Gerard Dummer

Alles over Onderwijs en ICT.

Browsing Posts in Geen categorie

Tijdens oud en nieuw hebben we behoorlijk wat Dominion gespeeld. Jammer genoeg was er maar één doos tot onze beschikking op dat moment. Jammer, omdat er zeven dozen zijn met heel veel kaarten. Toch lukte het ons om steeds weer nieuwe sets te maken met die ene doos. Op een gegeven moment vroegen we ons af hoeveel sets je eigenlijk zou kunnen maken van die ene doos. Op de terugweg hebben we dat uitgerekend en hebben we daar een wiskundige formule voor gemaakt. Met dank aan mijn lieve vrouw, die veel beter in wiskunde is dan ik.

Korte antwoord
Het korte antwoord op deze puzzel is: je kunt 376 unieke sets maken vanuit het basispakket van Dominion.

De formule
De formule die leidt tot dit antwoord is: (A-B + 1) + (A-1)((A-B)

A = het totaal aantal dat je tot je beschikking hebt
B = het aantal kaarten dat je per set (of spel) nodig hebt.

In de basisset van Dominion zitten 25 koninkrijkskaarten waarmee je sets kunt maken. Per set heb je 10 kaarten nodig.

Vul je deze getallen in de formule in dan krijg je het volgende:

(25 – 10 + 1) + (25 -1)(25-10) = 16 + (24)(15) = 16 + 360 = 376

Speel je met 7 dozen Dominion en stel je je eigen sets samen dan heb je de beschikking over (ongeveer) 175 unieke kaarten en leidt deze formule tot maar liefst 28.876 unieke combinaties.

Uitleg van de formule
Welke wiskundige kan onze formule ook uitleggen? Of onze werkwijze herleiden? We horen het graag.

Foutje? Bedankt!
Of wie wijst ons op eventuele fouten in de formule? We horen het graag. Ondertussen spelen wij nog een potje Dominion.

Vind je spelletjes spelen leuk en zou je dat wel een weekend vol kunnen houden? Dan is het spelletjesweekend van 17 tot en met 19 januari in Schoorl misschien wel iets voor jou. Je kunt je opgeven via de website van Dopersduin. Of via de telefoon: Opgave: 072-5091274 of email: info@dopersduin.nl

Voor mijn les aan derdejaars wilde ik graag het gedicht van Taylor Mali samenvoegen met de cartoon die er over is gemaakt door Zen Pencils. Hieronder het resultaat.



Een jaar lang zijn we op zoek geweest naar handgeschreven briefjes achter glas. En na een strenge selectie en ordening is nu het boek Briefjes achter glas af. Via lulu.com kun je het als e-book bestellen.

De tekst op de achterflap is als volgt:

In Briefjes achter glas gluur je met ons mee naar binnen in de Nederlandse huiskamer. Soms is de boodschap helder, dan weer ontroerend of onbegrijpelijk. Altijd is het met de beste bedoelingen achter het raam geplakt. Bedoeld om gelezen te worden. Hoe beroerd het handschrift ook is.

Benieuwd naar het boek? Je kunt hieronder hoofdstuk 1 al vast bekijken:


Op de landelijke Kennisbasis Toetsen, welteverstaan:

  • Onze propedeuse studenten hebben 8-14% boven het landelijk gemiddelde gescoord bij de nieuwe landelijk verplichte Mens & Wereld toetsen voor Natuuronderwijs, Geschiedenis en Aardrijkskunde.
  • Onze 3e jaars studenten hebben in periode A ook boven het landelijk gemiddelde gescoord bij de nieuwe landelijke toetsen taal en rekenen/wiskunde. Wat betreft Rekenen/Wiskunde scoren de ITT-studenten licht boven het landelijk gemiddelde; bij Taal ruim 20% daarboven.

Ook in Utrecht, op de ITT, scoren onze studenten hoger dan landelijk gemiddeld. Mooi werk dus van mijn collega’s en onze studenten!

Hieronder een filmpje dat op de hogeschool is gemaakt.



Op 24 januari 2014 wordt in Utrecht de tweede landelijke edcamp georganiseerd. De edcamp wordt gehouden in het gebouw van Hogeschool Utrecht, Padualaan 97, op de Uithof. Het programma loopt van 9.00 tot 17.00 maar je kunt natuurlijk ook een dagdeel aanwezig zijn.

