Op de opleiding hebben nu ook twee studenten samen met hun leerlingen een lipdub gemaakt. Het resultaat zie je hier.
Deze clip is geïnspireerd door de Lipdub van de Dr. Boschschool.
Deze periode verzorgen we lessen samen met vakdocenten van onder andere Nederlands. Onderwerpen die aan de orde komen zijn woordenschat en informatievaardigheden. Wij laten zien hoe je binnen woordenschatonderwijs ICT kunt inzetten. Ook laten we zien hoe je stellen en lezen kunt combineren met informatievaardigheden. De manieren staan in de presentatie op een rijtje.
Ga in januari naar Londen om BETT te bezoeken. Vrijdag kom ik aan en bezoek zaterdag de beurs. Rekenvraag daarom voor deze website:
De afgelopen week hebben mijn collega, Don Zuiderman, en de collega’s van Rekenen een les gegeven over Rekenen in de digitale realiteit. Deze gezamenlijke les levert mooie nieuwe inzichten op. Het internet biedt namelijk veel informatie waarbij het goed is om daar eens kritisch naar te kijken vanuit een rekenkundige bril. Eerder gaf ik al het voorbeeld van Google Maps dat voor je uitrekent dat je in 9 minuten van het centraal station in Amersfoort naar het nieuwe gebouw in Amersfoort kan lopen.
Onze rekencollega, Marjolein Kool, voegde daar voorbeelden aan toe van wereldrecords (hoe snel is dat eigenlijk als Sven Kramer de 5 kilometer in 6.14 minuten wint) en benadrukt dat het gaat om gecijferdheidsvragen. Een vraag: hoe lang duurt de reis van Utrecht naar Amsterdam is “rekenkundig” minder interessant dan de vraag: Ik ben op school en kan ik binnen een uur ook in de Bijenkorf in Amsterdam zijn? Gecijferdheidsvragen gaan uit van de realiteit en proberen die rekenkundig te onderzoeken.
Marjolein liet ook zien hoe je met foto’s aan de slag kunt gaan (bijvoorbeeld foto van kleinste man ter wereld die tussen de benen van een vrouw staat; blijkt die vrouw de vrouw met de langste benen ter wereld te zijn).
Bracht mij op het idee om eens te kijken naar “wiskundige” termen op internet. Ik begon met “lengte” in te typen in Google. Kreeg ik toch niet direct de resultaten waar ik op zat te wachten…
Leuker wordt het als je bij Google Afbeeldingen “grootste” intypt.
Zo kom je direct te weten dat Gibson de grootste hond ter wereld is met een schofthoogte van 107 centimeter. Is de vraag natuurlijk hoe groot hij is als hij op zijn achterpoten gaat staan.
Zoek je op kleinste man ter wereld dan krijg je ook mooie resultaten.
Zo zijn er natuurlijk nog veel meer grootte- en hoogte- diepte- zwaarte-lichtste- snelste- langzaamste records die je op internet kunt vinden.
Tot slot nog een vraag, waar je ook een tikkeltje mediawijs voor moet zijn:
Hoe groot moet het aquarium zijn voor de grootste vis ter wereld?
Gisteren heb ik op het Oranje Nassau College in Zoetermeer een presentatie gegeven aan docenten over social media. Die presentatie zie je hier onder.
Ik moet zeggen dat ik zelf maar matig tevreden was over de bijeenkomst. Het onderwerp social media is zo breed dat uitleg geven over het onstaan en een overzicht geven van de mogelijkheden al snel leidt tot een opsomming van verschillende diensten. Analyse van mijzelf achteraf was dat ik het onderwerp veel sterker had kunnen linken naar mediawijsheid (waaronder informatievaardigheden) omdat dit een logisch gevolg is voor het onderwijs. Voelde me achteraf dus op het verkeerde been gezet (door mijzelf).
Op dag twee van de onderwijsdagen (#owd2010) heb ik de volgende sessie bijgewoond: keynote van Christiaan Alberdingk Thijm, eigen sessie verzorgd over het programma SketchUp en de mogelijkheden voor rekenen, presentatie over verrijkte weblectures en de afsluitende keynote van Sugata Mitra.
Keynote van Christiaan Alberdingk Thijm
C.A. Thijm is gespecialiseerd in auteurs- en informatierecht aan de UvA. Hij is auteur van het boek “Het nieuwe informatierecht”, nieuwe regels voor het internet. Daar zo meer over. In zijn lezing ging hij vooral in op de sociale media waarbij hij de vraag stelde hoe sociaal de sociale media is. Hij gaf aan dat alle media waarmee je kunt communiceren sociale media is. Een mooie eenvoudige definitie vond ik.
