis we aan de deelnemers tijdens de rondetafelgesprekken ook een pagina hebben gepresenteerd. Dit is de Londenpagina. De uitdaging was om een bijdrage te leveren aan deze pagina gedurende de studiereis. Tot nu toe is dat nog niet gebeurd maar dit was voor mezelf wel een leuke aanleiding om aan de Londenpagina te werken. Daar heb ik mijn zaterdag aan besteed: foto’s maken in Londen van de bezienswaardigheden.
Wat me interessant leek was of het een interessant resultaat zou geven als ik de gemaakte foto’s zou geotaggen met Google Earth en picasa. Dat kun je nu zelf bekijken in het artikel. Ik ben benieuwd.

BETT 2007

Van woensdag 10 januari tot en met vrijdag 13 januari heft ABZHW ook dit jaar weer de studiereis naar de BETT in Londen georganiseerd. Dit jaar gingen er zo’n 180 mensen mee. (Maak hier de reis nog een keer in Google Earth)
De woensdag stond in het teken van de reis naar Londen en de rondetafelgesprekken. Hier waren twee rondes. In de eerste ronde mochten Harry Spoelstra en ik een presentatie houden over WikiKids. Het was leuk om hier te vertellen waar we mee bezig zijn. De presentatie hieronder hebben we tijdens deze bijeenkomst gebruikt.

Een onderdeel van de presentatie gaat over de vraag of WikiKids ook gevaarlijk is. Niet alleen als teaser gebruikt maar ook om aan te geven dat als je met WikiKids gaat werken je leerlingen bewust moet maken van een aantal zaken: mediawijsheid zou het genoemd kunnen worden. Het gaat bij WikiKids om:

  • Verkeerde informatie;
  • Kopiëren en plakken van teksten;
  • Gebruik van auteursrechtelijke afbeeldingen;
  • Aanmaken van vreemde pagina’s;
  • Online pesten.

Nu is WikiKids nog vooral een plek waar leerlingen informatie neer kunnen zetten. Ik hoop dat het over een tijd geschikt is om ook informatie te halen. Nu we in deze fase zitten denk ik dat het vooral de rol van de moderatoren belangrijk is in bovenstaande punten. Zij zullen bijvoorbeeld in de gaten moeten houden of er geen teksten en afbeeldingen van andere pagina’s gekopieerd en geplakt worden. Ik ben blij dat ik kan zeggen dat dit ook gebeurt.

Als ik het over moderatoren heb dan is dit niet helemaal gelijk aan de moderatorenrol zoals die op Wikipedia ingevuld wordt. Ik zie leerkrachten die met leerlingen aan de slag gaan namelijk ook als moderatoren. Deze leerkrachtmoderatoren begeleiden leerlingen in de klas als leerlingen aan een artikel werken. Dus voordat een artikel op WikiKids komt te staan. In deze fase moeten leerkrachtmoderatoren duidelijk maken wat wel en niet kan. Dat komt aardig overeen met de punten die ik hierboven heb genoemd:

  • Leerlingen moeten hun informatie checken voordat ze het op WikiKids zetten
  • Leerlingen moeten hun informatie in hun eigen woorden opschrijven
  • Leerlingen moeten toestemming vragen als ze afbeeldingen van iemand anders willen gebruiken
  • Het aanmaken van vreemde pagina’s is niet toegestaan
  • En op online pesten staat een onmiddellijke blokkering

Als ik het in tips op zou schrijven aan leerlingen zouden dit de volgende zijn:

  • Heb je de informatie gecheckt die je op WikiKids wilt zetten?
  • Heb je de informatie in je eigen woorden opgeschreven?
  • Heb je toestemming voor het gebruik van afbeeldingen van iemand anders?
  • Past het onderwerp wel in WikiKids?
  • Val je anderen niet lastig met wat je op WikiKids zet?