De eerste edcamp werd georganiseerd op 5 oktober in Houten en was een groot succes. We hopen natuurlijk van deze editie ook zo’n groot succes te maken.

Wil je precies weten wat een edcamp is? Kijk dan op onze uitlegpagina over de edcamp.

Je kunt je opgeven op de Inschrijfpagina van EdcampUtrecht.

Organisatoren deze keer zijn, naast ondergetekende, Martijn Koops en Don Zuiderman.

Het authentiekste schrijflab ter wereld. Zo bedacht ik gisterochtend, dat ik WikiKids zou introduceren op de conferentie: Het Schoolvak Nederlands (HSN). Deze keer werd de conferentie gehouden in Utrecht op de hogeschool. Voor mij dus een thuiswedstrijd. De presentatie had een plekje gevonden in de lijn van Nieuwe Media. Vond het leuk om te doen en goed om dit publiek van Neerlandici iets te vertellen over de mogelijkheden van WikiKids voor het schrijfonderwijs. Natuurlijk hebben we ook nog even gezamenlijk een artikeltje geschreven om een idee te krijgen wat het precies inhoudt.

Ik zou het graag nog een keer doen! Misschien dan samen met een leraar die deze keer geïnspireerd is geraakt en dan zijn ervaringen wil delen.


De derdejaars studenten van Pabo Amersfoort hadden gisteren een bijeenkomst waarin ze aan de slag gingen met het opstellen van hun leervragen en waarin ze aanbod kregen over de toetsstof. Om iedereen op maat te kunnen bedienen had ik in totaal 21 kleine opdrachtjes klaar staan. Negen opdrachten waren gericht op het verdiepen/ oriënteren op de leervragen waarin ze ICT moeten opnemen. Twaalf opdrachten waren gericht op de praktische toepassing van de theorie die ze voor de toets moeten bestuderen.

In het bestand hieronder zie je die opties allemaal op een rijtje.

Na vier jaar intensief moderatorschap heeft gebruiker Apoo van WikiKids afscheid genomen van zijn moderatorschap. Daarmee begon hij op 14-jarige leeftijd. Af en toe is hij nu nog wel eens actief op WikiKids maar niet meer zo intensief als hiervoor. Omdat ik zijn ervaring uniek vind, wilde ik zijn verhaal graag delen met een groter publiek. Iets wat normaal gesproken achter de schermen gebeurt, wordt hier even in het zonnetje gezet. De onderstaande blog heeft hij, op mijn verzoek, hier over geschreven. We zijn erg blij met de inzet van Apoo van de afgelopen vier jaar.

‘Vraagje!’, ‘Waarom?’ en ‘Kun je even …’, zijn het begin van de vragen die ik de afgelopen vier jaar als moderator op WikiKids heb gehad. Een kleine duizend heb ik moeten beantwoorden, kinderen willen immers alles weten en dat is hun goed recht. Werken met kinderen vraagt soms creativiteit en flexibiliteit. In deze blog geef ik jullie een klein kijkje in het leven als moderator: wat zijn de dingen die mij na al die jaren nog steeds bij zijn gebleven?

Op WikiKids heb ik alle soorten kinderen leren kennen. De een heeft zijn weg zo gevonden terwijl de ander nog even wat hulp nodig heeft. De een gaat serieus aan de slag terwijl de ander er een rotzooi van maakt. Als moderator was ik verantwoordelijk voor de sfeer en veiligheid op WikiKids. Dat vroeg soms enige inspanning. Iedere wijziging die aan WikiKids werd aangebracht moest worden gecontroleerd. Op de drukke dagen kon dit wel eens oplopen tot vierhonderd. Gelukkig stond ik er niet alleen voor, samen met andere moderatoren hielden we WikiKids netjes.