Hij gaf aan dat er verschillende manieren zijn waarop mensen via sociale media met elkaar communiceren:
Bedrijven gebruiken sociale media om zich te promoten (communicatie in een richting), maar ook bands en anderen doen dit. Praten (communicatie in twee richtingen) zie je daadwerkelijk steeds meer gebeuren. Thijm liet een slide zien waarin staat hoeveel er bijvoorbeeld geretweet en gereageerd (@) werd op berichten. In zo’n zeventig procent van de gevallen is het alleen nog maar zenden. Tot slot pesten (ook een vorm van eenrichtingscommunicatie, volgens mij) waaronder Thijm bijvoorbeeld spam schaarde en de actie van Youp van het hek tegen T-mobile.
Het nieuwe informatierecht
Is de titel van het boek dat Thijm geschreven heeft en waarin op heldere manier informatierecht wordt uitgelegd. Hij gaat in het boek in op de volgende onderwerpen:
Die nieuwe regels luiden:
SketchUp en de mogelijkheden voor rekenen
Vanaf half twaalf tot kwart over één mocht ik zelf een workshop houden op de beursvloer over SketchUp. Alle computers waren bezet en ik hoop dat iedereen een beetje de boel heeft kunnen volgen. De presentatie die ik hiervoor gebruikte ter introductie vind je hieronder. Alle voorbeelden zijn terug te vinden via de plaatjes in de presentatie.
Verrijkte weblectures
Een onderwerp dat tot voor kort nog zich ver buiten mijn gezichtsveld afspeelde omdat op Hogeschool Domstad we hier geen mogelijkheden voor hadden. Nu we gefuseerd zijn met de HU komt dit opeens een stuk dichter bij. Daar wordt gewerkt met Presentations2Go. Vandaar dat ik deze sessie van van de Special interest Group (SiG) Webstroom en SiG xs=use/ handicap + studie bijwoonde.
Ik vind weblectures an sich al verrijkend voor het onderwijs maar Chris Nieuwenhoven, Linda Nieuwenhuijsen en Sylvia Moes lieten zien dat behalve opgenomen video’s van de docent je nog meer kunt doen door digitale bronnen toe te voegen en door weblectures te ondertitelen (voor doven) en daarmee ook doorzoekbaar te maken.
Het lijkt me een goed idee als we binnen ons onderwijs ook gaan werken met verrijkte weblectures. Zo kun je studenten in de beperkte tijd die je hebt toch zoveel mogelijk op weg helpen.
Sugata Mitra
De onderwijsdagen werden in stijl afgesloten door Sugata Mitra. Vond het bijzonder om hem nu ook live mee te maken na hem verschillende keren gezien te hebben via TED-filmpjes. Hij is bekend van de “the hole in the wall” onderzoek. Kern van zijn verhaal was dat het gebruik van netwerken veranderingen in het onderwijs tot stand kan brengen (als ik het in mijn eigen woorden weer geef). Samenwerkend leren zorgen kinderen ervoor dat ze elkaar verder helpen met onderwerpen waar ze in hun eentje niet uitkomen.
In zijn onderzoek stelde hij zich de vraag of kinderen iets kunnen leren als de leraar het hen niet verteld. Het blijkt dat leerlingen met de problemen die ze voorgeschoteld krijgen enthousiast aan de slag gaan. Ze komen dan tot een bepaald niveau. Om hen verder te helpen/ uit te dagen gebruikte hij de grootmoeder methode. Iemand die zegt: wat knap dat je dat kan, dat kon ik toen ik zou oud was als jou nog niet. Dat werkt blijkbaar zo succesvol dat hij nu online oma’s heeft (grannies in the cloud).
In die Self Organizing Learning Environment (SOLE) zou ik me nog wel eens verder willen verdiepen. Is het echt mogelijk om leerlingen zo te laten werken en goede resultaten te halen? Misschien dat ik me in de komende tijd hier nog eens verder in verdiep.
Tekst en beeld zijn al duidelijk aanwezig in het kader van mediawijsheid. Maar getallen zie ik nog niet zo direct terugkomen. En toch is dat onderwerp dat centraal stond in het overleg dat wij hadden vandaag met onze rekencollega’s.
