Gerard Dummer

Alles over Onderwijs en ICT.

Browsing Posts in Geen categorie

Op zaterdag 2 november was ik aanwezig bij de Wikimedia Conferentie Nederland 2013. Deze conferentie had drie tracks: Wikipedia achter de schermen, Wikipedianen aan het werk en Vakdeskundigen en Wikipedia. Dat zorgde voor een gevarieerd programma. ik zal in deze post beschrijven bij welke sessies ik aanwezig ben geweest en wat ik daar van mee heb genomen. De dag werd geopend door Ziko van Dijk, voorzitter van Vereniging Wikimedia Nederland die ons welkom heette als vrienden van de vrije kennis.

Daarna volgde de key-note van Jan-Bart de Vreede, president van de Wikimedia Foundation. Hij noemde Wikimedia een beweging (movement) waar zich steeds meer partijen bij aansluiten.

Hij sprak onder meer over Wikipedia Zero. De manier voor ontwikkelingslanden om Wikipedia gratis te bekijken via mobiel internet. Een mooie ontwikkeling. Wel jammer dat het noodzakelijk is natuurlijk.

Jan-Bart waarschuwde ook voor paid advocacy. Dat houdt in dat bedrijven worden ingehuurd om artikelen te schrijven om een bepaald onderwerp op een positieve manier over het voetlicht te brengen. Een slinkse manier om de inhoud van Wikipedia te beïnvloeden.

Na de plenaire sessie ben ik aanwezig geweest bij een introductiepresentatie van Ziko van Dijk over de Wikimedia-beweging. Gelukkig kende ik de meeste begrippen al wel maar toch waren er weer nieuwe dingen. Zo kende ik de term thorgs nog niet. Thorgs zijn thematische verenigingen die zich ook zouden kunnen aansluiten bij de Wikimedia beweging. Het onderwerp is volgens mij zo nieuw dat ik er op internet verder nog niets over kan vinden. Het dichtste wat in de buurt komt vind ik op Meta-Wiki over Thematic Organizations.

Na deze sessie ben ik naar de sessie Wiki Loves Archives gegaan waarin de samenwerking tussen de archieven en Wikimedia werd uitgelegd. Ik vond het interessant om te zien hoe de samenwerking zich ontwikkeld. Ik ben natuurlijk ook benieuwd hoe WikiKids zoiets voor elkaar zou kunnen krijgen. Ideeën hierover hoor ik graag.

Daarna werd in deze sessie uitgelegd hoe een tool werkte om grote hoeveelheden data in te importeren in de Commons. Een tool is handig omdat het duizenden datagegevens gaat. Indrukwekkend veel dus!

Na de lunch (goed verzorgd!) was ik aanwezig bij de bliksemsessie. Daarna werden korte presentaties gehouden over uiteenlopende projecten. Zo werd onderzoek gepresenteerd over hoe ouderen bij Wikipedia betrokken zouden kunnen worden, ging Mariek van Buytene in de de rollen bouwer, houwer en breker op Wikipedia. Goed om te weten wat jezelf bent en als je online iemand anders tegenkomt die op je irritatie zit om te bedenken welke rol diegene speelt.

In deze sessie kwam ook een Wikipedians in Special Residence aan bod. Dat zijn Wikipedianen die aan de slag gaan binnen een instelling om te helpen met het samenwerken met Wikipedia. Ik denk dat het een goed idee zou zijn als er ook Wikipedians in Education zouden komen in Nederland. Kan het onderwijs zeker van profiteren. Misschien dat Hogeschool Utrecht wel zo iemand kan aanstellen?

Na deze sessie zat ik bij een sessie over de ontwikkelingen op het gebied van de Visual Editor. Een manier om op een WYSIWYG bij te dragen aan Wikipedia. Deze is al bruikbaar en tegelijkertijd nog volop in ontwikkeling. Wikimedia heeft met veel eisen te maken. Zo moet het bijvoorbeeld in staat zijn om verschillende talen aan te kunnen. Ook als die van rechts naar links geschreven worden. De presentatoren lieten bijvoorbeeld zien dat het programma Keynote crasht als je verschillende talen op één dia probeert weer te geven:

Ik denk dat we op WikiKids ook veel kunnen hebben aan de visual editor. Kijken of die geïnstalleerd kan worden.