De focus lag dan voornamelijk op wat wij noemen ‘vandalisme’. Als iemand er bewust een rotzooi van had gemaakt, vaak was dat het vol kladden van pagina’s met scheldwoorden, dan had ik er geen moeite mee om die persoon stevig aan te pakken. Geen lange, vage verhalen over wat wel en niet netjes is, maar gewoon duidelijkheid: ‘als je dit nog een keer flikt, krijg je een ban.’
Moderator zijn maakte me niet altijd populair, vooral de kinderen die ik de toegang tot WikiKids had ontzegd waren daar soms niet blij mee. ‘Dictator’ heb ik het meeste naar mijn hoofd toe gekregen, vooral met Hitler ben ik veel vergeleken. Ook boze mailtjes met beledigingen waren op den duur niet bijzonder meer. Sommige kinderen gingen nog een stapje verder en schreven een mooi gedicht over hoe stom ik wel niet was.

Recherche
Als moderator vervulde ik regelmatig de rol van rechercheur. Bij iedere bewerking op WikiKids word je IP-adres opgeslagen. Zo kon ik zien wie er stiekem een nieuw account had aangemaakt en zich voordeed als iemand anders. Ook zocht ik regelmatig uit of een IP-adres bij een school hoorde om zo in uiterste gevallen contact op te nemen met de directeur.

Een zaak zal me voorgoed bijblijven. Er was op WikiKids al een tijdje een gebruiker die zijn pijlen op mij gericht had. De bekende dictator vergelijking werd steeds gemaakt en verschillende pagina’s werden hierbij gevandaliseerd. De gebruiker was zo slim om steeds een nieuwe computer te gebruiken en zodoende kon ik niets anders doen dan afwachten en blokkeren.

Toch heb ik het er niet bij laten zitten. Ik ben uit gaan zoeken vanaf welke IP-adressen de bewerkingen gedaan werden en zo kwam ik er achter dat het vanaf een school gebeurde. Ik heb toen direct contact opgenomen met de school en samen hebben we toen een aantal ‘verdachten’ kunnen selecteren. Door Twitter ben ik er uiteindelijk achter gekomen wie er achter de bewerkingen zat (de kracht van social media) en heb dit aan de school doorgegeven.

Die avond, ik weet het nog goed, zat ik in de trein toen ik via mijn mobiel een mailtje binnen kreeg. De school had de betreffende persoon inclusief ouders uitgenodigd op een gesprek om hem met zijn gedrag te confronteren. Daarbij had hij alles bekend. Hij werd geschorst voor zijn gedrag. Toen ik dit las riep ik heel hard “YES!” door de coupé heen. Ik was erg blij dat deze zaak na een maand eindelijk was opgelost en de school goed had doorgepakt.

Begeleiding
Gelukkig was het moderatorwerk niet alleen maar kommer en kwijl, er zijn ook hele mooie momenten die ik mee heb mogen maken. Het allerleukste aan mijn werk vond ik om te zien wanneer mijn uitleg er ook echt voor zorgde dat iemand iets daarna wel goed deed. Bij veel kinderen was het probleem dat ze hadden met WikiKids binnen een aantal berichtjes opgelost, maar het kwam ook een paar keer voor dat kinderen, die erg gemotiveerd waren om te bewerken op WikiKids, niet echt hun draai konden vinden.

Ik begon dan met een intensieve begeleiding. Meestal hield dit in dat ik iedere bewerking die de gebruiker deed controleerde. Elke keer als er iets fout ging besprak ik met deze gebruiker wat er dan precies fout ging en hoe we dat in het vervolg konden voorkomen. Gedurende zo’n begeleiding kom je meer over iemand te weten. Zo heb ik een keer met iemand te maken gehad die vertelde dat hij autistisch was en daarvoor ook speciaal onderwijs volgde. In zo’n geval moet die flexibiliteit en creativiteit naar boven komen. Ik heb van alles geprobeerd: goede bewerkingen extra belonen, foute bewerkingen juist afstraffen. Veel vrijheid geven of juist heel duidelijk de grenzen aangeven. Overleg met andere moderatoren is hierin erg belangrijk, we moesten deze gebruiker namelijk op een specifieke manier behandelen en het was belangrijk dat we dat allemaal hetzelfde deden. Uiteindelijk is de gebruiker gestopt met bewerken op WikiKids. Iets wat voorlopig het beste leek na een jaar lang intensieve begeleiding met momenten waarbij we soms met onze handen in het haar zaten.