Op donderdag stonden de schoolbezoeken centraal. ’s Morgens zijn we naar het Kingwood City Learning Center gegaan. Er zijn zo’n 300 van deze centra in het land. Ze zijn opgezet om ICT te stimuleren. Ze maken gebruik van een zogenaamd TRIO-model. Een cursus heeft daarin de volgende opbouw: de medewerkers geven aan de leerkrachten een cursus op het centrum, de medewerkers geven een cursus aan de leerlingen (de leerkracht van de klas zit achterin) en tenslotte geven de leerkrachten de les aan de leerlingen (de medewerker van het centrum zit achterin). Dit model kent een groot nadeel: alle professionalisering vindt plaats in het centrum. In de school zelf gebeurt niets. We hebben hier een paar groepen aan het werk gezien: leerkrachten die bijscholing kregen in het gebruik van muziek en ICT en leerlingen die in Flash aan het programmeren waren.
Tenslotte hebben we een video-conferentie gehouden met Mike Griffith, directeur van Global Leap, een organisatie die het gebruik van video-conferencing in de klas ondersteunt. Ik vind dit wel speciaal. Een aparte organisatie voor dit deel van het ICT gebruik in de klas.

Op vrijdag stond het bezoek naar de BETT centraal. Dit jaar wilde ik vooral kijken naar de mogelijkheden van GIS-software en video-gebruik. GIS staat voor Geografische Informatie Systemen. Ik ben al een tijd bezig met de mogelijkheden van Google Earth en was benieuwd wat producenten van GIS-software van Google Earth vonden. Zoals je je kunt voorstellen waren ze niet echt heel erg te spreken hierover. Interessant vond ik de presentatie van David Mitchell van de Geographical Association.

Hij haalde in zijn presentatie een definitie van Diana Freeman aan: GIS heeft te maken met kaarten op de computer waar je data aan toe kunt voegen. Kaarten, computer en data staan dus centraal. Hij liet een paar eenvoudige manieren zien waarop je dat met bijvoorbeeld Google Earth voor elkaar kon krijgen.

Nu wist ik de meeste zaken al wel maar vond ik het verhelderd om te zien hoe hij met specifieke kaarten opdrachten voor leerlingen op zette. Daar ga ik de komende tijd ook mee aan de slag: wat moeten leerlingen precies weten van GIS in het basisonderwijs, welke mogelijkheden biedt Google Earth hiervoor, welke andere programma’s zouden gebruikt kunnen worden voor GIS. Ik weet van het bestaan van de website edugis.nl.

Die site zit gedegen in elkaar maar richt zich in principe op de middelbare school. Ik denk dat je ook goed met leerlingen van de basisschool hiermee aan de slag kunt. Een voorbeeld dat ik (trouwens niet voor basisschoolleerlingen) tegenkwam op de Google Earth Blog (aanrader) moet ik hier ook nog echt even noemen: Upper Green Valley Enviromental Issues. Het gebruik van Google Earth (onder andere) om te ver doorgevoerde industrialisering duidelijk te maken:

Programma’s die ik (ik zei het vorig jaar ook al, en ik hoop dat ik er nu echt aan toekom) nog verder wil bekijken zijn:

Zoals gezegd moet ik me nog verder verdiepen in de GIS-vaardigheden die basisschoolleerlingen moeten behalen. Ik heb wel het vermoeden dat de GIS-vaardigheden voor basisschoolleerlingen redelijk beperkt is. Misschien dat Google Earth voldoende is. Misschien dat Google Earth een goede start is en dat een apart pakket hier verder in kan gaan. Het grote voordeel van Google Earth is dat het een ontzettend aantrekkelijk programma is. En dat kan ik van de meeste GIS-pakketten nu nog niet zeggen (maar ik moet me nog meer verdiepen).

Zaterdag was de laatste dag. Tijd voor nog een bezoekje aan de BETT of een dagje Londen.

Nou, bedankt Hans. Zit ik ongeveer anderhalf uur aan de buis (eh monitor) gekluisterd om deze film te bekijken. Het was de moeite waard.

Vanavond is de tweede aflevering geweest van de informatieve jeugdserie Dropzone. Deze wordt uitgezonden door de KRO. Idee is dat kinderen in een gebied gedropt worden en met behulp van allerlei aanwijzingen hun weg weer terug moeten vinden naar school. Kinderen leren hierdoor aardig wat over het omgaan met Geo-informatie.
Een interessant idee waarbij ook een website is gekomen. De website krijgt een educatieve invulling waarvoor Codename Future verantwoordelijk is. Het leuke is dat ik hier in mee mocht denken over het gebruik van Google Maps en Google Earth en WikiKids.
Het is de bedoeling dat scholen na het zien van de afleveringen aan de slag gaan met hun eigen dropzone. Dit komt neer op het beschrijven van hun eigen omgeving. In eerste instantie zal een korte impressie op de kaart worden gezet. Als leerlingen een uitgebreid stuk over hun plaats of omgeving hebben geschreven kan het ook in WikiKids worden gezet.
Het leuke nu al is dat op de kaart die is opgenomen, gemaakt door Globeassistant, nu al een link is opgenomen naar WikiKids. Ik ben hier natuurlijk zeer content mee.Het sluit mooi aan bij de opzet waar we bij WikiKids zelf ook al mee bezig zijn: de WikiKidsAtlas. Het portaal hiervoor is nog volop in ontwikkeling maar daagt leerlingen uit om met omgevingsonderwijs aan de slag te gaan en de resultaten daarvan te beschrijven in WikiKids.
Ik ben nog bezig met de ontwikkeling dus je moet nog even afwachten. Maar je mag natuurlijk ook meehelpen aan het portaal. Meld je dan aan bij WikiKids en laat een bericht achter op de overlegpagina van het portaal.