Tot slot was ik bij een presentatie van Dimitar Dimitrov die het had over Hacking Brussels, giving Free Knowledfe a Voice. Dat leverde interessante inzichten op.

In ontwikkeling is de Collective Rights Management Directive.

Aan het eind van de dag was de uitreiking van de fotowedstrijd Wiki Loves Monuments. De winnaar was deze foto gemaakt door Uberprutser (onder CC BY SA licentie):

Alle foto’s zijn te bekijken op de Stats pagina van Wiki Loves Monuments.

Dat gevoel kan ik me voorstellen zouden de makers van de Pietitie wel eens kunnen hebben. Bij dit soort grote aantal lijkt het me handig om richtlijnen op te stellen omdat je anders je eigen Facebookpagina niet meer onder controle hebt. Wat voor soort regels zou je op moeten stellen om met dit soort grote aantallen nog om te kunnen gaan? Als ik een snelle zoektocht doe op internet kom ik al snel op de pagina van Mashable waarin een aantal regels worden voorgesteld:

  1. Spreek regels af;
  2. Delete niet direct alle negatieve commentaren;
  3. Handhaaf de regels;
  4. Doordenk wat er in het ergste geval kan gebeuren;
  5. Neem professionals in de hand.

 
Een belang uitgangspunt is het afspreken van de regels die gaan over commentaar geven. Wat sta je wel toe en wat niet?

Welke tips en ideeën zouden jullie de bedenkers van Pietitie mee willen geven? Ben benieuwd. O ja, deze post is niet bedoeld om te discussiëren over de vraag of Zwarte Piet nou wel of niet zou moeten blijven. Deze post is bedoeld om tips en ideeën te verzamelen om om te gaan met een Facebookpagina die zo groot wordt!

Derdejaars studenten heb ik de opdracht gegeven om het document Toetsen op school – Primair Onderwijs, hoofdstuk 1 en 3 samen te vatten. Dit in het kader van handelingsgericht werken. Dat heb ik op de volgende manier aangestuurd:

Ik had een Google Drive Presentatie klaar gezet voor de studenten. In deze presentatie had ik 24 belangrijke begrippen verdeeld over even zoveel dia’s.
Iedereen kreeg de link naar de presentatie en kreeg een paar begrippen om te omschrijven.
Gezamenlijk hebben de studenten de begrippen gevuld.

Dit wilde ik alle klassen apart laten doen. We hebben drie groepen derdejaars studenten. Bij de eerste twee groepen had ik dit ook gedaan. Maar in de derde groep was de opkomst jammer genoeg niet zo groot en moest ik een andere werkvorm bedenken. En daarmee kwam ik op een nog veel betere manier waarvan ik een volgende keer ook weer gebruik ga maken. De laatste groep mocht namelijk het werk van de vorige groep verbeteren. Daarmee ging de kwaliteit van het product toch nog weer een stuk omhoog.

Ik gaf de studenten ook aan dat ik deze manier van werken voor het basisonderwijs ook geschikt vond en dat ik hen ervaring wilde laten opdoen met deze manier van werken. In de eerste groepen probeerden een paar studenten daarom ook uit wat er zou gebeuren als ze niet op hun eigen dia zouden werken maar op die van een ander. Hopelijk zien ze daardoor ook straks sneller wat er mis zou kunnen gaan als ze dit doen in hun eigen klas.

De opzet die ik heb gekozen bracht ook een kleine beperking met zich mee. Ik had namelijk iedereen een link gestuurd waarmee ze zonder in te loggen toch konden bewerken. Maar daarmee is het niet mogelijk om ook afbeeldingen toe te voegen aan de presentatie. Miste ik niet echt maar toch goed om te realiseren.



Leraar24 heeft op 5 oktober ook gefilmd op edcampNL. Het resultaat is een informatief filmpje dat goed in beeld brengt wat een edcamp is.

Verder zijn er inmiddels maar liefst 20 blogberichten geschreven over de edcampNL! Heel leuk om te zien hoe positief iedereen het beleefd heeft.

