Gerard Dummer

Alles over Onderwijs en ICT.

Browsing Posts tagged Nederlands en ICT

De eerstejaars studenten van de Pabo in Amersfoort krijgen dit kwartaal aanbod over hoe ze ICT in de les kunnen inzetten. We focussen daarbij op de inzet van ICT in de instructiefase en de verwerkingsfase.

We hebben hiervoor vijf bijeenkomsten ingepland staan. Daarvan is het startcollege geweest en nu één les. In deze blogpost ga ik op de twee bijeenkomsten in. Meeste aandacht gaat uit naar bijeenkomst 1: Taal en ICT.

Startbijeenkomst
De startbijeenkomst is verzorgd door mijn collega Don Zuiderman. In het startcollege is uitgelegd wat de grote lijn is van het komende thema. Een paar belangrijke punten wil ik hier uitlichten.

Mentimeter
Om studenten te activeren heeft Don het programma Mentimeter ingezet. Daarmee vroeg hij studenten de mening te geven over ICT in het onderwijs.

Kennisclips
Om tijd effectief te benutten met vaardigheden in de lessen heeft Don kennisclips gemaakt. In de presentatie zie je de links naar de clips.

Leskompas
Als gastspreker hadden we voor de eerstejaars Arjen van der Lely uitgenodigd om een en ander te komen vertellen over Leskompas. Studenten hebben gedurende de vier jaar van hun opleiding gratis toegang tot deze omgeving voor hun groep.


Bijeenkomst 1

In bijeenkomst 1 hebben de studenten kennis gemaakt met de mogelijkheden van ICT en Taal. Omdat we maar 1 uur hebben hebben we natuurlijk lang niet alle mogelijkheden kunnen bespreken. In elke les is het doel van ons om studenten ideeën te geven over hoe ze ICT in de instructie kunnen inzetten en hoe ze ICT tijdens de verwerkingsfase in kunnen zetten.




Belangrijke ontwerpvoorwaarde voor ons in de les was dat we studenten vanuit een authentieke opdracht iets wilden laten ontwerpen. Ingegeven door het model van Tondeur et al (2012) (zie ook de post) wilden we dat studenten leren hoe ze ICT kunnen integreren door zelf lessen te ontwerpen waarin ICT wordt gebruikt.

Die ontwerpvoorwaarde zorgde ervoor dat we goed na moesten denken over de manier waarop we studenten in deze korte tijd een zinvolle opdracht zouden kunnen laten maken. Studenten hebben namelijk nog weinig kennis van het geven van een effectieve instructie, de fasen van het stelproces en wat hierbij komt kijken. In de casusbeschrijving hebben we daarom stap voor stap instructies gegeven.

Introductieopdracht_Digibord by

Naast de introductie/ instructieopdracht wilden we studenten ook laten zien hoe ze ICT zouden kunnen inzetten in de verwerkingsfase. We wilden hen laten kennis maken met tools die interessant zijn en hen tegelijkertijd vanuit stellen een zinvolle opdracht meegeven. We hebben er voor gekozen om studenten feedback te geven op werk van leerlingen. Hiervoor hebben we WikiKids gebruikt en Google Drive. Artikelen op WikiKids met het sjabloon Verbeteren hebben we aan de studenten gegeven met de opdracht om die van feedback te voorzien. Aan het eind van de les hebben we besproken wat voor type feedback ze leerlingen hebben gegeven. Studenten moesten nadenken wat ze nu belangrijk vonden om feedback op te geven en hoe ze dat zouden verwoorden.

Verwerkingsopdracht 1 Wikikids_web by

Datzelfde hebben we ook gedaan met Google Drive. Hierbij hebben we artikelen van WikiKids gehaald en bewerkt klaargezet om te worden voorzien van feedback.

Verwerkingsopdracht 2 Google Drive by

De bijeenkomst zijn we trouwens begonnen met een korte terugblik op de startbijeenkomst. Hiervoor hadden we gebruikt gemaakt van Proconnect van Prowise. Het was de eerste keer dat ik het gebruikte en was voor mij dus nog een beetje onwennig. Opzetten is echter erg makkelijk.