We zijn druk bezig met het voorbereiden van het volgende thema (thema 6). En ook in dit thema werken we samen met de rekencollega’s. In het vorige thema stond de interactieve nabespreking met behulp van het digibord centraal. Het volgende thema gaat over vakoverstijgend werken (of: projectmatig werken, thematisch werken, vakgeïntegreerd werken). Bij vakoverstijgend werken hanteren we vanuit ICT de volgende vierdeling:
Vorig jaar behandelden we deze onderwerpen allemaal zelf in de les. Nu proberen we dit samen met de collega’s van Rekenen, Nederlands en Geschiedenis te combineren. En vandaag hadden we dus overleg met de rekencollega’s.
Voor de combiles rekenen en ICT richten we ons op de tweede stap uit de vierdeling: mogelijkheden van ICT tijdens het doen van onderzoek. In combinatie met rekenen levert dit het volgende op: met een rekenbril kijken naar de mogelijkheden die ICT biedt bij het doen van onderzoek.
De vraag is natuurlijk: hoe kun je met een rekenbril kijken naar de mogelijkheden van ICT bij het doen van onderzoek? Daarvoor moet je iets weten over wat de didactiek van rekenen is en wat de mogelijkheden van ICT zijn. Vanuit rekenen is een van de aspecten die belangrijk is: het kritisch kunnen omgaan met getallen in de wereld om je heen. Traditioneel zijn dit opdrachten die ook wel bekend staan onder de naam: “rekenen met de krant”. In dit soort opdrachten staat een krantenartikel centraal waarin rekenkundige informatie staat vermeld met, kort door de bocht geformuleerd, de vraag: klopt dit? Dit soort opdrachten kun je ook doen als je het internet gebruikt. Het komt daarmee in het kader te staan van de vraag: klopt deze informatie die ik vind op internet als ik die vanuit een rekenkundige kant bekijk? Het maakt daarmee deel uit van mediawijsheid.
Concreet voorbeeld
We hadden studenten in thema 5, om te laten nadenken over informatie-/ zoekvaardigheden, de volgende vraag voorgelegd:
Hoe lang is het lopen van het Centraal Station in Amersfoort naar ons nieuwe gebouw?
Voor deze vraag moet je beschikken over een aantal informatievaardigheden. Je moet namelijk bedenken dat je het adres van de nieuwe hogeschool moet opzoeken (welke zoekwoorden gebruik ik hiervoor) en je moet weten dat je een website kunt gebruiken waarop je die informatie kunt invoeren (bijvoorbeeld Google Maps). Daarna moet je weten hoe je de informatie invoert op de website (onderdeel Routebeschrijving, van A naar B: A) Centraal Station Amersfoort; B) De Nieuwe Poort, Amersfoort; en optie Lopen kiezen). Dan zou dit de route kunnen zijn die je krijgt:
Maar iedereen die al wel eens naar de nieuwe hogeschool is gelopen weet dat je beter de achteruitgang kunt nemen:
Google rekent dan direct voor je uit dat deze 800 meter in zo’n 9 minuten gelopen kan worden.
Google rekent het je dus voor. Maar klopt het ook wat er staat? Kun je ook nagaan of de berekening die Google gemaakt heeft ook klopt? En die vraag is waar het rekenkundig dus interessant wordt. Wat als je 800 meter in 9 minuten loopt, hoeveel kilometer per uur loop je dan? En is dat snel? Is dat een snelheid die jij zou kunnen volhouden, of geldt dat voor een volwassen iemand?
Kritisch omgaan met rekenkundige informatie op internet. Ik vond het overleg erg interessant. Aan studenten straks de opdracht om hun eigen kritische vragen te stellen en hier kinderen weer bewust van te maken. Ik ben benieuwd met wat voor rekenproblemen zij komen en hoe ze dit verbinden met projectmatig werken.
Vandaag was de kick-off bijeenkomst van Mediamachtig, de stichting, bedacht door Margreet van den Berg, waarmee scholen subsidie aan kunnen vragen voor mediawijsheidsprojecten. Het was inspirerend omdat alle sprekers een interessant verhaal hielden.
De middag werd gestart door Margreet zelf. Zij schetste de ontstaansgeschiedenis en de randvoorwaarden voor het aanvragen van de subsidie. De ondertitel van Mediamachtig is om samen wijs te worden. En samen betekent in dit geval leraar en leerling maar ook instellingen zoals de bibliotheek en culturele centra.