Vandaag ga ik met collega’s plannen smeden om een edcamp op de Hogeschool Utrecht te houden: edcampHU. Ik ben benieuwd of dit net zo’n succes wordt als edcampNL.

Binnen onze opleiding zijn we aan het nadenken over formatief toetsen. Deze manier van toetsen willen we inzetten om het studeren van studenten te ondersteunen en stimuleren. Binnenkort starten we met een pilot hiervoor. Voor deze pilot zijn we op zoek naar een digitale tool waarmee we formatief kunnen toetsen. Inmiddels hebben we een aantal eisen op een rijtje gezet waaraan zo’n tool moet voldoen:

  • Diverse typen vragen (denk hierbij aan: meerkeuze, open woord invoeren, matching en hotspots);
  • Mogelijkheid voor multimedia toevoegen bij vragen;
  • Gebruiksvriendelijk (eenvoudig door de docent aan te maken en beheren);
  • Direct feedback kunnen geven (per vraag) aan studenten;
  • Voor docent is groepsoverzicht/resultaat beschikbaar;
  • Werkt platform onafhankelijk, liefst webbased;
    Een losse tool, maakt geen deel uit van een andere omgeving (zoals bij Moodle, Edmodo of Schoolagy);
  • Moet niet lokaal geïnstalleerd worden, studenten moeten geen apart account nodig hebben.

Een tool die er veelbelovend uitziet is Questbase (met dank aan Albert Lubberdink voor deze tip!). Daar gaan we eens verder naar kijken. We horen graag of anderen nog weer andere tools inzetten en daar heel tevreden over zijn.

Binnen de SharePointomgeving die we nu gebruiken (2010) zien we bovengenoemde mogelijkheden niet voor ons. Misschien vergissen we ons hierin? Dan horen we graag hoe dit eenvoudig (standaard) binnen SharePoint wel kan!

We hebben het idee dat de eisen redelijk volledig zijn. Maar misschien missen we nog een heel belangrijke eis? Laat het ons maar weten!

Update:

Aanvullende eisen:

  • je kunt meerdere toetsen tegelijkertijd uitzetten.

 

Door al het edcampbezigheden was ik nog helemaal niet toegekomen om mijn ervaringen te noteren van EDUsummIT 2013 in Washington.

Net als edcampNL was de EDUsummIT 2013 een bijzondere ervaring. Ook hier kwam dat grotendeels door de deelnemers. Een internationaal gezelschap waarbij zo’n beetje de hele wereld was vertegenwoordigd: van Zuid-Amerika tot Nieuw-Zeeland en van Noord-Europa tot Afrika. En ook Azië was vertegenwoordigd. Kortom een gezelschap waarin duidelijk werd dat alle onderwerpen die we bespraken ook voorzien zouden moeten worden van een cultuurspecifieke toon.

Er waren 8 werkgroepen aanwezig op EDUsummIT:

  • TWG1: Towards new systems for schooling in the digital age
  • TWG2: Advancing mobile learning in formal and informal settings
  • TWG3: Professional development
  • TWG4: Digital equity and intercultural education
  • TWG5: Assessment as, for and of 21st century learning
  • TWG6: Advancing computational thinking in 21st century learning
  • TWG7: Observatories for researching the impact of IT in education
  • TWG8: Digital Citizenship and literacies around the world

Elke werkgroep was voorbereid met een zogenaamde pre-summit paper waarin het onderwerp van de workinggroup werd geïntroduceerd en Issues/Unresolved questions/concerns werden benoemd.

Zo werden de volgende issues benoemd in TWG3:

  1. Despite progress in some areas, a major challenge remains to engage all stakeholders in developing a shared vision about the role of ICT in education with a focus on TPD in order to realize this vision.
  2. School-based communities of practice and professional learning networks have been effective in TPD for building ICT integration capability. The related challenge
    is to engage more teachers in these forms of TPD.
  3. The gap between educational research and the practice of teachers in classrooms has been noted previously. There is a need for educational research that is more closely connected to, and informs, the practice of teachers and vice versa.