Naar aanleiding van het artikel van Jeroen Clemens over online tekstbegrip (een onderwerp waarop hij hoopt te promoveren) bedacht ik dat Wikipedia zich daar uitstekend voor leent om mee aan de slag te gaan. Vooral ook omdat Wikipedia een zeer veel gebruikte bron voor scholieren is. Over online tekstbegrip kun je volgens mij verschillende opdrachten maken. Eentje werk ik hier uit: over NPOV. Oftewel: neutral point of view.
Ben geen docent Nederlands voor het vo dus hoor graag de feedback van anderen hierop of het bruikbaar is of niet. Ik zal nog een paar opdrachten op deze manier uitwerken.

Online Tekstbegrip en Wikipedia NPOV

Vanaf 2009 schrijf ik voor JSW elke maand een artikel over ICT in het onderwijs. Er zijn ondertussen zo’n 165 onderwerpen langsgekomen. Een vast onderdeel van het artikel is een idee voor een workshop. Inmiddels heb ik meer dan 30 lesideeën voor JSW uitgewerkt. De meeste zijn gebaseerd op ideeën die ik links en rechts tegenkom.
Het laatste lesidee gaat over het maken van een Motion Graphic Video. Kortweg: een bewegende infographic/ afbeelding. Daar heb ik nog geen leraar mee aan het werk gezien maar heeft volgens mij wel potentie. Inforgraphics worden veel gebruikt in de reclame. Een site waar je veel voorbeelden vindt is Videoinfographics.com. Een voorbeeld van de site heb ik hieronder opgenomen.



Deze motion graphic video’s worden gemaakt met geavanceerde animatieprogramma’s zoals Adobe’s AfterEffect. Voor het basisonderwijs iets te ver gegrepen, denk ik. Maar met een programma zoals PowerPoint of Keynote in combinatie met Windows MovieMaker of iMovie kun je ook al een eindje komen. Hieronder heb ik twee eenvoudige voorbeelden opgenomen die ik zelf gemaakt heb. Om de voorbeelden zo te krijgen heb ik eerst een animatie in PowerPoint gemaakt. Daarna heb ik de diapresentatie opgenomen met een screencastprogramma. Hiervoor heb ik het gratis Debut gebruikt. Je kunt je video’s in veel geschikte formaten hiermee opslaan. Die video’s heb ik geïmporteerd in iMovie. Daar heb ik het geluid toegevoegd.



Het zijn eenvoudige animaties. Volgens mij zijn er vast grotere creatievelingen die met behulp van deze eenvoudig toegankelijke middelen nog iets mooier kunnen maken.

WikiKids heeft afgelopen jaar meegedaan aan de Zomerschool Utrecht. De Zomerschool Utrecht is een project in het kader van de Brede School Academie (BSA) van de wijk Overvecht in Utrecht (zie ook dit filmpje). De BSA zorgt voor onderwijstijdverlenging. Dit is een verlenging van de effectieve leertijd, waarin de extra tijd wordt benut voor het actief tegengaan van onderpresteren bij leerlingen, in het bijzonder achterstandsleerlingen. Zomerschool Utrecht schrijft dat

“Op de Brede School Academie wordt het idee van onderwijstijdverlenging ingezet op een bijzondere doelgroep. De extra begeleiding is niet gericht op uitvallers, maar op de groep beloftevolle, talentrijke achterstandsleerlingen.”

Sardes heeft een curriculum opgezet waarin extra aandacht wordt besteed aan woordenschat, begrijpend lezen en kennis van de wereld. Begrijpend lezen is een belangrijke voorspeller voor schoolsucces. Juist op dat onderdeel valt deze groep kinderen uit.

Over Zomerschool Utrecht:

Ook de zomerschool is, strikt genomen, een voorbeeld van onderwijstijdverlenging. Het ministerie van OC & W overweegt op dit ogenblik een regeling zomerscholen in Nederland. Met de introductie van de Zomerschool Utrecht nemen de makers van de Brede School Academie een voorschot op die regeling. Maar dan wel onder hun voorwaarden. Met een programma gericht op onderwijs en niet op vrijetijdsbesteding. Bedoeld voor talentvolle kinderen. Door de zomerschool te koppelen aan de Brede School Academie wordt een keuze gemaakt voor een structureel en samenhangend aanbod, en niet voor het incident.

Het programma van de kinderen zien je in onderstaand schema

Het is een geïntegreerd programma waarin Sardes, UCK en WikiKids in samenwerken. Op WikiKids hebben we een speciaal portaal ingericht.