Elke spreker had wel een aantal punten waarvan ik dacht: ja, dat is mooi gezien of gedacht. Margreet, die dus begon, gaf aan dat ze mediawijsheid ophing aan 3 C’s: content, contact en conduct. Een mooie kapstok om te gebruiken. Onder content valt, naar mijn idee, een onderwerp als nadenken over betrouwbaarheid van materiaal dat je vindt op internet maar zelf ook materiaal plaatsen. En dan heb je het je het ook over auteursrechten en vrije licenties zoals creative commons. En onder conduct vallen, naar mijn idee, alle zaken die te maken hebben met mediapedagogiek (opgroeien online, digitaal pesten, contacten leggen).
Afsluitend gaf Margreet aan dat er zoveel mooie dingen gebeuren in het onderwijs. En dat Mediamachtig die initiatieven een kans geeft om verder uit te groeien.
De tweede spreker was Remco Pijpers, tevens secretaris van de stichting, van Mijn Kind Online. Hij deelde zijn ervaringen met kinderen en jongeren en mediagebruik in de afgelopen 10 jaar. Was het adagium zo’n 10 jaar geleden Content is King, nu luidt dat veel meer Contact is King. Daarmee kun je natuurlijk ook de overgang van web 1.0 naar web 2.0 aanduiden.
Leuk om te horen hoe hij bezig is met de gebruiksvriendelijkheid van educatieve websites. Vanuit WikiKids kunnen we daar waarschijnlijk ook nog wel wat van leren.
Nog een punt uit zijn verhaal was een verwijzing naar Henry Jenkins die praat over the Participation Gap.
De derde spreker was Frits Meijer die een verhaal vertelde over het gebruik van media in het speciaal onderwijs. Hij maakte duidelijk met welke misverstanden leerlingen te maken krijgen als het gaat om het gebruik van nieuwe media. Vooral de manier waarop hij hier aandacht aan besteed vond ik mooi om te zien. Begrippen verduidelijken door ze letterlijk uit te beelden bijvoorbeeld (foto’s maken van een bestand kopiëren bijvoorbeeld, waarbij het hele beeldscherm op het kopieerapparaat wordt gelegd).
Jeroen Rougoor kwam vertellen op welke manier hij binnen zijn scholen aandacht besteed aan samenwerkend leren en informatievaardigheden. Hij maakte duidelijk dat bij het zoeken van informatie op internet nog aardig wat komt kijken. Belangrijk punt daarbij was, gaf hij aan, dat kinderen niet in staat zijn om de juiste vragen te stellen. Dit moet je dan ook goed oefenen. Ook het gebruik van synoniemen en een woordenboek stellen kinderen in staat meer te vinden. Als je dan informatie hebt gevonden beantwoord je de 3 W’s : wie waarom en welke (wie heeft de informatie gemaakt, waarom hebben ze die informatie gemaakt en welke informatie heb ik daarvan nodig) en de 3 B’s: begrijpbaar, betrouwbaar en bruikbaar.
Harry Spoelstra vertelde over WikiKids en de WikiKidsatlas. Het project waarbij ik natuurlijk zelf ook erg betrokken ben. Leuk om iemand anders daar ook een keer over te horen spreken. Harry vertelde onder andere het verhaal over het project dat hij met zijn scholen heeft uitgevoerd.
Sanne Kuyt vertelde samen met Adil over hoe ze op school omgaan met mediawijsheid. Adil is een leerling van Sanne en is druk aan het Twitteren. Hoe dat gaat en wat voor sturing nodig is vertelden ze samen.
De middag werd afgesloten door Elke Das die vertelde hoe ze een wiki (PBWorks) gebruikt als leeromgeving voor haar leerlingen. Het feit dat ze dit vooral ziet als een steeds grotere wordende omgeving sprak me wel erg aan. Je hoeft dan niet je weg te vinden in een groot (onoverzichtelijk) woud van pagina’s maar groeit langzaam in de omgeving op. Per klas zie ik dat ook goed voor me. In een grote organisatie zoals waar ik nu in ben beland (en waar we Sharepoint gebruiken) zie ik dat nog niet zo 1-2-3 voor me (alhoewel daar de wiki, buiten Sharepoint om, ook erg goede diensten verleent).
Kortom: een inspirerende middag. Ben benieuwd wat voor projecten er worden ingediend. Heb mezelf ook als maatje opgegeven en ben benieuwd of daar gebruik van wordt gemaakt.