Gelukkig was dit de enige keer dat we het hebben moeten ‘opgeven’. Ik wil afsluiten met een zaak waar ik stiekem wel een beetje trots op ben. Een zaak waar de begeleiding goed is uitgepakt. Drie jaar geleden deed deze gebruiker zijn eerste bewerking op WikiKids. Hier en daar zaten er wat foutjes in, logisch want de gebruiker was net nieuw. Na een tijdje begon het me op te vallen dat de gebruiker de berichten die ik hem stuurde niet las. Ik kreeg het gevoel alsof ik tegen een muur aan het praten was. De gebruiker wilde graag met goede bedoelingen meehelpen aan WikiKids, maar deed eigenlijk alles verkeerd. Na een lange en intensieve begeleiding van ruim anderhalf jaar waarop er soms momenten waren dat we het samen niet meer zagen zitten heeft deze gebruiker toch de smaak te pakken gekregen. Zo goed zelfs dat deze gebruiker al bijna twee jaar deel uit maakt van het moderatorteam van WikiKids.

Zo zie je maar dat iedereen iets goeds in zich heeft en dat te snel opgeven geen optie is. Ik kijk met een heel tevreden gevoel terug op mijn werk dat ik voor WikiKids heb gedaan. Ik heb er veel van geleerd en ik hoop dat ik anderen ook een stukje kennis heb bijgebracht.

Welke uitgever maakt als eerste een geflipte methode? Of zijn bestaande uitgeverijen daar niet toe in staat? Die vragen stelde ik op twitter. Ik ben blij met de input en discussies die daar op volgden. Het maakt ook dat het concept van een geflipte methode steeds duidelijker vorm krijgen. Hoe zou een geflipte methode er uit kunnen zien?



Hoe ziet een geflipte methode eruit?
Kern van een geflipte methode is naar mijn idee dat in de klas verwerkingsopdrachten op verschillende niveaus en richtingen centraal staan. Daar om heen is een leeromgeving gebouwd die er voor zorgt dat leerlingen met die verschillende verwerkingsopdrachten aan de slag kunnen gaan. Dat betekent bijvoorbeeld dat instructies en achtergrondinformatie beschikbaar zijn. Die instructies en achtergrondinformatie kunnen op verschillende manieren worden aangeboden. Flippen is natuurlijk het meest bekend om de video-instructies die leraren nu al hebben gemaakt. Dat zou ook een belangrijk onderdeel zijn van die leeromgeving. Maar ik denk zeker niet dat dit de enige manier is. Een instructie of achtergrondinformatie met behulp van gewone tekst en plaatjes zou er ook in opgenomen zijn. Of een overzicht in de vorm van een mindmap. Of… (zet hier elke vorm neer die leerlingen helpt om de stof te laten begrijpen).

Een groot deel van een geflipte methode zal digitaal zijn. Dat maakt het makkelijker om instructies op verschillende manieren naast elkaar aan te bieden. Maar een groot deel betekent niet helemaal. Wat analoog beter gaat dan digitaal moet je natuurlijk zo aanbieden.

Meer ideeën hoe zo’n geflipte methode er uit zou moeten zien? Laat het maar weten via een commentaar. Het er helemaal niet mee eens? Ik hoor graag je bezwaren. Ik denk dat het een goed idee is (al zeg ik het zelf) maar laat me graag overtuigen van het tegendeel.

Samen
Een belangrijk punt vind ik dat leraren die nu nog individueel flippen gaan samenwerken om tot een geflipte methode te komen. Waarom? Omdat ik denk dat je alleen op die manier een duurzaam geflipte methode kunt krijgen. En omdat je dan een groot deel van de leerlingen kunt bereiken. In plaats van een paar procent die je nu bereikt. Een paar keer is de zorg geuit door leraren die flippen dat ze hun clips maken voor hun eigen leerlingen. En dat die persoonlijke band er mede voor zorgt dat de clips zo goed werken. Omdat ze inspelen op waar leerlingen tegen aan lopen. Ik denk dat die zorgen onterecht zijn. De clips worden nu ook al door leerlingen van andere scholen bekeken. En ik denk dat deze leraren zo goed zicht hebben op waar leerlingen tegen aan lopen dat hun clips niet alleen voor hun eigen doelgroep geschikt zijn maar voor alle leerlingen die op dat niveau les krijgen.
Ik zou willen pleiten voor een samenwerkingsverband van leraren die gezamenlijk een geflipte methode maken. Wie meldt zich aan?