In dit portaal zijn de onderdelen terug te vinden die van belang zijn. Leerlingen hebben geschreven aan het artikel Robot. Ze hebben gedebatteerd over stellingen. En ze hebben een essay geschreven. Alle leerlingen die hebben meegedaan staan op een pagina. Samen met de edits die ze hebben uitgevoerd.

Op de website van Sardes kun je de filmpjes bekijken die de kinderen deze zomervakantie hebben gemaakt. Sardes heeft ook een publicatie gemaakt over de zomerschool onder de naam Tijd voor Talent. De publicatie is samengesteld door Kees Broekhof, Hans Cohen de Lara en Susan de Swart.

In de publicatie komen de uitgangspunten en opzet van de BSA en de Zomerschool aan bod. Een mooie publicatie waarin de samenhang van het programma goed uit de verf komt.
Ik ben blij dat we als WikiKids een steentje hebben kunnen bijdragen aan de Zomerschool. Ben benieuwd hoe dat volgend jaar gaat. We staan in ieder geval weer open voor samenwerking.

Afgelopen periode hebben we op de opleiding samengewerkt met de vakken Onderwijskunde en Pedagogiek, Nederlands en Rekenen en Wiskunde Didactiek aan een derdejaar beroepstaak: de groepsbespreking. Ook deze samenwerking had alle kenmerken van een TPACK-ontwerpteam. Ik zal in deze post uitleggen:

  • Wat de beroepstaak inhoud
  • Wat de inbreng was van de sectie ICT en onderwijs (T van TPACK)
  • Wat de inbreng was van de overige vakken (de PCK)
  • Wat onze ervaringen zijn bij de samenwerking
  • Hoe het mijn visie op onderwijs heeft aangescherpt
  • Hoe we het volgend jaar verder willen uitwerken

Wat de beroepstaak inhoud

Een beroepstaak is een toetsvorm die we op de opleiding gebruiken. Er zijn verschillende soorten beroepstaken die er voor zorgen dat we op een gevarieerde manier kunnen toetsen (schriftelijk of mondeling, gezamenlijk of individueel, op de opleiding of in de praktijk).

In de beroepstaak “het groepsoverzicht” voert de student een gesprek met een assesor die in de rol van intern begeleider de student bevraagt over het gemaakte groepsoverzicht. Het groepsoverzicht is onderdeel van de cyclus van handelingsgericht werken dat als een rode draad door onze opleiding loopt.

De cyclus van handelingsgericht werken doorloopt vier fasen: waarnemen, begrijpen, realiseren en uitvoeren. In het groepsoverzicht heeft de student de fasen waarnemen en begrijpen doorlopen. Dat betekent dat de student de leerlingen uit zijn klas op een rij heeft gezet en kan aangeven wat er met deze leerlingen aan de hand is. Dat doet de student op basis van de verzamelde gegevens.

Verzamelde gegevens zijn onder andere toetsresultaten van niet-methodegebonden en methodegebonden toetsen, kwalitatieve analyses hiervan, een overzicht van belemmerende en stimulerende factoren en leerlinggesprekken. Een student moet op basis van deze waarneming kunnen begrijpen wat er met de leerling aan de hand is en wat zijn onderwijsbehoefte is.

Wat de inbreng was van de sectie ICT en onderwijs (T van TPACK)

Vanuit ICT hebben we een bijdrage geleverd aan de voorbereiding van deze beroepstaak door studenten kennis te laten maken met het werken met een digitaal leerlingvolgsysteem (LVS). Leren werken met een digitaal LVS is belangrijk omdat uit onderzoek duidelijk wordt dat leraren wel gegevens verzamelen maar met deze gegevens lang nog niet altijd analyseren om vervolgens het onderwijs aan te passen.

We hebben voor deze beroepstaak het digitaal LVS Parnassys gebruikt. Parnassys heeft in dit kader voor ons een demoschool ingericht. In deze demoschool zijn de groepen 1 tot en met 8 opgenomen, compleet met toetsgegevens.

Met deze actie van Parnassys waren we erg blij omdat we studenten zo konden laten kennis maken met een authentiek middel dat ze op hun eigen stageschool ook (kunnen) tegen komen.