In de TWG’s werd over deze issues/unresolved questions/concerns gediscussieerd en gekeken welke stappen genomen zouden kunnen worden om hier een oplossing voor te vinden.

Zelf was ik ingedeeld in TWG2 Advancing mobile learning in formal and informal settings. Een groep waar ik zelf niet zoveel feeling mee had jammer genoeg. Hopelijk dat als ik een volgende keer wordt uitgenodigd ook over Professional Development mee kan praten. Een onderwerp waar ik me dagelijks mee bezig hou.

Dat nam niet weg dat de discussies in de TWG 2 heel interessant waren en dat ik hier veel van geleerd heb. Zeker van de mensen die wel hierin gespecialiseerd waren. Mensen met ervaring in het invoeren van 1:1 tablet projecten bijvoorbeeld. Ook op het gebied van formal en informal learning vond ik het interessant om mee te discussiëren.

Idee van TWG2 is om best practises rondom mobile learning te verzamelen waarbij rekening wordt gehouden met een aantal criteria (zie presentatie hieronder).



Als het gaat over mobile learning moet ik altijd denken aan de producten van De Waag. Ik zie nu ook dat er inmiddels een heuse Mobile Learning Academy. Dat zou zeker voor deze groep interessant kunnen zijn.

Wil je mijn tweets teruglezen over de edusummit dan kun je ze via de Storify’s van Bram Bruggemans bekijken: dag 1 en dag 2.

Inmiddels is ook afgesproken dat de Nederlandse delegatie (iets meer dan 10 personen) ook bij elkaar gaat komen. De eerste bijeenkomst staat gepland op 25 november in Utrecht.

Gisteren, op 5 oktober 2013, was de eerste Nederlandse edcamp in Houten. Wat begon als een bericht op mijn blog op 6 augustus 2013 groeide twee maanden later uit tot een heuse unconference. Ongelooflijk bijzonder om te zien hoe snel zoiets kan gaan. Ik ben blij dat het zo snel is opgepakt en dat zoveel mensen enthousiast zijn geworden over deze manier van professionaliseren.

Krachtige realisatie
De kracht van de snelle realisatie zat, volgens mij, in verschillende dingen.

Ten eerste denk ik dat veel leerkrachten het een mooie manier van professionaliseren vinden. Eentje die aansluit bij een stroming van professionaliseren waarbij het heft in eigen handen wordt genomen. Frans Droog schreef daar al over en noemde daarbij verschillende initiatieven. Ik denk zeker niet dat dit de enige manier is maar wel eentje die een duidelijke plek verdient naast de al bestaande vormen van professionaliseren.

Twee oorzaak: de kracht van het netwerk. Een netwerk dat door zijn diversiteit en grootte in staat is om evenementen op touw te zetten die je in je eentje niet voor elkaar kunt krijgen. Ik had edcampNL nooit in mijn eentje kunnen realiseren. Ik denk niemand! Het is een gezamenlijke krachtsinspanning geweest waaraan iedereen zijn steentje heeft bijgedragen.

Derde oorzaak: enthousiasme en positiviteit. Vanaf het begin was er een positieve flow om van de edcamp een succes te maken. Misschien kwam dit wel doordat het geen commerciële activiteit was maar eentje die kwam uit het onderwijshart van velen.

EdcampNL was een feest
Ik heb de dag zelf beleefd als een groot feest moet ik zeggen. De locatie, Het Houtens, was perfect. Een mooie centrale hal met dichtbij gelegen lokalen die waren voorzien van wifi en digiborden. De hulpvaardigheid was groot van iedereen bij de verschillende taken die moesten gebeuren: bemannen van de inschrijftafel, het ophangen van de inschrijflijst voor de workshops, het snijden van de taarten en het helpen bij het inrichten en opruimen van de lokalen. Het feit dat er zoveel mensen waren die een workshop wilden geven en hun ervaringen wilden delen.

Aan het begin van de dag hebben we als organisatoren nog even voor de zekerheid rondgelopen om te kijken of alles liep. We zagen al snel dat het heel goed liep. Zo konden wijzelf ook aansluiten bij workshops. Ook hier merkte ik weer dat de diversiteit van deelnemers binnen de workshops zorgde voor verrassende inzichten die elkaar versterkten. Ik merkte ook dat het niet nodig is om als deelnemer precies te weten wat er op het programma zou komen te staan omdat je je altijd kunt verhouden tot de onderwerpen die aan bod komen.