Afgelopen week heb ik een screencast gemaakt voor het Landelijk Netwerk voor Autisme over de werking van hum forum. Hopelijk wordt hiermee het forum nog beter gebruikt dan tot nu toe het geval is.

Vandaag nog maar weer eens gekeken op slideshare. Een mooie informatiebron in de vorm van PowerPoints. Vandaag heb ik gezocht op de tag “wiki”. Ik kreeg 503 resultaten voorgeschoteld. Van de 503 heb ik er 15 bij mijn favorieten gezet. Een paar vind ik zo interessant dat ik zie hieronder direct opneem.

De eerste presentatie is van Bryan Alexander. Toen ik in Amerika was voor de Edutrip heb ik een pre-conference van hem bijgewoond die hij samen verzorgde met Barbera Ganley.

De tweede presentatie is van Margreet van den Berg. Deze presentatie hield ze op de HAN Themadag. Hierbij was ik niet aanwezig maar zag onder andere via de blog van Pierre toch een aantal interessante zaken hiervan.

De derde presentatie is van Maarten Cannaerts. Ik kende hem nog niet maar dat ligt natuurlijk gewoon aan mij. In zijn presentatie maakt hij gebruik van een paar leuke zaken: een mindmap om het overzicht op zijn presentatie te behouden en stemmingen met stemkastjes om het publiek betrokken te houden.

Tot slot een presentatie van Netlash over web 2.0. Het meest interessante van deze presentatie zijn de 4 bouwstenen die worden genoemd: the long tail, netwerkeffect, intelligence at the edges en wisdom of crowds. Toen ik dit zo las moest ik direct denken aan of dit ook mogelijk was deze principes in het onderwijs te gebruiken. The Long tail geeft eigenlijk aan dat er veel aanbod is dat door een relatief kleine groep wordt afgenomen. Door de hoeveelheid is het toch weer rendabel. Zou dit ook met studies kunnen? Of zou je op deze manier ook cursussen kunnen aanbieden? De kracht van het netwerk ervaar ik regelmatig als ik op de scholenlijst een bericht post of met WikiKids samenwerk met anderen. Het onderdeel Intelligence at the edges krijgt bij een vertaling naar het onderwijs een beetje dezelfde lading als het netwerkeffect. Maar misschien kan iemand mij op de detailverschillen wijzen? Ook bij de wisdom of the crowds zie ik enige overlap met de voorgaande onderwerpen. Hier is voor mij het verschil de diversiteit.

Gisteren postte ik over een filmpje dat ik had gemaakt naar aanleiding van een huisje in Sketchup. Ik heb het filmpje ook aan mijn broertje laten zien als voorbeeld van wat het zou kunnen worden. Hij gaf aan dat hij het werk moest laten zien aan architecten die op dit gebied al erg verwend waren. Dus of het uiteindelijk ook dit filmpje wordt is maar even afwachten.
Een programma dat door hen gebruikt werd is Allplan. En ik moet natuurlijk toegeven dat de gebouwen die hiermee gepresenteerd worden er heel gelikt uitzien.
De term waaronder al dit soort zaken op internet te vinden zijn is 3D architecture. Voorbeelden die ik hierover nog meer vond zijn te vinden op: 3D Architecture,Cycas,PhotoModeler en 3d Specials. ALlemaal professionele bedrijven die zich met dit onderwerp bezig houden. Voor iemand op de HTS en in de bouwwereld interessant. Voor mij niet echt natuurlijk. Wel kwam ik via deze weg weer terecht op een site waarop je je eigen huis in elkaar kunt zetten: Architectstudio3D. Een site waarop je leert waar je rekening mee moet houden als je een huis bouwt: de bewoner en de plek waarop je het huis bouwt. Een prachtige site vind ik waar je stap voor stap een huis in elkaar kunt zetten in de design studio. Je kunt ook huizen bekijken die door anderen zijn gemaakt in de gallery: voorbeeld 1 en voorbeeld 2.