Wij hadden zelf als docenten ICT en onderwijs ook nog geen uitgebreide ervaring met het LVS. We waren dan ook blij met de ondersteuning die we vanuit Parnassys hebben gekregen. Zo leerden we dat de groepskaart van Parnassys een mooi overzicht biedt op de ontwikkeling van kinderen in de klas en dat die goed aansluit bij de fasen van handelingsgericht werken.

In het openingscollege dat we hebben georganiseerd liet Effi Oosterwijk van Parnassys in haar presentatie de studenten kennis maken met de belangrijkste onderdelen van Parnassys.


Wat de inbreng was van de overige vakken (de PCK)

Na het openingscollege hebben we drie bijeenkomsten per klas georganiseerd. De eerste bijeenkomst hebben we samen voorbereid met de collega’s van Onderwijskunde en Pedagogiek (O&P), de tweede met de collega’s van Nederlands en de derde bijeenkomst met de collega’s van Rekenen en Wiskunde Didactiek.

Samenwerking met O&P

O&P zorgt voor de rode draad binnen de opleiding als het gaat om handelingsgericht werken. De expertise over handelingsgericht werken is ook via O&P onze opleiding binnen gekomen. Samen met hen hebben we gekeken hoe we de groepskaart waar tot dan toe alleen nog maar niet-methodegebonden en methodegebonden toetsen op stonden konden aanvullen met Notities en Plannen. We hebben verschillende categorieën notities en plannen opgesteld.

Bij het bedenken van de categorieën notities en plannen hebben we nagedacht over wat je als leraar nodig hebt om leerlingen binnen handelingsgericht werken verder te brengen. Hierbij speelt ook de benaming een belanrijke rol. Noem je een groep basisgroep of minimumgroep bijvoorbeeld. Of heb je het over zorggroep of over subgroep 1.
In de eerste bijeenkomst hebben we nog een keer het kader vanuit ICT neergezet en studenten een opdrachtkaart gegeven waarmee ze kennis maakten met programma Parnassys. Uitgangspunt hierbij was de groepskaart.


Opdrachtkaart Parnassys introductie

Na het verkennen van het programma hebben we inhoudelijk gekeken naar de leerlingen waarbij we een aantal noties hadden toegevoegd.

Op basis van deze gegevens hebben we de studenten gevraagd wat de onderwijsbehoefte zou kunnen zijn. De precieze opdrachten luidden:

Opdracht 3
Bekijk van de leerlingen Naique en Giolina de volgende gegevens en beantwoordt de vragen:

  • Bekijk de scores van de niet-methodetoetsen en de methode toetsen. Vergelijk die met elkaar. Wat valt je dan op? Welke vermoedens heb je?
  • Bekijk de notities die bij de leerlingen gemaakt zijn. Wat vindt je sterk aan deze informatie? Welke informatie zou je nog meer nodig hebben?
  • Welke onderwijsbehoeften zouden deze leerlingen kunnen hebben?
  • Welke gegevens kun je gebruiken voor je groepsoverzicht?

Opdracht 4
Bekijk van de leerlingen Rochard, Semaia en Birol de volgende gegevens en beantwoordt de vragen:

  • Bekijk de scores van de niet-methodetoetsen en de methode toetsen. Wat valt je dan op? Welke vermoedens heb je?
  • Er zijn nog geen notities gemaakt bij deze leerlingen. Waar zou je deze kinderen op willen observeren? In welke situaties zou je dat willen doen?
  • Waarover zou je in gesprek willen gaan met deze leerlingen?

Deze bijeenkomst maakte duidelijk dat je niet genoeg hebt aan kwanitatieve gegevens maar dat kwalitatieve gegevens een belangrijke bron zijn. Meten leidt dus niet automatisch tot weten.

Samenwerking met Nederlands

In de tweede bijeenkomst hebben we als uitgangspunt de leerlingtoetskaart genomen.


Opdrachtkaart leerlingtoetskaart maken

ParnasSys-Leerlingtoetskaart

Studenten leerden hierdoor dat ze met de gegevens van Parnassys overzichten kunnen genereren waarmee ze weer uitspraken kunnen doen. De vragen die we hebben gesteld bij de leerlingtoetskaart waren:

  • Wat zou er op basis van de didactiek en de leerlijnen aan de hand kunnen zijn?
  • Wat zou je het kind vragen om je vermoedens helder te krijgen?
  • Welke onderwijsbehoefte zou je nu, zonder met het kind gesproken te hebben, zouden kunnen formuleren?