Hoe nu verder?
Er zijn verschillende mensen die hebben aangegeven dat ze deze vorm van conferentie houden erg leuk vinden. Nu hebben wij deze edcampNL georganiseerd. Het staat natuurlijk iedereen vrij om de volgende edcampNL te organiseren. Wij kunnen daar zeker in meedenken als je wilt maar je mag het ook helemaal zelf doen natuurlijk! Er werd al gesproken over regionale edcamps (bijvoorbeeld een EdcampAmsterdam) of een edcamp voor de eigen onderwijsstichting. Ik ben benieuwd hoe dit zich zal ontwikkelen.

Tot slot
Ik wil graag iedereen bedanken die van edcampNL een bijzondere ervaring hebben gemaakt: mijn mede-organisatoren en alle deelnemers. Top!

Vorige week organiseerde Surf een bijeenkomst over docentprofessionalisering en ICT. Doel van dit rondetafelgesprek was om te kijken welke initiatieven er op dit gebied zijn en wat er van elkaar geleerd kan worden. Wilfred Rubens schreef hier al over en ook Ria Jacobi zei hier al zinnige dingen over. Beiden gaan in op manieren waarop die docentprofessionalisering moet plaatsvinden.
Maar ik vind dat voordat je kunt gaan praten over de manier waarop die professionalisering moet plaatsvinden dat je eerst moet vaststellen waarop je gaat professionaliseren. Wat is het kader dat je als uitgangspunt neemt? Aan welke competenties zou je moeten werken? Ik denk dat dit belangrijk is omdat je dan ook de professionalisering zelf meer handen en voeten kunt geven. En nog belangrijker misschien: dat je jezelf ook als professional kunt ontwikkelen. Is namelijk niet duidelijk waarop je zou moeten professionaliseren dan blijft het lastig om vast te stellen wanneer de professionalisering geslaagd is.
Ik denk dat er voor Nederland één kader zou moeten zijn waarop docenten zich kunnen richten. Het kader dat ik het meeste kans van slagen zie hebben, is de Kennisbasis ICT (2013) zoals die door ADEF is geformuleerd. Het is een generiek kader dat toch gedetailleerd genoeg is om professionalisering handen en voeten te geven. Natuurlijk zal dit kader per onderwijssoort anders ingevuld kunnen worden. Een juf in het basisonderwijs doet niet precies hetzelfde als een hoogleraar in de universitaire wereld.
Voor lerarenopleiders is de themagroep ICT en Onderwijs van het VELON bezig met het formuleren van een kennisbasis ICT toegespitst op de lerarenopleider. Kern hiervan zal ook de Kennisbasis ICT zijn zoals geformuleerd door ADEF. Hier komt een schil opleidingsdidactiek omheen te staan. Op 8 november 2013 kun je als lerarenopleider tijdens de studiedag van VELON hierover meepraten. Dan leggen we namelijk het eerste voorstel voor.

Een paar weken geleden heb ik een presentatie gegeven aan de studenten de de minor Kunst en Cultuur volgen op de Hogeschool Utrecht. Ik heb daarbij vooral gekeken naar de mogelijkheden die technologie biedt om met kunst en cultuur aan de slag te gaan. In de presentatie hieronder kun je zien welke voorbeelden ik heb laten zien.



Een van de opdrachten was om een foto te maken naar het voorbeeld van Jan von Holleben.



Het mooie van deze opdracht is dat studenten worden uitgedaagd om goed na te denken over hoe ze de foto moeten maken. Onderzoek zit hier op een natuurlijke manier in verweven. Ook beschouwing achteraf verloopt bij deze opdracht heel prettig. Samen kun je kijken hoe je de illusie nog sterker had kunnen maken.

Even een korte update wat er de afgelopen tijd allemaal is gebeurd naar aanloop van de ecampNL:

Het beloofd een mooie edcamp te worden. Heb er zin in. Nog maar 25 dagen!