Nu ik Google Earth gewend ben en natuurlijk Sketchup vind ik het wel jammer dat ik deze huizen niet kan exporteren naar een andere omgeving.

Tot slot: ik las net op de Google Earth blog dat in Google Earth er weer een nieuwe update is nu voor huizen (3D Buildings).

Gisteren en vandaag heb ik gewerkt met Sketchup. Sketchup is het 3D-tekenprogramma van Google. Ik had hier al een keertje mee gewerkt maar was niet echt veel verder gekomen dan een paar blokjes maken.
In deze vakantie was mijn broertje druk bezig met zijn afstudeerproject voor de HTS, Bouwkunde. Voor de presentatie gebruikte hij ook Skethcup. En dat zag er erg leuk uit. Voor mij aanleiding om hier ook weer mee aan de slag te gaan. Uitgangspunt bij mijn broertje was de plattegrond van het klompenmuseum dat ze mogen ontwerpen en dat misschien ook wordt uitgevoerd.
Ik ben op internet gaan kijken of er ook plattegronden van woningen te vinden waren. En die zijn er volop. Een van de eerste sites die ik tegenkwam was van Site woondiensten. Daar heb ik een willekeurige plattegrond af gehaald: Alfred Mozerplein. Deze plattegrond heb ik geïmporteerd in Sketchup. Mijn broertje bouwde in Sketchup het huisje van binnen naar buiten op. Dit heb ik ook gedaan. Ik ben begonnen met het vullen van de verschillende vertrekken met spullen uit het 3D-warehouse. Hier vind je de meest uiteenlopende zaken: van deurklinken tot complete keukens. Achteraf denk ik dat het handiger was eerst de binnenmuren op te trekken en daarna de spullen in het huis te zetten maar ik vond het gewoon te leuk om alle spullen te bekijken.
Het heeft me een paar uur gekost om alle spullen bij elkaar te zoeken en de muren op te trekken. Zelf vind ik het resultaat aardig. Nog lang niet professioneel maar heel goed voor je ruimtelijke ontwikkeling moet ik zeggen.
Als het mijn broertje lukt om het museum helemaal af te maken voor de presentatie ga ik er nog een filmpje van maken. Om alvast te oefenen heb ik dit al gedaan met dit huisje. Daarvoor heb ik twee zaken gebruikt: Camtasia om alles vast te leggen. En de 3DConnexion om door het programma te navigeren. Ik moest hier flink mee oefenen. En het is me nog niet helemaal gelukt. Vooral door het huisje heen vliegen is me nog niet gelukt (tenminste niet zodat het toonbaar is. Maar dat wat wel gelukt is heb ik geselecteerd.
Het filmpje in Camatsia heb ik geëporteerd als AVI-bestand en daarna geïmporteerd naar Windows MovieMaker 2. Daar heb ik er nog een aankoniging en aftiteling bij gezet en er ook een podsave liedje onder gezet. Daarna weer geëxporteerd als wmv-bestandje geschikt voor internet. Het resultaat is hieronder te zien. Veel plezier ermee.

Een wat rare titel voor een post misschien. Heeft Google Earth soms een nieuwe update gedaan? Die doen ze regelmatig maar daarover wilde ik het niet hebben.
Een tijdje geleden kreeg mijn collega Mirjam Brand het nieuws dat haar man naar Aruba mocht voor een jaar, in het kader van werk. En aangezien ze net getrouwd zijn, heeft ze besloten mee te gaan. Erg jammer voor ons. Ik heb nog geprobeerd om Aruba wat dichter bij Nederland te leggen in Google Earth, maar dat mocht niet baten. Mirjam is trouwens te volgen op haar eigen weblog.
Maar nieuw land dus. Om mijn kerstwensen dit jaar in stijl over te brengen heb ik een nieuw eilandje in Google Earth gelegd: christmasisland. Alles staat er in het teken van kerst. Als je hem nog niet ontvangen hebt dan gun ik je deze alsnog van harte.