Deze bijeenkomst maakte duidelijk dat je als leraar goed zicht moet hebben op de didactiek en leerlijnen van Nederlands. Zonder deze kennis kun je de gegevens niet interpreteren en weet je dus niet wat een leerling nodig heeft.

Samenwerking met RWD

In de bijeenkomst met RWD hebben we gekeken naar de niveaugrafiek van de groep en de niveaugrafiek van de school. We hebben in deze bijeenkomst gezamenlijk gezocht naar verklaringen die we kunnen geven voor het verloop van de grafieken die we kregen.

ParnasSys-Niveaugrafieken groep

ParnasSys-Niveaugrafieken School 2

De vakdocent van RWD heeft in de bijeenkomst uitleg gegeven over de verschillende soorten toetsen die voor rekenen worden afgenomen. Ook heeft hij uitgelegd hoe de CITO-toetsen voor RWD in elkaar zitten. Gezamenlijk hebben we een aantal toetsvragen geanalyseerd zodat studenten inzicht krijgen in de toetsvragen.


Deze bijeenkomst maakte duidelijk dat je op basis van de resultaten in het leerlingvolgsysteem naar verschillende punten kunt kijken:

  • Zijn de instructievaardigheden van de leraar wel in orde?
  • Bereidt de rekenmethode wel voldoende voor op de CITO-toetsen?

We hebben ook nog stilgestaan bij de cruciale momenten in de leerlijnen van RWD. Een cruciaal moment is een inzicht dat je nodig hebt om verder te komen in je rekenontwikkeling. Dat betekent bijvoorbeeld dat je eerst de telrij moet beheersen voordat je verkort kunt tellen en voordat je kunt structreren.

Wat onze ervaringen zijn bij de samenwerking

Bij het beschrijven van onze ervaringen in de samenwerking zal ik onderscheid maken tussen flowervaringen en remmingen die we vanuit de sectie ICT en onderwijs hebben ervaren.

Flowervaringen

Het ontwikkelen van deze beroepstaak (leerarrangement) heb ik over het algemeen als heel positief ervaren. Het bundelen van de expertise van verschillende kanten heeft de bijeenkomsten een grote meerwaarde gegeven. Dat gold zowel voor de samenwerking met Parnassys als voor de samenwerking met de collega’s. De bijeenkomsten hadden niet zonder de inbreng van de verschillende partijen ontwikkeld kunnen worden. Je zou kunnen zeggen dat iedereen in deze beroepstaak heeft geleerd. Iets dat me sterk doet denken aan het construct van Professional Development Schools waarin elke deelnemer een bijdrage levert aan het proces en van de ontwikkeling van het proces zelf ook weer leert.

Samen met collega’s inhoudelijk praten over onderwijs en onderwijsontwikkelingen heb ik ook als heel positief ervaren. Samen denk je na over het verzorgen van goed onderwijs aan de studenten.

Remmingen

Remmingen heeft het proces ook gekend. Die lagen vooral op het organisatorisch gebied. Bij het ontwikkelen van deze beroepstaak waren in totaal 10 personen betrokken. Het maken van afspraken met iedereen was een flinke klus. Als hele groep zijn we nooit bij elkaar geweest. Wij als sectie ICT en onderwijs waren steeds de schakel in de samenwerking. Bij de ene sectie verliep de samenwerking iets soepeler dan bij andere sectie. Dit had niet te maken met onwil maar met ziekte en wisselingen van collega’s te maken.

Een andere remming was onze eigen kennis en kunde. Die vergrootte naar mate het proces verder liep. We zijn gegroeid in onze kennis over het handelingsgericht werken, in de eisen die de inspectie stelt aan scholen, in de werking van het programma Parnassys en in de achtegronden van de verschillende vakken. Deze remming zorgde ervoor dat we nu het aanbod gedaan hebben, denken: dit gaan we volgend jaar nog weer anders aanpakken.

Hoe het mijn visie op onderwijs heeft aangescherpt

Gedurende de ontwikkeling en uitvoering van de beroepstaak bekroop mij steeds meer het gevoel: je kunt kinderen niet in cijfers vangen om uitspraken over hen te doen. Kwantitatieve gegevens zijn wel belangrijk maar zeker niet genoeg. Dit merkte ik op een aantal manieren. De eerste keer merkte ik dat in de voorbereiding van de lessen met O&P. Vanuit Parnassys hadden we kwantitatieve gegevens aangeleverd gekregen. Maar deze kwanitatieve gegevens zeiden op zich nog niet zoveel. Notities moesten er voor zorgen dat de kwanitatieve gegevens meer gingen leven. Dat de kinderen achter de toetsscores meer tot leven kwamen. Dat het kind meer in beeld kwam.

Een tweede moment dat ik dit merkte was toen studenten ook met de eigen gegevens van hun school mee gingen doen aan de les. Studenten vonden het veel gemakkelijker om over deze kinderen iets te vertellen en uitspraken te doen dan over de anonieme kinderen uit de demoschool. Studenten maakten hierbij niet gebruik van de cijfers en notities die door hun school waren vastgelegd maar van de observaties die zij van de kinderen hadden gedaan in de dagelijkse praktijk. Kijken naar kinderen (observeren) levert een waardevolle bijdrage op aan het bepalen van de onderwijsbehoefte van leerlingen.

Is dit geen open deur dan? Misschien. Maar in deze tijd van handelingsgericht werken, opbrengstgericht werken, verantwoording afleggen aan ouders en de overheid, volledige concentratie op taal en rekenen mag dit misschien nog wel eens weer benadrukt worden.

Moeten we dan af van het digitale LVS? Zeker niet. Maar misschien zouden we dit systeem kunnen aanvullen met de waarden van het digitale kinderportfolio. Waarin het kind nadrukkelijk in beeld komt. Misschien kan een LVS video’s opnemen waarin je ziet hoe leerlingen aan het werk zijn. Misschien kan er leerlingwerk worden opgenomen. Leerlingwerk van rekenen en taal maar ook van wereldoriëntatie en de kunstvakken. Misschien kunnen er uitspraken worden opgenomen van medeleerlingen over hoe zij de leerling in de klas ervaren. Volgens mij zit er in de LVS nog voldoende mogelijkheden tot ontwikkeling.

Hoe we het volgend jaar verder willen uitwerken
Dit jaar hebben we deze beroepstaak en dit onderdeel van de beroepstaak voor het eerst uitgevoerd. Dat betekent bijna automatisch dat we het volgend jaar weer gaan bijstellen. Dat gaan we in ieder geval op een aantal manieren doen. Ten eerste hebben we nu ervaring opgedaan met handelingsgericht werken, de eisen vanuit de inspectie, het programma Parnassys en het samenwerken met andere vakgebieden. Dat betekent dat we dit kunnen gaan aanscherpen. We hebben nu vier bijeenkomsten (openingscollege en drie workshops) erover gedaan om studenten kennis te laten maken met het prorgramma Parnassys. Dit kunnen we terugbrengen tot twee of drie bijeenkomsten.

In het aanbieden van de opdrachten kunnen we nog strakker zijn. Nu vonden de studenten het toch lastig om zo direct te kunnen aangeven wat de gegevens nu precies voorstelden. Daar hebben we ze in de bijeenkomsten zelf nu bij begeleid. Volgend jaar kan dit ook strakker.

We hebben ons nu alleen gericht op het LVS Parnassys. Maar er zijn natuurlijk meer. We hebben inmiddels al contact met CITO over het bekijken en interpreteren van toetsresultaten. Als we het LVS van CITO op soortelijke manier kunnen inzetten zou dat mooi zijn.

Ik beschreef al in mijn aangescherpte visie op onderwijs dat een LVS (zeker in de vorm zoals ik ze nu ken) misschien niet voldoende is. Het zou kunnen betekenen dat we studenten ook kennis laten maken met digitale portfolio’s om te laten zien hoe hierin de ontwikkeling van kinderen wordt vastgelegd.
Tot slot werd duidelijk dat kennis hebben van de kinderen zelf waarover je uitspraken doet erg belangrijk is. Een oplossing die we mogelijk volgend jaar hier voor gaan gebruiken is het schrijven van casussen over leerlingen zodat studenten op basis hiervan ook uitspraken kunnen doen.